Simon in Australia  
Al 7335 dagen in Australië... Nog -6976 dagen tot terugvlucht (13 oktober)
Dagboek

















Dagboek

15/10
Start
16/10
Vertrek-data
19/10
Down under
20/10
Nog eens int..
22/10
Foto's
23/10
Fotootjes ui..
Botanical Ga..
26/10
Uitleg fotos..
30/10
Sydney, stil..
01/11
Samenvatting..
05/11
WASDAG!
08/11
Blue Mountai..
30/11
Help! geen c..
Even een err..
21/12
Problemen me..
22/12
Waar zat ik ..
Aankomst in ..
Vervolg  van..
On the road ..
Still on the..
Foto's
23/12
Broodje zeewier
27/12
Nog meer foto's
03/01
EEN VROLIJK ..
Midden Tasma..
16/01
Back to South
Verder rondt..
Verder rondt..
19/01
Verder rondt..
Verder rondt..
22/01
Launceston -..
Aarbeien plu..
23/01
Aarbeien plu..
Koffie en aa..
Terug naar d..
24/01
Mr DUDE, I p..
Alle vooruit..
06/02
Jervis Bay -..
10/02
Canberra - H..
Canberra tot..
Batehaven na..
15/02
WWOOFen in h..
Thredbo en d..
Dwars doorhe..
Melbourne, d..
Parkeerboete..
Werken op de..
17/02
Australia Da..
"I'm blue,....
Off-road avo..
24/02
Alpacas, Lla..
02/03
To exam of n..
Waar ben ik nu?
07/03
Victoria, zu..
Geld nodig? ..
De Grampians..
10/03
Verder door ..
The Great Oc..
South Austra..
15/03
Het noorden ..
Rodeo JIIHAA..
Yard Dog Com..
04/04
Werk nodig? ..
15/04
Op naar Kang..
17/04
Halfweg en n..
20/04
Kangaroo Island
Update bij K..
13/05
MEGA-update
14/05
Feestje?
15/05
Een kleine e..
Nog even in ..
28/05
Red Centre, ..
29/05
Red Centre, ..
Red Centre, ..
30/05
Nog een week..
02/06
Glaasje op, ..
03/06
Met de trein..
16/06
Over Perth, ..
Een, twee, d..
10/07
Appelbomen s..
17/07
Under Down U..
18/07
Under Down U..
Westkust, he..
Westkust, he..
19/07
WK? Wimbledon?
Exmouth naar..
Broome, maan..
Met de Fokke..
26/07
Op safari! -..
16/08
Dwars doorhe..
17/08
Over Regenwo..
Eilandhoppen!
Atherton Tab..
Dunk Island ..
Magnetic Isl..
26/08
Nog een sess..
Zeiltrip lan..
25/09
Surf's up! -..

vv

15/10/2005


Start

Hier start mijn logboek. Morgen vertrek ik naar Australië!
gepost door simon om 2000000033 op 15/10/2005 - 11 reacties


16/10/2005


Vertrek-data

Ik vertrek dus in Parijs op 17 oktober om 12.00 met Malaysia Airlines. Dan vlieg ik naar Kuala Lumpur, waar ik land om 06.25, dat is dus de tijd in Maleisië. In België is het dan 00.25 (18 oktober reeds!). Om 10.00 (tijd in Kuala Lumpur, 04.00 Belgische tijd) vlieg in dan door naar Sydney, alwaar ik zal landen om 19.50 Australische tijd. In België zal het dan 11.50 zijn. Dat wordt dus de kortste verjaardag ooit...
gepost door Simon om 1300000005 op 16/10/2005 - 9 reacties


19/10/2005


Down under

Hallo, Gutentag, Bonjour, Hello, Hi, Yo,

We zijn er eindelijk nog eens geraakt. Ik bedoel dus zowel Australie als in het internetcafe. Ik ben nog niet goed uitgeslapen, dus vergeef mij de typfouten. (het is hier trouwens querty ook!) Anyway, voor de ouders en de ongerusten van geest : ik ben dus goed toegekomen. En het is hier een aangename 18 graden, alhoewel met momenten bewolkt...

Goed. Het straffe relaas van mijn reis dan. Een half uur te laat vertrokken, t begon al goed. Maar niet getreurd, met anderhalve meter beenruimte aan de nooduitgang :)

Naast mij zaten twee Syndeysiders (ja, dat zijn dus inwoners van Sydney voor de slechte verstaander) met een nogal ingewikkelde familiegeschiedenis... De man was gescheiden en dus met de andere vrouw (die ook gescheiden was), zijn moeder was Schotse en zijn vader was van Sicilie. Dit is feitelijk niet zo belangrijk, maar hij (en zij ook) ging nu terug om naar de geboorteplaats van zijn vader te gaan kijken. En daarbuiten ook nog Parijs en Rome bezoeken. Door wijn scheiding heeft hij nu een huis met 4 slaapkamers, en voel je hem al komen, ik heb het adres gekregen en mag er wel eens blijven slapen. Tis vlakbij Bondi (lees Bondaai, liefst nog zonder de tanden van elkaar te bewegen), op wereldvlak erkend als het mooiste strand ter wereld, alhoewel veel Aussies (juist, inwoners van Australie) daar niet mee akkoord gaan. Anyway, das dus al geregeld :)

Op de vlucht zelf had iedereen ook een tv, waar natuurlijk enkele goede en enkele minder goede films op werden getoond, kies zelf maar welke de goeie zijn: War of the Worlds, Bewitched (oke, daar kunnen we het wel eens over worden), Fantastic Four, The Longest Yard, Batman Begins en nog enkele Japanse/Chinese producties... Drinken a volonte, als je er zelf omging dan toch. Gevolg: 4 cola's, 5 watertjes en eenb stuk of 3 fruitsapjes en dus bijna evenveel bezoekjes aan het toilet. Verder zat er ook nog een Vlaamse (enfin, Antwerpse) op dezelfde rij, das ook nog wel eens plezant.

Immigratie was een lachertje: niets aan te geven: 'Neen' (denk ik toch), verder naar visa: lijstje: 'Ik ben Simon' All rightio, here you are, stikkertje in het paspoort en we zijn eindelijk in Australie.

O ja, voor de geinteresseerden: we zijn zo ongeveer halfweg tussen Perth en Darwin Ozzie binnengevlogen, en wie dan een lijn trekt recht naar Sydney, ziet dat we over een hele hoop woestijn gevlogen zijn (rood, we konden het goed zien, en woestijn it is) en dan ook nog over Ayers Rock/Uluru. Van boven ziet dat er dus mega-geweldig uit (kei-geweldig zou maar stom klinken) Het er jammer genoeg geen foto van, omdat ik enkel het raampje kon zien op de foto... Anyway, daar zal nog wel tijd voor zijn.

Goed, eens geland dus en na immigratie, opgewacht door Bryce, echte ozzie dus. Blijkt dus dat we met z'n zevenen van WEP waren: voertaal = Frans (5 Walen en 2 Vlamingen, waarvan 1 Antwerpenaar die thuis Frans praat...) Goed, het Frans zal dus ook nog wat verbeteren. Ik als eerste in die camionette, vind ik daar een zonnebril, 'Van wie is die?' 'Van niemand, here, it's a gift' en ik dus een zonnebril rijker. Dus efkes rondgereden in Sydney, Harbour Bridge en Opera House gezien (vanop Mrs Macquarie point, ter hoogte van Opera house, maar meer naar links, voor de geinteresseerden) Het was eigenlijk dan pas dat het feit dat ik dus Down Under ben, zo een beetje begon door te sijpelen in mijn toen trouwens bijzonder vermoeide geest. Zoveel fotos al gezien, maar er vlak voor (enfin ja) staan...

Goed, dan terug naar het Wake Up hostel, vlak naast Central Station. Kamertje van 4, ik doe die deur daar open (met kenmerkend lawaai), maak de enige andere slaper wakker, en aangezien het donker was en ik natuurlijk niet kon slapen (bijna 48 uur wakker en pakweg 5 uur geslapen, daar wordt je natuurlijk niet moe van, hum, hum), ging ik dan nog maar een pint drinken in de bar. Daar nog wat staan aan modderen in het Frans/Engels/Nederlands met een van de Walen en onze chauffeur en nog een Gentse (uit Gent dus he) Nog wat tips gekregen (sorry de helft weer vergeten, ik was dan toch moe blijkbaar...) en daarna gaan slapen. Enfin slapen, midden in de nacht wordt diene andere op mijn kamer wakker, licht aan, gestommel, gestommel. Ik natuurlijk wakker: bleek diene kerel al 8 uur geslapen te hebben en die was nu wakker geworden. En die kon niet meer slapen en ging dan nog enkele pinten drinken. Dat was dus ook nen Belg, die ook met WEP was meegekomen.

Enfin, vandaag (19 oktober dus) naar TCP (Traveller's Contact Point) alle papieren gaan halen. Veel gedraai en heen-en-weer geloop aldaar, dus eigenlijk is er nog niet zoveel in orde. Tax file Number (belastingen en co) wordt nog wel eens opgestuurd, bankrekening is OK, maar moet ik nog activeren, evenals GSM-nummer. Voor de rest alles geregeld (Rest?!, welke rest??)

Goed, dus nu zit ik hier in Sydney in Everywhere Internet, wat 1.5 dollar per uur internet betekent. Kan hier ook fotos opladen denk ik. Ga dat volgende keer eens proberen. Voor de rest dus nog niet zoveel te melden: wel dus al een prachtig zicht gehad over Sydney, met volle maan! Morgen waarschijnlijk Harbour Cruise, zal wel een nest fotos opleveren. Zal het wel laten weten. Goed, tot de volgende keer dan maar weer.

Groeten met 8 uur vertraging gewenst!

Simon
gepost door simon om 1800000040 op 19/10/2005 - 3 reacties


20/10/2005


Nog eens internetten

Hallo allemaal

Slechts een dagje geleden, en eigenlijk is er niet veel gebeurd. Of eigenlijk wel: het heeft vandaag geregend! Daardoor hebben we de cruise niet gedaan, die is dus uitgesteld. Ik heb wel een leuk tochtje gedaan door Sydney. Ben ook naar Kings Cross geweest om een nieuwe jeugdherberg te vinden, maar er is dus wel degelijk een reden waarom het daar goedkoper is: wapenwinkels, erotica-winkels, louche autodealers (een Ferrari voor 25000 dollar???) en hoerententen. Maar de plaatsen waar ik ben geweest vallen nog mee, want daar is het de ene jeugdherberg tegen de andere. Ik ga daar morgen dus waarschijnlijk naartoe, ik zal ook wel moeten, anders kost de jeugdherberg waar ik nu verblijf 30 dollar per nacht!! Heb enkele mooie fotos getrokken, maar ben natuurlijk de datakabel vergeten, dus opladen zal voor morgen (?) zijn...

De groeten daar allemaal!
gepost door SydneySider Simon om 1200000054 op 20/10/2005 - 6 reacties


22/10/2005


Foto's

(postje door Simon's broer)

Simon heeft een aantal foto's doorgestuurd vanuit Sydney, ze staan op zijn website:
http://simon.huylenbroeck.be/aus/index.php?ei=au&pg=9

Uitleg over de foto's zal hij zelf nog eens moeten geven ;-)
gepost door ruben om 1000000028 op 22/10/2005 - 2 reacties


23/10/2005


Fotootjes uitgelegd

Gegroet allen!

Eventjes ter info: de fotos die nu op de site staan.
Foto 1 hoeft geen uitleg denk ik: Harbour Bridge dus. Foto 2 is al iets interessanter; dit is namelijk het Queen Victoria Building. Dit wil zeggen: de duurste shopping mall van Sydney en ik denk van gans Australie. Het is echt wel duur, maar heeft ook een leuke klok, met allerlei fanfares en beeldjes die beginnen te draaien elk uur. Foto 3 is een fonteintje is Hyde Park, midden Sydney en zeker een van de mooiste parken ter wereld (enfin, die die ik al gezien heb toch) Foto 4 behoeft ook niet zoveel uitleg : Opera House dus. Foto 5 is een laan in datzelfde Hyde Park. Op de voorgrond is de pool of Reflection, en de foto is genomen vlak voor het War memorial, een immens herdenkingsteken voor de oorlogsslachtoffers.
gepost door Gids Simon om 1200000036 op 23/10/2005 - reageer


Botanical Gardens en Chinatown

Gegroet iedereen,

Vandaag was het echt een schit-te-ren-de dag in Sydney. Dat is dus wel iets van Sydney: het is echt een heel vervelende stad die zich dan ook nog verveelt als het regent. Maar nu dus niet en dus toertje gedaan: eerst een pracht van een uitzicht gevonden over Sydney, en dan eigenlijk de hele dag rondgehangen in de Botanical Gardens. Dit is een park van 30 ha, met dus vooral veel planten in. Verder lag iedereen daar relaxed te wezen, heb dat dan maar ook gedaan. Tegen de avond dan naar Chinatown afgezakt. Ik denk niet dat dat een goed idee was na al die rust: die Aziaten zijn echt wel geschift! Als gekken lopen ze van links naar rechts, steken over bij rood of groen (de auto's ook) en ze hebben zelfs een speciale verdieping in een torengebouw waar ze foto's kunnen laten maken van zichzelf tegen een geprogrammeerde achtergrond (zoals Opera House, Harbour Bridge,...) Echt getikt! Goed, daar dus iets gaan eten met twee Nederlanders die bij mij op de kamer liggen (dat is dus de volledige Vertigo-kamer in het V backpackers hostel) voor elk 8.5 dollar. In totaal betaald: 23 dollar. Geen vragen stellen... De skyline van Sydney vanavond nog gefotografeerd, maar die verduivelde mist blijft steeds zakken en het beste wegsteken. Hopelijk een van de volgende dagen. De foto's zal ik volgende keer wel weer uitleggen.

Groetjes (laat de reacties maar komen!)
gepost door Tuinier Simon om 1200000044 op 23/10/2005 - 1 reactie


26/10/2005


Uitleg fotos deel 2

De uitleg voor de volgende reeks fotos...

Foto 1 : de skyline van Sydney, gezien van een plaatsje vlakbij de jeugdherberg (ha, wat een luxe toch...)
Foto 2 : Harbour Bridge en Opera House (das nogal evident)
Foto 3 : Chinese tuin in de Botanical Gardens, misschien wel de mooiste van allemaal
Foto 4 : Relaxing staat met zeeeeer grote letters geschreven in het Australisch woordenboek... Ik zal dat dan ook maar doen zeker, nu ik hier ben ?!
Foto 5 : een van de uitgangen van de botanical gardens. Ter informatie: in het midden rechts is het echte standbeeld. Dit was veruit een van de mooiste kleine tuintjes in de gardens, vandaar deze foto.
Tot de volgende uitleg (vergeet de gids niet :) )
gepost door Gids Simon om 1000000058 op 26/10/2005 - 2 reacties


30/10/2005


Sydney, still Sydney it is

Geacht publiek,

Hier ben ik dan nog eens weer, op algemene vraag. In tegenstelling tot de planning (planning?) ben ik dus nog steeds in Sydney. Niet dat er nog zoveel te bekijken is (alhoewel, er is altijd wel iets leuk te zien), maar wel omdat iets anders mij hier houdt.

Ik heb namelijk mijn eerste jobke! Het is 'verhuizen' en het betaalt leuk en bovendien zie ik zo de suburbs van Sydney. Je komt dan wel soms nogal rare mensen tegen, maar het zijn tenminste echte Aussies die je tegenkomt, in plaats van rugzaktoeristen en Sydneysiders die eigenlijk uit andere landen komen (Azie, Afrika, Midden-Oosten, Europa,...) Maar het is best hard werken (het werk op zich is niet te zwaar, maar ik kom nogal laat terug "thuis") en daarom heb ik dus een tijdje niet van mij laten horen.

Anyway, wat is er dan nog gebeurd? Korte samenvatting: Na het eerste hostel (geregeld door de organisatie) ben ik dus naar een hostel gegaan in Kings Cross (de veilige kant, dus die met alle jeugdherbergen, niet die met de hoerententen) die V Backpackers heette. In die jeugdherberg hadden alle kamers een naam die begon met een V, die van mij werd Vertigo. ik kwam daar toevallig toe met twee Nederlanders uit Leiden, we kregen dan samen een kamer van normaal 100 dollar/3nachten voor 59! Deze mensen hebben een auto gehuurd en zijn nu de Oostkust aan het afreizen. Ik heb die drie dagen benut om Sydney van dichtbij dus te gaan bekijken.

De rest moet ik echter volgende keer vertellen, want ik moet morgen nogal vroeg op (werk-werk-werk!)

De groeten aan iedereen!
gepost door Multimiljonair in de maak (Simon) om 1000000019 op 30/10/2005 - 3 reacties


01/11/2005


Samenvatting deel 2

Daar ben ik weer!!

Om het even duidelijk te stellen : het is hier zomer aan het worden, en bij jullie winter. Dat betekent dat ze hier omschakelen naar zomeruur, en bij jullie naar winteruur. Dus het verschil met Belgie is nu 10 uur geworden!

Goed, het vervolg van de samenvatting dan. Na die drie dagen ben ik nog maar eens verhuisd van hostel. Nu eentje slechts een eindje verderop, genaamd Potts Point House. Een overnachting daar: 15 AUD of 90 per week! Toen ik daar aankwam met al mijn gepak en gezak, zat daar zo'n man wat rond te kijken en ineens vraagt die aan mij of ik werk zoek. Nou, zeg ik dan, dat was niet echt het plan (ja in het Engels natuurlijk he) maar misschien is het wel leuk meegenomen. En zo ben ik dus aan mijn jobke geraakt. Ik ben nu een volle week aan het werk en heb al vele prachtige plaatsen rond Sydney gezien. Ook andere plaatsen natuurlijk, met nogal vreemde mensen, alhoewel die in de rijke buurten ook wel raar zijn...

Anyway, zo moesten ze eens een flat verhuizen, slechts enkele stoelen en tafels. Toen ik daar binnenkwam, een prachtig zicht over harbour bridge, opera house en Port Jackson (dat is dus die inham waarrond Sydney is opgebouwd) Ik stond daar natuurlijk zo wat naar buiten te gapen, tot Adam (dat is dus de baas) mij een doos in mijn handen stopte. Later die dag moesten ze een deel van een huis verhuizen, een huis dat een beetje gelijkt op dat huis uit de Fresh Prince, met andere woorden, echt een kast van een huis. De eigenaar was dus nogal welgesteld, en dat was ook te merken aan wat we moesten verhuizen: 2 immense teevee's (immens = diameter groter dan 1 meter), lederen zetels, aboriginal kunst, ganse brokken marmer (mijn rug!) en diens meer. Echt wel stinkend rijk!
Nog een ander huis: zwembad, 2 home cinema theatres, en een pracht van een zicht over het water. Dat was in Dolans Bay, misschien wel iets om te onthouden ;)

Verder begin ik zo wat de goedkope business van Sydney te kennen: 7 AUD voor een medium pizza die ik bijna niet opkreeg, gemiddeld 15-20 AUD voor drie dagen eten in de supermarkt...

Anyway, ik begin nu dus wel wat uitgekeken te raken op Sydney, dus het wordt tijd dat ik vertrek. En dat ga ik dan ook doen, aanstaande zondag. Normaal ga ik dan naar Manly, een kust-suburb van Sydney. Hoogstwaarschijnlijk ga ik daar niet werken :) Het volgende bericht zal dus wat op zich kunnen laten wachten, daar er misschien niet zoveel interessants zal gebeuren.

Goed, dit geschreven zijnde ben ik weg naar het Belgian Beer Cafe!
gepost door Multimiljonmair in de maak deel 2 om 0500000018 op 01/11/2005 - 4 reacties


05/11/2005


WASDAG!

Hallo iedereen!

Vandaag is dus de grote dag: het vertrek uit Sydney. Doel : Katoomba, Blue Mountains. Het is een schitterende dag, dat wordt dus interessant. Wat is er de voorbije dagen nog gebeurd?

Niet zoveel, eigenlijk... Nog drie dagen gewerkt. En niet te vergeten: mijn kleren eens gewassen. Het was reeds een behoorlijke hoop was, dus ik eens kijken hoe die verduivelde machines hier werken. Blijkbaar zijn die machines echte geldverbruikers: 3 dollar voor een was en 3 dollar voor een droger. Das dus behoorlijk veel geld.

Maar niet getreurd, want ik leef(de) in Potts Point House, bastion van illegialiteit. Binnen het kwartier werden mijn kleren gewassen, gratis en voor niets! Poeder bleek voorhanden te zijn van ergens, en via een truukje waar je twee wattenstokjes voor nodig hebt, krijg je de wasmachine in gang zonder een dollarcent uit te geven (nu bestaan die dollarcenten wel niet meer, maar you get the picture, niewaar) Hetzelfde geldt voor de droger.
Zaterdag heb ik dus nog een laatste gratis was-en-droog gedaan, zodat ik met relatief propere kleren op weg kan. Relatie proper, want om tijd te sparen, worden alle kleren (alle kleuren, t-shirts, ondergoed, handdoeken, ed) in 1 was gedaan. Een koude was dus, niet helemaal optimaal, maar gekrompen kleren zijn dat ook niet, dus de keuze was snel gemaakt.

Verder nog enkele remarkabele feiten:

Ze zenden hier het vijfde seizoen van McLeod's Daughters uit! (insiders weten waarover het gaat) Heb dat hier toevallig gezien, als dat geen goed nieuws is!

Ik ben nog in enkele bijzonder mooie plaatsen geweest rond Sydney, dankzij het verhuiswerk: Double Bay, Gosford, Botany Bay, stuk voor stuk zeer mooie plaatsen met meestal een leuk zicht over Botany Bay, of een of ander park, en stuk voor stuk behoorlijk rijke mensen natuurlijk...
gepost door Simon om 2200000056 op 05/11/2005 - 1 reactie


08/11/2005


Blue Mountains for free

Katoomba, Blue Mountains: 1500 inwoners (permanent) Ligging : op ongeveer 1000 meter hoogte, 100 kilometer ten westen van Sydney
Wat is er te zien? Three Sisters en het Blue Mountains National Park

Lap, het begint al, een onnozel dorp 100 kilometer van Sydney en internet kost al 1 AUD per 15 minuten!

Zondag dus een treinticketje gekocht naar Katoomba. Trein genomen van Kings cross naar Central, bleek dat er geen trein was tussen Central en Penrith. Penrith, waar ligt dat? Blijkt dat op de weg naar Katoomba te liggen! Dus iedereen die de trein wou nemen op de bus en weg voor een half uurtje karren. Voornamelijk in stedelijke gebieden gereden, dus niet echt een bijzonder aantrekkelijke rit. In Penrith dan overgestapt op de trein naar Katoomba, na eerst op de twee (van de drie) andere platforms te hebben staan draaien... Uiteindelijk vertrok de trein dan toch...
Al direct aan het praten geraakt met een andere bijna verdwaalde backpacker, een meisje uit Canada (veel Canadezen in Australie, naast Fransen en Duitsers en Hollanders) Daar ik natuurlijk weer de moeite niet had genomen om een jeugdherberg te zoeken, met haar dan meegestapt doorheen Katoomba (de grootte is zowat te vergelijken met Wieze ;) ) en naar het Katoomba Blue Mountains YHA gegaan. Daar de keuze gekregen tussen een 6- of een 8-beds kamer, de 8 beds was de goedkoopste en die dus genomen. Bleek dat er met mij inclusief toch maar 6 mensen op de kamer lagen. Anyway, er stond daar zo'n bordje bij de incheck-balie waarop stond dat je gratis mocht blijven als je de keuken opruimde na 22 uur. Hmmm, gratis verblijf, dat moet je mij natuurlijk geen tweemaal vragen, en ik dus gepromoveerd van verhuishulpje tot keukenhulpje (gepromoveerd is maar hoe je het bekijkt natuurlijk)
Daar het ondertussen reeds 15 uur was, slechts een korte wandeling gemaakt naar Leura Falls in het Blue Mountains National Park (het BLNP dus) Dat duurde zowat 3 uurtjes, en achteraf was ik eigenlijk wel nogal afgepeigerd.

Maar het was meeeer dan de moeite waard. Denk Belvaux, het uitkijkpunt (waar die jagers zaten, remember), maar dan veel hoger en veel uitgestrekter en vooral veel minder huizen/mensen. Vanaf het hostel moest ik nog even wandelen tot aan het begin van de Prince Henry Cliff Walk, een echte toeristentrekker. Dus ik loop daar door zo'n straat die ligt naar beneden helt, en dan voorbij het laatste huis, de laatste boom, zie ik een eerste glimp van het BLNP. Ter plekke aan de grond genageld met kippenvel over mijn hele lichaam sta ik echt te gapen naar dit natuurspektakel. Als je de foto ziet, die is echt niet hoe het is, het is immens veel mooier en indrukwekkender.

Dus ik vol goed moed op weg en echt wel zeer zwaar onder de indruk van alles. Maar het meest imponerende was wel de stilte. Absoluut, geen enkel geluid behalve mezelf. Gewoonweg niets! Daar het na 1.5 uur wandelen wat donker begon te worden, besloot ik terug te gaan, en toen werd het soms echt spooky. Gewoonweg geen geluid, donker bos (enfin, donker, ik zag nog wel genoeg hoor) en soms een enkele tjilp van een vogel, ik kreeg soms echt het gevoel van in een andere dimensie te wandelen. Maar toen hoorde ik het klaterend geluid van een waterfall : de Leura Fall. Een echt mooi en goed zicht van de waterval krijg je eigenlijk nergens, maar het is best wel een mooie tocht. De waterval wordt ook de Bridal Veil genaamd, en dat is echt wel een goede naam, zo heb je ook de Honeymoon loukout, enzomeer.

's Avonds dan natuurlijk bekaf, en dan nog de keuken moeten kuisen... Maar eigenlijk bleek dat nog een makkie te zijn: het is echt een familie-jeugherberg, wat betekent dat er kleine kinderen en bejaarden en gewone mensen en jongeren in verblijven. En die vinden het blijkbaar ook niet leuk om in een vuile keuken te moeten koken en het meeste was dus proper. Dus na een kleine 2 uurtjes was ik reeds klaar (2 uur omdat ik natuurlijk niets wist liggen)

De volgende dag, maandag, vol goede moed opgestaan om 0730 (auw) om de Prince Henry Cliff Walk en de Giant Stairway te doen. Ik ga ontbijten en wat zie ik: niets! Letterlijk dan, want een enorm dikke mist hangt over Katoomba. Toch gaan wandelen, beslis ik. En met reden: een pracht van een wandeling gemaakt, papegaaien gezien (rode met groen en blauw) en witte (grote met zo'n gele kuif) en ekster-achtige vogels (waarvan er een mij zelfs aangevallen heeft, zonder erg!) Dan aangekomen bij de Three Sisters, die ik niet kon zien wegens de mist en dan aan de Giant Stairway begonnen: 900 trappen naar beneden (ik ben gestopt bij 300, wegens de gladheid van de trappen) en dan de rest van de wandeling. Daar de volledige vallei (zie foto) in mist lag, was er niet zoveel te zien (wat wel spijtig is, want die Cliff walk heeft een heleboel prachtige uitzichten op de vallei) en dan uitgekomen bij Echo Point, waar je normaal het beste zicht hebt op de Three Sisters.

Even een zijstapje, wat zijn de Three Sisters?
Dit is dus een rotsformatie, gevormd door jaren erosie. De Aussies hebben er een eigen verhaaltje van gemaakt: 3 mooie maagdelijke zussen waren op de vlucht voor een of andere amour, en vroegen aan een heks om hen in steen te veranderen tot de verliefde persoon het opgaf. Wat de heks dus deed. So far, so good, tot die heks haar laatste adem uitblies zonder de zussen terug om te toveren, en daaropm staan ze daar nu nog steeds...

Terug naar mijn verhaal nu: na het "prachtige" zicht op de Three Sisters, terug naar het hostel, en wat verbroederen en verzusteren met Katie (Engeland), Michael (Duitsland), Silvio (Denemarken) en Lizette (Nederland) 's Avonds nogal vlug over de keuken gegaan (45 minuutjes) en dan weer gaan slapen.

Midden in de nacht wakker geworden van het onweer: een immens kabaal, ik naar beneden, een bliksemschits gezien en donder gehoord, en dan weer gaan slapen, het was toch te hard aan het regenen.

Dinsdag dan terug naar Katoomba falls gewandeld, want wat dacht je: de batterij van de camera was natuurlijk plat gegaan de vorige dag. Gelukkig was dat niet te ver, alhoewel het nog steeds heel dicht mistte. Maar wel mooie foto's genomen van een woeste waterval (wegens de vele regen van de voorbije nacht) Dan nog even naar Echo Point, de Three Sisters in een glimps gezien en dan terug naar hostel, nog doorweekt geraakt, want het begon te regenen, iets gegeten en dan terug naar Sydney en hier ben ik dan.

Waarom terug naar Sydney? Heel simpel, omdat mijn vlieger hier vertrekt, tiens! Vlieger? Ah, naar Tasmanie natuurlijk! Dus het volgende bericht komt van nog verder dan waar ik nu zit ten opzicht van Belgie! Dus nu vertrek ik richting Airport en tot het volgende bericht dan!
gepost door Bushwalker om 0800000008 op 08/11/2005 - 21 reacties


30/11/2005


Help! geen computers in Tazzie

Dag iedereen nog eens (eindelijk)

Ik zal me eerst maar eens diep excuseren voor het feit dat ik zolang niets van mij heb laten horen, maar Tasmanie wordt belegerd door de Groenen, wat betekent dat om een of andere reden Internet afschuwelijk duur is, of zelfs compleet afwezig. Bij deze hoop ik dat mijn nederige excuses aanvaard worden...

En het wordt nog erger, want ik heb hier niet teveel tijd...
Eens ik terug in Hobart ben, ga ik hier een half boek publiceren, dus maar alvast wat tijd vrij binnen twee weken, want dat is ongeveer de periode dat ik terug in Hobart zal zijn...

Groetjes aan iedereen!
gepost door Simon om 0100000000 op 30/11/2005 - reageer


Even een erratum rechtzetten

Bij mijn verhaal over de Blue Mountains: Ik heb die Giant Stairway dus wel degelijk helemaal gedaan, ik ben enkel gestopt met TELLEN bij 300, was dat er even vergeten bijschrijven... Maar de trappen waren dus wel extreem glad.

Volgende keer zullen misschien meerdere (meer dan 5 dus) fotos volgen...
gepost door Simon update om 0100000030 op 30/11/2005 - 4 reacties


21/12/2005


Problemen met website

Er zijn een paar probleempjes geweest met de website van Simons reis in Australië, waardoor die onbereikbaar was. Normaalgezien zouden ze nu opgelost moeten zijn.

Hopelijk hebben we hierdoor geen berichtje van Simon gemist ;-)
gepost door Ruben om 1600000042 op 21/12/2005 - 2 reacties


22/12/2005


Waar zat ik ook weer?

Hallo iedereen!

Sommigen onder mijn teergeliefd publiek zat al een hele tijd op hete kolen voor nieuw nieuws van het Australisch front. Jullie weten nu al dat Tasmanie dus niet echt computer/internet-vriendelijk is, waardoor het contact zowat uitgevallen is.

Anyway, nu ik terug in Sydney ben (enfin, al anderhalve dag toch) heb ik niet echt een excuus meer, dus zal ik maar wat verslagen schrijven.
gepost door Back to civilization om 0000000023 op 22/12/2005 - reageer


Aankomst in The Big City of Hobart

Mijn vlucht van Sydney naar Hobart vertrok dus ergens in de avond, en wat dacht je: ik had natuurlijk alweer geen hostel gereserveerd (part of the adventure) In Hobart aangekomen, dacht ik al direct dat dat niet direct de slimste move was: Tasmanie is zo een staat waar alles dus sluit om 1800... En het was dus rond 2200!
Anyway, mijn veel te zware valies dan opgenomen, op de airporter shuttle gestapt (die rijdt naar het hostel dat je gereserveerd hebt...) en dan bij The Pickled Frog uitgestapt. Dat was een pub/hostel, waar nog iemand uitstapte, en waar ik dus mijn geluk probeerde. En inderdaad, mijn engelbewaarder was nog wakker, want er was nog plaats! Ik kreeg zelfs een kamer met amper 4 bedden, waar ik dan nog alleen op verbleef ook! Het enige vervelende was zo'n rot-straatlicht dat recht in mijn kamer scheen, maar gelukkig niet recht in mijn gezicht.

De tweede dag in Hobart dan een wandelingetje gemaakt: niet echt veel te beleven in de stad... maar wel enkele mooie zichten. Al gemerkt dat het hostel nogal een vreemde bedoening is: de helft lijkt wel gedrogeerd, en er worden zo goed als geen gesprekken gevoerd.
De stad heeft dus niet eht veel te bieden, het is op het randje van het saaie af, maar de haven van Hobart mag er wel wezen; persoonlijk vind ik hem zelfs mooier dan die van Sydney, enfin, die met Darling Harbour en zo toch (mooier dan Botany Bay is het niet echt)
De meest bizzie place to be is Salamanca Market, da's zowat de trendy uitgangsbuurt (tot 1800 dus) van Hobart. Daar het ding in de Lonely Planet staat, is alles dus om een of andere reden 1.5 tot 2 keer zo duur als elders en dus na de obligate fotos, wegwezen daar. Het is eigenlijk gewoon een plaats met een redelijk mooi zicht en restaurantjes en cafeetjes en wat winkels, dus echt iets missen doe je neit.

's Avonds ben ik dan nog naar Battery Point gewandeld. Dat is het oude stadsgedeelte en bijzonder mooi ook trouwens.
gepost door Tassie Devil in Hobart om 0000000037 op 22/12/2005 - reageer


Vervolg van mijn Hobart avontuur

Het is ondertussen 10 november en mijn kamer in the pickled frog is volgereserveerd. Dus verhuisde ik dan maar, aangezien de compagnie toch te saai was. En verhuizen deed ik naar het Transit Centre Backpackers. Daar ontmoette ik Russell (das de eigenaar) die zo vriendelijk was mij een kamer te geven voor mij alleen (enfin, met 5 andere lege bedden) Net als overal in Hobart, weinig mensen hier, maar wel aangenamere eigenaar hier, dus wel leuker. Eindelijk ook een Woolie (woolworths) gevonden, dat ding ligt kilometers van het centrum weg! In de meeste hostels berichtjes achtergelaten om compagnie te vinden om Tassie rond te trekken, maar tot nu toe geen resultaat.

In het Transit Centre Backpackers ook de Free Food Shelf ontdekt: dat is dus de plaats in de keuken waar al het eten achterblijft dat de vertrekkende gasten achterlaten, en dat iedereen dus mag opeten. En het toeval wil nu dat er juist enkele dagen tevoren een hele school Melburnians gepasseerd was aan het TCBP, met eigen kok en dus veel te veel voedsel: heerlijk lamsvlees gegeten met wat vanalles erbij, zelfs groenten!

In Hobart heb je ook een park, Queen's Domain. Dat was wel niet zo echt groot, maar wel extreem mooi aangelegd; vooral de Japanese tuin en Lilly's pond waren zeer de moeite.

Op 11 november herdenkt niemand hier iets. In de plaats doet hier een stuntman een 300 meter bungeejump uit een helikopter om een wereldrecord te vestigen... En op 1 november was het Melbourne Cup, da's een grote paardenrace, en alles was gesloten die dag (behalve de cafes of course)

11 november was de dag dat ik Mount Wellington (das de berg waar tegen Hobart is gebouwd) ging beklimmen. Enfin, gewoon het wandelpad volgen, er komt niet echt klimmen bij kijken. De bus genomen naar Fern Tree, aan de voet van de berg. Vandaar met nog enkele backpackers aan de beklimming begonnen. Na een half uurtje begonnen de wolken al samen te pakken, dus het zicht zou niet echt bijzonder worden... Anyway, de wandeling was best wel leuk, tot we op de top kwamen. Daar staan natuurlijk geen bomen, en de wind en regen hadden vrij spel. Gevolg, taxi moeten opbellen, want we begonnen daar zowat te bevriezen! Op een bepaald moment was het zelfs aan het sneeuwen! O ja, het zicht op Hobart was inderdaad niet echt spectaculair: alles zat natuurlijk in de wolken.
gepost door Tassie Devil in Hobart om 0000000054 op 22/12/2005 - reageer


On the road - 12 tot 15 november

12 november was en zaterdag en dus was het marktdag op Salamanca Market. Dat was nu niet echt zeer speciaal, wel eventjes rondgekuierd.

Na 5 dagen Hobart had ik het wel gehad en daar niemand had gerageerd op mijn berichtjes, zelf dan maar een autootje gaan huren. Alle verhuurders afgeschuimd en fier als een gieter dan een Hyundai Excel gehuurd. Met veel gezweet, want veel eenrichtingsverkeer en links, LINKS rijden terug naar het TCBP om al mijn gerief in te laden. Van Russell had ik een tent en enkele kookpotten en kookgerief meegekregen, zeer sympathieke kerel.

Uit het Visitor Information Centre nog enkele informatieboekjes meegenomen, en dat samen met de Lonely Planet en mijn volgeladen auto, volstond wel. Om de auto eens te testen, besloot ik eerst Mt Wellington eens op te rijden, het was voor de verandering eens een klare dag, en dt betekende dus mooie zichten. Daarna was ik het links rijden, schakelen en ruitenwissers (de pinkers staan rechts, en als je dat niet gewoon bent, kan je je al indenken wat er gebeurt als je links of rechts wil afslaan...) gebruiken, wel wat gewoon, en dus de highway richting Kingston genomen. Daar was een leuk strand en zelfs een setting die eruitzag als die van Home And Away, maar het dus niet was... Daarna doorgereden naar het zuiden.

Eens voorbij Kingston kwam ik echt in het zuivere Tasmanie terecht: bijna geen huizen, echt McLeod's en dus postkaart-Australie en zelfs Alpaca's! Het ziet er uit als Ierland, maar natuurlijk met veel meer bomen, en alpaca's. Maar dus de heuvels en de weiden en zo zijn hier ook. Echt mooi. Altijd maar verder gereden en zwaar het landschap zitten indrinken, en 's avonds gestopt op een plaatsje dat Garden Island Sands heette. Dat was aan het water, en voor de kust lag een eilandje (Garden Island). Prachtige setting: boompjes rond mij, water, eilandje, een prachtige ondergaande zon, wat wil je nog meer?
gepost door Roadie om 0100000043 op 22/12/2005 - reageer


Still on the road - 12 tot 15 november

Ik weet wat ik nog wil: een groot warm vuur! Want het wordt hier 's nachts afschuwelijk koud! Zware hypothermie! Het voordeel is dat je vroeg wakker bent, en dus enkele mooie zichten hebt. Snel ontbeten, en weer vertrokken, doel: Cockle Creek. Da's het meest zuidelijke bewoonde punt van Australie, en het is enkel te bereiken via een dust road, een baan met enkel stof en steentjes op dus. En feitelijk mag ik daar niet op rijden met mijn gehuurde wagen. Maar daar trek ik mij natuurlijk niet teveel van aan, en dus naar het meest onnozele dorop van Oz gereden: een totale populatie van 4 met nog een heleboel kampeerders errond.

Na Cockle Creek ben ik dan helemaal terug naar Hobart gereden en dan naar links gagaan, richting westen. Doel: Strathgordon, alwaar de Gordon Dam is. Heeel mooie rit, temidden van de bergen, en zeer stil, bijna geen mensen tegengekomen. De dam was behoorlijk spectaculair. Je kan op de dam wandelen, maar je moet eerst een behoorlijk steile trap naar beneden nemen, een twintigtal treden slechts, maar je kijkt voortdurend naar het laagste punt van de dam, wat toch wel wat angstaanjagender is...
Na de dam bezocht te hebben, ben ik dan gaan kamperen op een gratis kammplaats aan de rand van lake Pedder, het 'kleine' broertje van lake Gordon, dat meer water bevat dan Port Jackson in Sydney (das dus heel erg veel water) Er waren gratis BBQ's en ook elektriciteit, dus ik kon eindelijk mijn batterijen nog eens opladen. Op deze kampplaats ook mijn eerste kangeroo-achtige gezien: een pademelon oftewel een wallaby. Das niet hetzelfde, maar ze trekken wel nogal hard op elkaar. Daar het nogal treffelijk weer was, weer een mooie zonsondergang gezien. En 's nachts de maan boven de bergen zien opkomen, prachtig (maar ijskoud)
gepost door Bevroren Roadie om 0200000009 op 22/12/2005 - 1 reactie


Foto's

(Alweer bericht van Ruben)

Simon heeft me een hele hoop foto's doorgestuurd, allemaal getrokken in Tasmanië. Ik heb ze op de website gezet!
gepost door Ruben om 2200000035 op 22/12/2005 - 1 reactie


23/12/2005


Broodje zeewier

Het westen toonde mij de bergen, bijzonder impressionant en zeker aan te raden voor wie ook naar Tasmanie zou willen gaan. Na het westen, besloot ik het oosten te gaan verkennen. Doel: Tasman Peninsula.
Op de terugweg naar Hobart gestopt bij het Mt Field NP, alwaar ik de Russell Falls gaan bekijken ben, en waar ik ook de Giant Walk gedaan heb. Russell Falls zijn een van de meest gefotografeerde (lees: postkaart) van Australie en inderdaad, ze zijn bijzonder mooi. De Giant Walk is een korte wandeling temidden van de oude bomen van het eiland. Bomen tot 80 meter hoog en al aan het groeien voor Abel Tasman het eiland ontdekte (meer dan 200 jaar geleden dus al)

Na deze prachtige natuurwandeling, was mijn volgende stop Richmond. Dit is een stad met een koloniaal verleden, alleen hebben zo goed als alle koloniale gebouwen nu een opschrift 'B&B' of 'Shop'. Zwaar toeristisch dus. Maar wel eens leuk om door te wandelen; er was een kerk met een bijzonder mooi uitzicht over de omliggende valleien.

Na Richmond ben ik terug richting kust gereden, van waar ik Seven Mile Beach kon zien. Volgens mijn super gedetailleerde kaart (hum hum) kon je daar naar toe rijden, maar dat is dus volledig beschermd matuurgebied, dus enkel wandelen is toegelaten. 7 mijl wandelen, dat zag ik niet echt zitten, en dus doorgegaan naar Eaglehawk Neck, mijn volgende stop. En dat was zeer de moeite waard. Het is het toegangspunt tot het peninsula. Het land stijgt hier op uit de zee, en met de voortdurende inwerking van de oceaan, krijg je dus steile rotsen. Zo is er Devil's Kitchen: dat was vroeger een natuurlijke brug (je weet wel, zo'n rotsgeval dat eruitziet als een brug omdat de zee een stuk rots heeft weggevreten) en die ingestort is, en waar de zee bij ruw weer bijzonder spel kan maken. In mijn geval was de zee spiegelglad...
Verder is er ook Tasman Arch, das hetzelfde als Devil's Kitchen, maar de brug is (nog) niet ingestort. Normaal heb je niet echt een goed zicht op de Arch, omdat het wandelpad is afgesloten, zodat je niet over de brug kan wandelen, maar daar laat ik mij natuurlijk niet door afschrikken. Alhowel, eens een paar honderd meter boven het zeeniveau, met een wind met vreemde kuren, begonnen mijn knieen toch wat te knikken.
Nog iets verder was er Cash's Lookout. Dat was een wandeling van pakweg een uur onder een hoek van 40 graden. Zwaar puffend boven gekomen, maar het zicht was meer dan de moeite waard: heel Eaglehawk Neck lag aan mijn voeten!
Dan verder gegaan, naar Tessallated Pavement. Dat is een massief stuk rots waarin de zee door zoutinwerking lijnen getrokken en uitgediept heeft, en het resultaat ziet eruit als een groep rechthoekige broden, bedekt met zeewier en mosselen en co. Hier ook mijn eerste eigenaardige dier gezien: het ziet eruit als een egel, eet mieren, legt eieren en zoogt zijn kroost: een echidna oftewel mierenegel!

Dan verder gereden, en kennis gemaakt met het berucht koloniaal verleden van het peninsula: de dog line. Het is immers zo dat Australie in het begin een strafkolonie was, maar het Tasman Peninsula was waar de zwaarste criminelen terechtkwamen. De levensomstandigheden waren dus niet echt luxueus. Op het smalste punt van het peninsula had men over enkele honderd meters woeste opgefokte honden rondlopen die elke ontsnappingspoging in de kiem smoorden. Men verspreidde ook geruchten (die misschien wel waar waren) dat de ongevende zee vol haaien zat.
Interessant was wel volgende anekdote: elke keer als iemand een ontsnappingspoging deed, seinde men vanuit het peninsula met vlaggen. Die vlaggen kon men zien vanop Mt Wellington, Boven Hobart. Vandaar seinde men dan verder om het hele eiland te waarschuwen. Die misdadigers waren ook niet zeer stom, en de meeste ontsnappingspogingen gebeurden dus bij slecht weer, als de top van Mt Wellington in de wolken zat, zodat de ontsnapte een kleine voorsprong had...
Het bekendste ding op het peninsula is Port Arthur. Da's een stad vol oude koloniale gebouwen die als museum gehoduen worden (dus geen shops en co) Ik had nu wel niet echt goesting om daar wat in rond te lopen (het was veel te slecht weer) dus reed ik maar door naar mijn eerste surfstrand: Roaring Beach. Jammer genoeg was het dus nogal hard aan het regenen, en was er niemand aan het surfen. Het water was trouwens ijskoud, wegens de rechtstreekse instroom van Antartica. Het peninsula was dus behoorlijk toeristisch en ik besloot dat maar naar het minipeninsulaatje te gaan, dat op een van de fotos te zien is.

Daar in de auto geslapen, want het was veel te hard aan het waaien en regenen om mijn tentje recht te zetten. Aan gezien het zo slecht weer was en reeds donker, moest ik mij noodgedwongen ergens aan de kant zetten. En blijkbaar was de keuze nog zo slecht niet: zonder dat ik het wist had ik mij op een mooi lookout-punt gezet!
gepost door Tassie explorer om 2300000047 op 23/12/2005 - 2 reacties


27/12/2005


Nog meer foto's

En nog meer foto's erbijgezet die Simon doorgestuurd heeft... Onder andere het autootje waarmee hij Australië rondgetoerd heeft, een adembenemend zicht vanop een dam en een wallaby!

Reacties altijd welkom :-)
gepost door Ruben om 0000000038 op 27/12/2005 - 7 reacties


03/01/2006


EEN VROLIJK KERSTFEEST EN EEN GELUKKIG NIEUWJAAR

Dag iedereen!

Een vrolijk kerstfeest en een bijzonder gelukkig nieuwjaar gewenst. Daar het hier in Sydney bijna onmogelijk is op internet te gaan wegens teveel feesten, loop ik hier nogal wat achterstand op met mijn verhalen. Daarom eerst een update van de festiviteiten in Sydney.

Ik ben dus toegekomen in Sydney op dinsdag 20 december vorig jaar. Ik heb mijn intrek genomen in Potts Point House, waar ik vroeger ook al verbleven heb. Ik dacht daar nog wat oude bekenden tegen te komen, maar de meeste mensen waren reeds vertrokken. Enfin, de nieuwe compagnie was ook wel plezant, en zo begonnen mijn dagen van uitgaan en lang slapen en VEEEL zweten. Want het is verdorie heel warm in Sydney, elke dag tegen de 30 graden!
Dus, na twee dagen vruchteloos proberen te acclimatiseren, de pogingen dan maar opgegeven en naar het strand gegaan. Bondi Beach, naar het schijnt een van de mooiste stranden ter wereld. Dat was waarschijnlijk vroeger, want nu ziet het eruit als een Belgisch strand, of eerder, een Spaans strand (de temperaturen komen dan meer overeen) Want de hele kust is volgebouwd. Maar er is wel een heel plezante sfeer, en het water is lekker warm.
Op 24 december, Christmas' Eve, dus op het strand gefeest, met wijn en bier (want dat was niet toegelaten en dus moesten we dat dus wel doen) net zoals op 25 december. Kerstmis op het strand in 30 graden, daar kunnen ze in Europa nog iets van leren :)
Enfin, Kerstmis is hier dus totaal niet zoals het is in Europa. Het is wel moeilijk te vergelijken; in Belgie zitten we namelijk steeds samen met de familie, tegenover hier...
En Australiers kennen hier wel wat van feesten: op 26 december - Boxing Day - gaan ze hier gewoon door met feesten. En op 27 en 28 decmber is alles zowat gesloten - public holiday.

Tussen 28 en 31 december is Sydney dan nogal stil, enfin, indereen gaat gewoon naar het strand en zo.
Maar dan op 31 december is het vol, zeer vol in Sydney. Iedereen in T-shirt en korte broek, en allemaal naar de haven om het vuurwerk te zien. En vuurwerk was er: de hele brug was een groot vuurwerk, lading na lading werd afgeschoten, terwijl de massa mensen stond te schreeuwen en te roepen, allemaal zeer indrukwekkend. Het vuurwerk duurde 15 minuten en had een extreme apotheose: vanop wel 10 plaatsen werd vuurwerk afgeschoten boven de hele haven, zodat de hele haven in het licht baadde!
En daarna begon het feesten: in The Rocks, het oude centrum van de stad, waren enkele clubs open en waren er straatfeesten aan de gang, en in Kings Cross waren het vooral clubs. Dus daar goed doorgefeest, en om 0500 de trein richting Bondi genomen. Daar nog 10 minuutjes gewacht en de eerste zon van 2006 gezien: een prachtige zonsopkomst! Dat was echt heel erg mooi, de zon zo uit de zee zien opstijgen! En eens de zon opgekomen was, een frisse duik genomen, en wat uitgerust van de zware nacht.

Rond 0900 terug gegaan naar Kings Cross, een telefoon gezocht en even naar huis gebeld om nog eens te kunnen aftellen. Dat was best wel leuk. Daarna ontbijt genomen, en verder de rest van de dag wat rondgehangen, nog wat gefeest - dat was alweer in de avond - en dan tegen 12 uur ('s nachts) gaan slapen. Ik heb dus een volledige 24 uurs-eerste januari meegemaakt en ik zou het voor geen geld ter wereld willen missen. Bovendien was het de warmste 1 januari sinds 1939 in Sydney : 44 graden!

De tweede januari was ook een interessante dag: er zat zo een Australier in het hostel die nogal veel gedronken had (dat had nu wel iedereen feitelijk) en die dan een beetje boel begon te zoeken met de buren. Dat draaide natuurlijk uit op vechten, want het was nog steeds warm, en dus kwam de politie eens langs. Dat was best wel grappig om te zien: die kerel vluchtte het huis in en sloot de deur achter zich, en niemand had de sleutel bij zich, omdat je die deur gewoon kan opendoen. Die truuk kende de politie natuurlijk niet en dus moesten wij ons haasten om die deur open te doen. Die kerel was eigenlijk totaal onschadelijk, maar een dronkenman kan je zelfs in Kings Cross niet zomaar laten rondlopen, en dus moest hij weggebracht worden. Maar het was wel grappig. Spijtig genoeg ging het te snel om fotos te nemen...
Zo, das dus een update van de festiviteiten in Sydney.

Groetjes aan iedereen en
veel succes met de examens voor wie er heeft!
gepost door de kerstman om 0000000042 op 03/01/2006 - 4 reacties


Midden Tasmania - 14 en 15 november

Na de regenachtige en zeer oncomfortabele nacht in mijn autootje, doorgereden met als doel Queenstown. Op de weg daar naartoe even afgeslagen richting Repulse Dam. Misschien dat die even interessant zou zijn als Gordon Dam, maar nee hoor. Eigenlijk maar een klein dammetje, waar je zelfs niet op kon. Wat wel leuk was, was de rit erheen. Dustroad natuurlijk, en na enkele kilometers reed ik over een soort rooster op de grond. Wat is dat hier, vroeg ik mij af, tot ik wat verder koeien op de weg zag staan! Dat rooster lag daar zodat de koeien niet kunnen ontsnappen. Die zouden vastraken met hun hoeven in de gaten van het grid. En omdat Australiers nogal lui zijn, en dus geen gates willen op- en toedoen, legt men dus een rooster over de weg.

De volgende stop was Derwent Bridge, een onnozel dorp dat een van de mooiste dingen ter wereld herbergt: Lake St Clair. Prachtig dus, woorden schieten alweer tekort.

Daarna helemaal doorgereden naar Queenstown, een mijnersstadje op zijn retour, want vroeger werd er ijzer en tin uit de grond gehaald, maar nu enkel nog steen. Dat zag er dus nogal triestig uit. De volgende stop was Strahan, wat zeer mooi moet zijn als de zon ondergaat, maar het was nog maar eens aan het regenen en bovendien was het nog maar middag, en dus vond ik het niet zo interessant.
Anyway, na dit gedeelte gezien te hebben, terug gereden naar Queenstown, en helemaal doorheen de World Heritage Area gereden, tot aan Derwent Bridge. Dat is een rit van 90 km, en eigenlijk had ik niet echt genoeg benzine meer. Maar ik heb het toch gehaald tot in Derwent Bridge. Daar had ik weer eens last van iets typisch Tasmaans: alles dicht om 1800. En ik kwam daar dus later toe; gevolg: iets verder mezelf van de kant gezet, mijn tentje rechtgezet, wat hout bijeengesprokkeld en een leuk kampvuurtje gemaakt. De reden dat ik dat nu pas deed, was omdat het de hele dag praktisch geregend had, en de kans om een bushfire te starten dus kleiner was. Maar toch startte het vuur alsof het kurkdroog was! Na op dat vuurtje gekookt te hebben, het professioneel uitgedoofd: as verspreidden en blussen, en dan een gat graven en de as erin doen. Met een gerust hart dan de hele nacht doorgeslapen, 's morgens getankt en dan weer doorgereden. Het doel was Ross, maar aangezien ik de auto deze dag moest terugbrengen en Ross nogal ver bleek te zijn, ben ik dan maar gestopt in Oatlands, wat ook best wel een mooi dorp was. De weg naar Oatlands is trouwens bijzonder mooi, temidden van de heuvels, met schapen, enkele bomen en soms zelfs zon!
In Oatlands hebben ze een reservaat, waar het in de zomer krioelt van de tijgerslangen. En dat zijn geen doetjes: het is - alhoewel niet de giftigste soort - waarschijnlijk wel de gevaarlijkste: de meeste slangen vluchtten als ze iets groters voelen naderen, maar een tijgerslang valt aan... Lang ben ik dus niet in de reservaat gebleven.

Tegen dan was het tijd om terug naar Hobart te gaan, om mijn autootje in te leveren. Normaal gezien mocht ik niet op dustroads rijden, en ik had dat wel gedaan (duh...) en de auto was dus vuil. Dus naar het TCBP (Transit Centre Backpackers) en dan met wat water het meeste vuil er wat afgewassen. En dan de auto zonder verdere problemen terug gebracht, nadat ik al mijn gerief in het TCBP achtergelaten had.
Daar zat zo'm kerel een nota te schrijven om mensen te vinden om verder Tassie rond te trekken, en ik daar natuurlijk direct opspringen. Zijn naam was Alex, en hij kwam van Melbourne, en er was ook nog een Japanse - Hitomi, dat oog betekent - die ook wel mee wou.
De volgende dag zijn we dan met zijn drieen in Alex's auto vertrokken richting zuiden alweer, om te testen of het driemanschap wel werkte.
gepost door Tassie explorer om 0900000022 op 03/01/2006 - 2 reacties


16/01/2006


Back to South

In Cockle Creek hebben we dan de tent opgezet en gesproken met enkele mede-kampeerders, een man met zijn twee kinderen. Zoals de naam het al zegt - Cockle Creek - bleek dat de kreek vol cockles, een soortement mossels, zat, en dat die nogal gemakkelijk te vangen zijn. Daar hebben we ons dus mee rot geamuseerd! En koken was nog gemakkelijker: kook water (op een echt houtvuur!), voeg de mossels toe tot ze open gaan en klaar! Alhoewel het wel iets lekkerder zou zijn met ietwat van groentjes of zo, maar daar hadden we ons dus niet echt op voorzien...

De volgende dag om 0530 dan een mislukte zonsopgang gezien (wolken) en enkele uurtjes later, na een wandeling doorheen de bossen tot we het meest zuidelijke punt van Australie konden zien, terug naar het noorden opgetrokken.
De volgende stop van Hastings en de Tahune Airwalk. In Hastings even naar de Thermal Pools gegaan, dat is een natuurlijk verwarmd zwembad. Daar wat in gezwommen (eerder rondgedobberd...) en na een zeer welkome douche doorgereden naar de Airwalk.

Op de weg daarheen nog even gestopt bij een picnic-area, waar we nog enkele mensen van Melbourne ontmoetten, en dan zijn we samen de Airwalk gaan doen. Die Airwalk is een lange brug die doorheen de toppen van de bomen gaat. Normaal moet je daarvoor betalen, maar dat hadden wij niet door, wij volgden gewoon de pijltjes en ineens stonden we op die brug. Des te beter. Echt spectaculair is het ook niet: de bomen staan nogal ver weg van de brug, alhoewel het laatste stuk een zwegend stuk is: de minste beweging doet het hele geval schommelen.

Na de wandeling zijn we dan terug richting Hobart opgetrokken, en hebben we de nacht doorgebracht in een weide, waar zeer vreemde geluiden door de nacht kwamen. Maar niets is gebeurd, waarschijnlijk waren de possums weer eens aan het vechten...
gepost door Simon om 0000000007 op 16/01/2006 - 1 reactie


Verder rondtrekken - 22 november tot 3 december

Na de nacht in het hostel in Hobart doorgebracht te hebben, zijn we dan naar het noorden getrokken, richting Bothwell en Interlaken. Dat plaatsje Interlaken lag - zoals het moet zijn - tussen twee grote meren (met water erin!) waar we een gratis kampeerplaats vonden met douches die jammer genoeg niet werkten. We waren daar helemaal alleen en dat was wel fijn, want 's avonds hebben we dan de possums kunnen zien en enkele wallabies.

De volgende dag was ik een beetje aan het wandelen en ineens zag ik iets zwart wegkruipen... dat bleek dus een zeer giftige slang te zijn... Gelukkig was het geen tijgerslang, anders zou ik misschien al terug thuis zijn, omdat die echt aanvallen wanneer die zich bedreigd voelen. Deze was een iets aangenamer geval: net zoals de meeste slangen kroop deze weg, omdat ze iets groter voelde naderen. Gelukkig voor mij dus. Ik denk dat het een Yellowbelly Black Snake was, niet echt iets waar je een beet van wil riskeren, maar dus inderdaad een normale slang die wegkruipt bij gevaar.

Na Interlaken zijn we doorgereden naar Swansea, waar we een camping vonden waarvan de uitbaters pas in de morgen zouden terugkomen, en wij daar dus binnen. We hadden wel pech, want de uitbaters waren bijzonder vroeg op de camping, dus gratis kamperen zat er niet in...
In ieder geval was het een mooi plaatsje om te kamperen, vlak bij de zee, die met het opkomende tij wel nogal wat lawaai maakte, maar wel rustig en zo.
Op de weg tussen Interlaken en Swansea hebben we ook nog Ross bezocht; dat is een historisch stadje met enkele mooie gebouwtjes. In een van de bakkerijen iets gekocht en dan ook nog het oud brood gekregen! Het was immers al wat laat aan het worden en die bakkerij was aan het sluiten, dus gaven ze ons het oud brood mee!

Na Swansea helemaal naar de kust doorgereden, naar Friendly Beaches. Dat moet zo ongeveer het mooiste water zijn dat ik ooit gezien heb! Helder blauw, maar wel nogal koud...
Dat was aan de rand van het doel voor die dag: Freycinet NP. Als je dat opzoekt op internet, vind je gegarandeerd Wineglass Bay...
Daar dus kamp opgezet, met zicht op de baai, en op The Hazards, een machtige rotsformatie die hoog boven de baai uittorent. Zeer mooi allemaal, maar miljoenen en miljoenen muggen!!! Het was zo goed als onmogelijk om te eten, dus terwijl we op een neer wandelden op het strand (ietsje meer wind) en probeerden te eten, een ware veldslag uitgevochten met die verduivelde dingen. Natuurlijk konden we dat niet winnen en dus direct de tent ingekropen na het avondmaal.
De volgende dag dan Wineglass Bay gaan bezoeken en postkaart-fotos getrokken. Zeer mooie baai, alhoewel ik nog altijd niet weet waar de naam vandaan komt...
gepost door Simon om 0000000030 op 16/01/2006 - reageer


Verder rondtrekken - 22 november tot 3 december

Na de 4 uur durende wandeling hebben we dan een avondmaal bij elkaar gekookt - deze keer om 1700 uur (wegens de muggen) Na dat maal was het natuurlijk nog niet donker en dus ging Alex nog eens proberen vissen. Ik daarentegen ging wat naar de zee gaan kijken. Ik stond daar dus zowat te kijken naar de kleine visjes en het zeewier en het zeer heldere en mooi water, en ineens zie ik een haai voorbijzwemmen! Het was niet direct een Jaws-geval, maar dat beest had iets bijzonder imponerends over zich. Het kwam nogal arrogant over: het dier wist duidelijk dat niemand of niets hem kon raken en dat hij besliste wie leefde of stierf. Eens hij mij voorbijzwom, keerde hij zelfs nog terug om mij nog eens goed te bekijken. Dat was dus de tweede ontmoeting met een gevaarlijk Australisch beest. Het enige wat afbreuk deed aan de verschijning, was de kleur: paars.

De volgende morgen zwaar aan het regenen, en dat bleef zo tot we in Bicheno (uitgesproken als Bitch-no) aankwamen. Daar we geen zin hadden om ergens de tent op te zetten in de regen, of te koken in de regen, en dus belsoten we in het enige hostel daar te blijven. Het interessante aan Bicheno zijn de pinguins. Die komen bij zonsondergang uit de zee om te schuilen op het land. Wij daar dus naar gaan kijken, maar hoe bepaal je wanneer de zon ondergaat als het aan het regenen is? Wij zaten daar dus zo wat te wachten, tot het praktisch volledig donker was, en we ineens iets zagen bewegen: pinguins! De kleine soort, ongeveer 20 cm hoog, en bijzonder grappig! Daar er daar nogal wat wildlife-watchers rondliepen, konden we geen fotos nemen, want een flash verblindt die beesten natuurlijk.

De volgende dag zijn we dan verder noordelijk getrokken, naar Binnalong Bay. Op de baan nog naar het Everchrooch NP gegaan, en de Everchrooch Falls en de Mithanna Falls gezien (er zijn zodanig veel nationale parken op Tasmanie dat niemand van ons van die NP al gehoord had...) Enfin, dat was wel een leuk regenwoud (met de nadruk op regen...) waar ze ook bijzonder grote bomen hadden (70 meter hoog en 15 meter omtrek)
Daarna hadden we de smaak pas goed te pakken, en dus reden we door naar de St Columba Falls, 90 meter hoog en bijzonder indrukwekkend!
Daarna zijn we zo een beetje verloren gereden, wat echt wel heel erg moeilijk is in Tasmanie omdat je alle straten op een hand kan tellen...
We kwamen uit in St Helens, juist op tijd, want we hadden benzine nodig. Het was vrijdag, en om een of andere reden liep het hele stadje vol met kwade mensen: vechtende teenagers, scheldende huisvrouwen, dronken mannen, zeer raar allemaal. We zijn dan ook zo snel mogelijk weer vertrokken en doorgereden naar Deep Creek in het Mt William NP, in het noord-oosten van Taz.
gepost door Simon om 0600000053 op 16/01/2006 - reageer


19/01/2006


Verder rondtrekken - 22 november tot 3 december

Deep Creek - Mt William National park

Een zeer mooie kampplaats aan het Eddystone Lighthouse, de vuurtoren dus. En niet ver van de zee, alhoewel het niet echt gemakkelijk was deze te bereiken wegens de kreek. Het was nog eens goed weer en de rest van de dag hebben we dan gerelaxt en genoten van de zon. 's Nachts is het dan fgerm beginnen waaien en regenen, met als gevolg dat de tent bijna platgeblazen werd. Dat was dus niet meteen de meest comfortabele nacht, maar gelukkig heeft de tent het uitgehouden. In de ochtend brak de zon dan nogal waterig door - het regende tenminste niet meer - en dan hebben we proberen pannekoeken bakken. Met de nadruk op proberen natuurlijk, want een echt succes was het niet, alhoewel we toch elk twee dikke pannekoeken hebben kunnen eten (we moesten er ook 3 weggooien, want die waren echt niet te eten) Ik wil geen commentaar horen, want je moet maar eens proberen pannekoeken bakken op een houtvuur met nat hout, een voeg-water-toe-mengsel en elke minuut groeiende kans op regen. Bovendien werd het vuur alle kanten opgeblazen door een harde wind.

Wat later besloten we dan een echte bushwalk te doen, dat wil dus zeggen: gewoon door het bos gaan wandelen. Je moet weten dat in Australie overal, maar dan ook overal wel wandelpaden liggen. Die brengen je meestal wel naar de mooiste plekjes, maar je verliest er wel een beetje het echte natuurgevoel bij. Maar soit, we wandelden dus voor twee en een half uur door de Tasmaanse bossen, die vooral bestaan uit varens en eucalyptus- en andere bomen, en veel wildlife zagen we niet, maar het was wel leuk, omdat we tenminste uit de wind waren.
's Avonds hebben we dan de zonsondergang gezien van aan de vuurtoren, en op de weg erheen, en dat was dus bijzonder mooi! Op de weg naar de vuurtoren ook nog twee wombats gezien, bijzonder grappige dieren als je ze zo ziet, maar blijkbaar nogal aggressief als je het eten onder hun neus weggapt. Op de kampplaats ook mijn eerste officiele kangeroo gezien; op Tasmanie leeft maar een soort, de Forrester kangeroo. Al de rest zijn wallabies of pademelons of iets anders. Maar de Forrester kangeroo is dus een echte kangeroo, alhoewel er niet echt veel verschil is tussen een wallaby en een Forrester kangeroo, behalve dat de ene wat plonsiger is dan de andere...

Die nacht begon het dan weer eens te waaien - wat is dat toch met dat Tasmaans weer? We hebben de tent dan maar opgebroken en doorgereden richting westen, want veel noordelijker kan je toch niet...
gepost door Simon om 0900000031 op 19/01/2006 - 1 reactie


Verder rondtrekken - 22 november tot 3 december

Op de toch door de Blue Tier gereden, dat is een stuk regenwoud, een van de meest ongerepte van Australie blijkbaar, alwaar het - zoals de naam al zegt - vol bomen staat en dus ook regende...

Zijn dan doorgereden naar Scotsdale, een nogal dood plaatsje met een lieflijke camping vlak naast een bijzonder drukke weg. Maar het goeie aan de camping is, is dat er een park achter ligt, en in dat park zijn vijvers, en in die vijvers zitten platypuses (platypi?) Dat zijn dus die bevers die gebuisd zijn voor het examen eend (of wederom omgekeerd). Zo hebben we er eindelijk enkele gezien en wel in het wild, niet in een aquarium, alhoewel je er daar waarschijnlijk wel betere fotos van kan nemen, want de mijne zijn niet echt een succes...

De volgende dag zijn we dan door het wijngebied van Tasmanie gereden, waar je om een onverklaarbare reden om de haverklap aardbeien kan kopen, tot in Launceston. Het doel voor die dag was Stanley, in het westen. Dat bleek nogal ver te zijn, dus stopten we maar in Rocky Cape NP.
Dat was wel een raar nationaal park, want er stonden overal huizen en in het bos stond een bord met te koop op(tis te zeggen For Sale dus) Daarna doorgereden tot in Stanley, waar we The Nut bekeken hebben. Dat is de Uluru van Tasmanie, 152 meter hoog uit de zee (de rots staat op een Peninsula) en dus behoorlijk imposant. Daar de Aboriginals er geen bijzondere betekenis aan hechtten (niet dat ze nog zouden kunnen, de Aboriginals van Tasmanie zijn letterlijk uitgeroeid in het begin van de 19de eeuw) konden we dus over de top wandelen. We hadden een prachtig uitzicht (vooral zee feitelijk) en de tocht naar de top was bijzonder steil natuurlijk maar prachtig.

Verder was er in Stanley niet echt iets te beleven wat niet met The Nut te maken had, dus reden we wat terug, naar Big Tree en Dip falls, ergens in de middle of nowhere. Big Tree is ook wel letterlijk te nemen, 72 meter hoog en 18 (!) meter omtrek.
Daarna zijn we dan naar Waratah gereden, en daar hebben ze dan ook overnacht, want we hadden weer eens benzine nodig. Die avond hebben we zelf Sushi gemaakt (we hadden een Japanse bij...) wat wel leuk was en ook lekker!
gepost door Simon om 0900000054 op 19/01/2006 - 4 reacties


22/01/2006


Launceston - 3 tot 7 december

Na Waratah zijn we dan terug naar Launceston gereden, waar een betoging van de groenen aan de gang was tegen een geplande pulpmill die blijkbaar zwaar vervuilend is... Enfin, Alex wou daar dus naar toe en daar het nog maar eens typisch Tasmaans weer was (synoniem voor regen dus) besloot ik de tocht naar Cataract Gorge, een natuurspektakel vlak bij het centrum van Launceston, maar uit te stellen en mee te gaan naar de betoging. Nu stak die betoging wel nogal tegen na een uurtje, dus besloot ik maar wat te gaan rondwandelen in Launceston. Enfin, dat was dus de eerste dag in de stad en de volgende dag zag ik de Sun liggen in het hostel en op de eerste pagina een foto genomen op de betoging, waar ik ook op sta (als je goed kijkt kan je mij zien)!

Maar dat was dan ook het laatste goede nieuws van de dag. Want even later kwam Alex doodleuk zeggen dat hij het niet meer zag zitten om met mij verder te reizen, dus vertrokken hij en Hitomi dan maar en mocht ik het verder alleen zien te klaren. Achteraf beschouwd had ik het kunnen zien aankomen, want helemaal geestelijk gezond was die Alex niet, maar we waren al bijna drie weken aan het rondtrekken, en er waren niet echt strubbelingen geweest, dus ik zag niet echt een reden voor dit. Hij gaf mij trouwens ook geen reden, maar ja, het was zijn auto en dus kon ik er niet veel tegen doen.
Enfin, in ieder geval gaf dat mij de mogelijkheid om de stad eens goed te bekijken en Cataract Gorge te gaan bekijken, want het weer was weer eens omgeslaan. Mooi stukje natuur daar!
De volgende dag een goeie wandeling gemaakt door de stad, en naar het stadspark geweest tijdens de middag want veeeeeel te warm (ik had natuurlijk mijn zware bottines en een lange broek aangedaan, want 's morgens was het koud...) en daar tot mijn verbazing aapjes gezien (in een kooi natuurlijk, maar toch) en zelfs Manneke Pis! Die stond daar in een serre temidden van enkele mooie planten. Ik wou dat dan ook in het visitor's boek schrijven dat dat een mooi beeldje was, maar er lag geen pen, en ik had er geen bij. Niet dat iemand ooit een visitor's book leest overigens...

Daarmee had ik Launceston zowat gezien en werd het tijd om verder te gaan. Maar waarheen? Een baantje vinden in Launceston om er iets langere tijd te verblijven bleek onmogelijk, maar de oplossing kwam uit onverwachte hoek: ik zag een affiche hangen om aarbeien te gaan plukken. Daar ik niet te lang meer in Tasmanie zou verblijven (ik had een ticket op de 20ste december terug naar Sydney) en het meeste op Tasmanie wel gezien had, besloot ik nog wat dollars te gaan verdienen, want Sydney tijdens Kerst is niet echt goedkoop te noemen. Soit, die avond dan de veel te dure bus genomen van Launceston naar Hobart en van daar dan de bus naar Cygnet, een plaatsje waar ik ook al eens gestopt was met mijn gehuurde auto. Daar stond een busje ons op te wachten om naar het hostel te gaan, dat nog eens 5 kilometer buiten het dorp lag.
We zaten daar dus praktisch in de middle of nowhere, al het water kwam uit een tank (gefilterd regenwater) dus douches moesten kort gehouden worden, alhoewel het elke andere dag wel regende...
Alhoewel je dus ver van alles weg zat, was dat niet echt een probleem, want alles, dat was dus de bakker en de slager en de lokale supermarkt, en de pub, meer moet je je van dat plaatsje niet echt voorstellen. Het was er wel prachtig, rollende heuvels en veel groen, de rivier die door de vallei kronkelde, op sommige dagen kon je de mist door de vallei zien dwarrelen, je moet je het zo wat voorstellen hoe ze de Highlands in Schotland en Ierland voorstellen maar met meer bomen en aan de andere kant van de wereldbol.
gepost door Simon om 0000000029 op 22/01/2006 - reageer


Aarbeien plukken!

Potverdorie! De eerste dag aarbeien plukken: om 0545 opstaan! En koud natuurlijk! Vertrokken naar het aarbeien-veld dat weer 4 kilometer van het hostel ligt (dat werd met het busje afgelegd natuurlijk, Australiers wandelen nergens naartoe, waarom is anders de auto uitgevonden?!) en dan maar beginnen plukken. Na twee minuten deed mijn rug zeer natuurlijk, want die stomme planten komen niet hoger dan mijn knieen uit de grond (ze werden op speciale bedden geteeld, dus stonden ze al iets hoger) En saai! Echt niets van afwisseling, ik had natuurlijk mijn Ipod niet meegebracht, dus mocht ik de hele tijd luisteren naar de wind en enkele vogeltjes en de passerende trucks.
gepost door Boer Simon om 0000000034 op 22/01/2006 - reageer


23/01/2006


Aarbeien plukken!

En als je daar dan stomweg aarbeien staat te plukken, begint een normaal mens dus na te denken, en te tellen. Ze betalen hier het schamel loon van 85 cent oer kilo. Na tax schiet daar nog een zeer triestige 70 cent van over. Het komt er dus op neer van een gemiddelde van 5 tot 6 bakken van ongeveer 5 kilo per dag te halen. Dat lijkt nu wel niet erg veel, maar het hangt allemaal van het aarbei-veld af: heb je het hoge veld, dan kan je tot 20 bakken doen, heb je het rotte (lage) veld, dan kan je er als je hard je best doet, misschien 6 vullen. en op zondag werkt men niet, dus dat komt er ook nog eens bij. Voor degenen die het eens zouden willen proberen, nog enkele feiten: er gaan gemiddeld 410 aarbeien in een bak van 4.95 kilo (das het gemiddelde dat ik de eerste dag bijgehouden heb) Om 8 bakken te vullen begin je dus om 0630 en werk je 5 uur tot ongeveer 12 uur. Daarna neem je een douche en neem je platte rust om de pijn in je rug te vergeten. Verder probeer je ook niet teveel naar de winkel te gaan, want 3.50 dollar voor een smakeloos brood is veel geld!
Op zondag wordt er dus niet gewerkt en wat doen werkende backpackers in het hol van Pluto dan? Die gaan naar Seven Inch Beach. Das niet de echte naam, maar er is een gebied in Tasmania dat Seven Mile Beach noemt, en de locals noemen het daarom Seven Inch Beach, omdat het dus inderdaad niet echt groot is. Maar wel plezant daar. Leuke wandeling erheen en weer terug, in totaal langer gewandeld dan op het strand gezeten, maar heel erg mooi daar.

Verder zaten in het hostel ook nog 2 Vlamingen, Jan uit Gent en Emmanuelle uit Brugge. Plezante mensen, die daar dus ook aan het zwoegen zijn, zoals iedereen. Dat schept wel een band, iedereen die geen geld heeft en het ook niet kan verdienen... Aangezien de keuken nogal klein is, (4 kookplaten voor 20 mensen...) maar er wel 3 ovens zijn (das wel voor 45 mensen) wordt er nogal veel cake gemaakt. Je kan hier heel goedkooop van dat mengsel-spul kopen (zo van voeg water toe, mix, bak, klaar) en dat wordt dan ook vrij dikwijls gedaan. Ook brood wordt hier op deze basis gemaakt: het komt goedkoper uit dan een brood kopen en het is veel lekkerder! De sfeer was dus wel plezant, en dat is toch ook wel leuk, aangezien het doel (geld verdienen) al omgezet was in 'break-even draaien met de accomodatie', die een schandalige 160 AUD per week bedroeg. Probeer dat maar eens op te halen met aarbeien plukken!
gepost door Boer Simon om 0600000028 op 23/01/2006 - 1 reactie


Koffie en aarbeien

Enfin, na die eerste week had ik het daar wel gezien en dan ben ik samen met de 2 Vlamingen naar Cygnet getrokken om daar te gaan wwoofen. Efkes uitleggen van wwoofen is...
WWOOF staat voor Willing Workers On Organic Farms en het komt er op neer dat mensen zonder geld of die niet kunnen koken (hum hum) naar zo'n plaats gaan - oorspronkelijk waren dat grote organische, dus zonder meststoffen en pesticiden en co, boerderijen maar nu kan dat praktisch elkeen zijn die iets of wat organisch doet - en daar dan 4 tot 6 uur per dag werkt voor een verblijfplaats en voedsel.

Dat is dus wel interessant, zeker als je kan blijven combineren met aarbei plukken in de morgen. We gingen dus naar dat cafe (met organische tuin) dat de Red Velvet Lounge heette. Vreed plezante mensen daar, David en Juniper (dus niet Jupiter zoals ik eerst dacht...) Toen we daar toekwamen, was het nogal druk in het cafe, dus mochten we direct beginnen afwassen en afruimen. Dat was feitelijk nog redelijk plezant, want een echt groot cafe was het toch niet. Enfin, eens dat cafe gesloten werd (naar Tasmaanse traditie om 1800 natuurlijk) werden we naar het huis van David gebracht. Dat was een alleenstaand geval, temidden van een wei met koeien erin - er was gelukkig een draad rond het huis - , dat eigenlijk zowat op instorten stond. Het was behoorlijk vuil binnen, maar dat was meer omdat het al een tijd niet gebruikt was. Dus de volgende dag (na het plukken) eens goed opgeruimd in het huis en eens goed gekuist, en dat zag er al veel beter uit, alhoewel het huis niet echt meer te redden was. Maar binnen was het wel gezellig met de twee Belgen. En rond het huis was lang geleden een mooie tuin, maar dat was dus ook al een tijdje niet meer onderhouden, en dat was een echte wildernis daar! Het echt leuke aan het huis was, dat het een platform had, net buiten, van waar we het aarbei veld konden zien (het lag maar vijf minuten wandelen weg) en dan konden we elke morgen eerst kijken of er gewerkt werd op het goeie of op het slechte veld.
Eventjes uitleggen wat het verschil is: het goeie veld is het hoge veld, waar de grote aarbeien groeien (veel licht en niet teveel water) en het slechte veld is dus het lage veld (waar dus ook wel veel licht komt, maar nog veel meer water) en waar dus vooral kleine en veel rotte aarbeien waren, waar dus ook al niet voor betaald werd!
Enfin, dat was dus wel fijn om dat te kunnen voorzien en het werd zelfs nog beter. Want die avond was het de tweede avond dat het cafe langer openbleef om ook dinner te serveren, met een uitgebreid menu. En daar wwoofers dus gevoed worden door hun gastheren en -vrouwen, mochten wij dus aanschuiven voor een van de menu's. Te beginnen dus met lookbrood, gevolgd door een heerlijke Rainbow Trout (er heeft mij iemand uitgelegd wat het verschil was tussen gewone en Rainbow Trout, maar ik ben het vergeten...) en als dessert dus organisch ijs!! Wat een verschil met de pasta, noodles en cake uit het hostel! En nog meer verrassingen: de RVL (Red Velvet Lounge) gaat dit jaar voor het eerst naar het Falls Festival, een van de grootste festivals op Tasmania (11000 tickets per dag voor 4 dagen op 30 minuten uitverkocht, dat zegt wel wat) en Jan en Emmanuelle wouden daar naartoe gaan, maar konden dus geen ticket krijgen. En nu mochten ze mee naar dat festival, gratis (enfin, als ze wat hielpen verkopen)! Voor mij maakte dat niet veel uit, omdat het festival op 28 december begon en ik daar dus niet meer zou zijn.

Soit, ik begon er wat spijt van te krijgen dat ik mijn ticket al geboekt had, want we hadden daar echt wel veel plezier! En veel leuke mensen uit het 'storp' (zoiets tussen een stad en een dorp) ontmoet. Er was er ene die een bedrijf had in South Australia en die daar behoorlijk rijk mee geworden was (dat bedrijf handelde in water, iets waar je in Oz wel rijk mee kan worden denk ik) en die een stuk land van 40 acres (1 acre = 0.4047 hectare oftewel 4047 vierkante meter, dus nogal veel vierkante meters) bezat, met een hoop bush erop en ook aan de kust grenzend! Enfin, grond kopen op Tasmania is nu wel niet echt duur; er was een vrouw daar die 32 acres had gekocht voor 90000 AUD, met twee caravans op (inbegrepen in de prijs)!
Nog een leuke anecdote: wat verder in het storp werd een nieuw restaurant geopend, met de voormalige chef van de RVL. Dus David en Juniper trommelden al hun kennissen en vrienden en zo op om daar eens goed hun maag te gaan vullen en wij mochten ook mee! Dus wij daar ook flink gegeten (enfin, dat waren dan wel vooral toastjes met vanalles op en zo, typisch receptie-voedsel maar wel lekker) en flink gedronken (heb zelfs ne speciale uitleg gekregen van iemand die zelf appelcider maakte, hoe dat te doen en zo, maar ik denk dat we op dat moment beide al teveel gedronken hadden om nog treffelijk te kunnen volgen) Heerlijke Tasmaanse wijn hebben ze daar! Wel niet goedkoop (dat hebben ze mij toch gezegd) maar het was toch op de kosten van dat ander restaurant. Dat schijnt wel nogal typisch Australisch te zijn: als er gefeest wordt, wordt er nogal veel gedronken (feitelijk wordt er altijd veel gedronken door Aussies) De dag nadien dus niet gaan aarbei plukken, logischerwijs :)

De volgende dagen waren dan gevuld met het huis wat opknappen, de tuin wat ont-wilderen, en afwassen en voedsel klaarmaken in het cafe. Voedsel klaarmaken = sushi! dat was een eenmalige gebeurtenis, omdat er juist een Japanse ook was toegekomen, Ai (dat was haar naam), die dus sushi kon maken en ik mocht helpen!

De laatste dag dat ik daar dan was, de 20ste, zijn David, Jan, Emmanuelle en ik dan de omgeving wat gaan verkennen (da's feitelijk ook een onderdeel van het wwoof-principe) en eventjes snel in en uit de Tasmaanse ijszee gesprongen. Het was juist een warme dag geweest, dus eigenlijk deed dat wel eens deugd, alhoewel het water maximaal 2 graden of zoiets maar kon geweest zijn (rechtstreekse instroom van de Zuidpool, weetjewel) 's Avonds heeft Sarah, die in de RVL werkt, mij dan aan de luchthaven in Hobart afgezet (de hele rit een zeer triestig verhaal gehoord over haar ex, die er met al het gerief vandoor was enzo, en die haar niet het deel wou geven waar ze recht op had, feitelijk wel nogal grappig...) wat wel vriendelijk was van haar. En dan dus terug naar Sydney gevlogen!
gepost door Cafebaas Simon om 0700000007 op 23/01/2006 - reageer


Terug naar de beschaving!?

Nu moet je dus dat verhaaltje lezen van Kerst en Nieuwjaar in Sydney... (een vrolijk kerstfeest en een gelukkig nieuwjaar)
gepost door Simon om 0700000009 op 23/01/2006 - reageer


24/01/2006


Mr DUDE, I presume?

Dus als je dat verhaaltje van Kerst en Nieuw gelezen hebt, nu verderlezen...

Er zaten daar in Sydney ook nog twee Zweden die op 3 januari wouden vertrekken, en die hun auto wouden verkopen. Ik begon zo wat geinteresseerd te geraken en na een grondige mechanische check-up (enfin, voor zover ik iets weet van autos controleren) besloot ik het geval te kopen en dat ding prompt aan te spreken met DUDE, oftewel de Down Under Discovery Express. Een goeie oldtimer, een Toyota Corona stationwagon uit 1983 (er kan niets anders dan goeds uit dat jaar komen niewaar), met een redelijk zuinige 2-liter 4-cilinder motor. Die auto van die Alex uit Taz was ook een Toyota uit 1985 en die dingen blijven gewoon rijden, dat heb ik zelf ondervonden en dat hebben veel mensen mij ook vertelt.

Soit, de papierberg kon beginnen - dat was naar goeie Australische gewoonte dus behoorlijk ingewikkeld. Alhoewel elk onnozel banaal ding dat je moest invullen uitgelegd werd (zo van Name: daar moet je dus je naam invullen die op je paswoord staat, in drukletters, met een pen en in Latijns schrift, zo van die dingen) maar op het einde was er iets wreed ingewikkeld met die transfer-fee: blijkbaar moet je hier betalen als je een auto verkoopt (enfin, daar kan ik nog inkomen) maar ze zeiden er dus niet bij hoe je dat moest betalen...
En naar even goeie Australische gewoonte zijn alle officiele instanties op public holidays van 23 tot 7 januari (ik weet ook niet waarom zo lang) maar ik heb die papierwinkel dus maar gewoon opgestuurd naar het adres in Victoria waarheen die papieren moesten gestuurd worden. Als het hun niet aanstaat, moeten ze het maar terugsturen...
gepost door Chauffeurke Simon om 0200000006 op 24/01/2006 - reageer


Alle vooruit, we zijn toch al in Miranda geraakt - 4 en 5 januari

Op januari zijn Leanne (Engeland) en Elke (Duitsland) en ik dan vertrokken richting Melbourne. Doel voor die dag was Miranda, een suburb van Sydney, 40 km uit de stad. Waarom? Ten eerste om de wagen eens goed te testen zonder er honderden kilometers mee te rijden en in the middle of nowhere stil te vallen, en ten tweede omdat ons in Miranda een goeie diner wachtte. Voor wie het niet meer weet, verwijs ik even naar een van de eerste posts, die over het relaas van de reis naar Sydney. Dan zaten er dus twee Sydneysiders naast mij, Toni en Michelle, en ik heb Toni eens terug in Sydney dus een email gestuurd en die nodigde mij prompt uit om eens te dineren. Dat was dus dik in orde voor mij (tiens!) en dus reden we maar naar Miranda, maar omdat we al wat vroeger waren, zijn we eerst nog naar Kurnell gegaan, da's de plaats waar James Cook eerst voet aan wal zette in Australie (en in een moeite dan ook maar al enkele aboriginals omver geschoten heeft, zie verder) en dat nu dus zo'n klein nationaal parkje is, volledig omgeven door industriezone. Het uitzicht is dus niet echt lyrisch te noemen, tenzij je rokende schoorstenen boven een baai met enkele opstijgende vliegtuigen romantisch vindt.

Dat verhaal over de landing...
Blijkbaar wouden de aboriginals die daar leefden niet dat James Cook op die plaats (of ergens anders) aan land kwam, en die maakten daar dus nogal veel lawaai en tamtam. Cook vond er dus niet beter op dan een schot af te vuren boven de hoofden van de aboriginals, die daar niet echt van onder de indruk waren. Nu werd Cook wat ongeduldig en besloot recht op een van de aboriginals te schieten. Nu was het dus in het jaar 1788 en scherpschutters waren nog niet uitgevonden, dus werd een van de aboriginals licht aan het been verwond. Die aboiginal was een beetje verwonderd, en liep weg om twee seconden later terug te komen met een houten schild en meer tamtam te maken. Cook was nu helemaal over zijn toeren en besloot dan maar aan wal te gaan met een overmacht van drie tegen een... Het resultaat zal wel duidelijk zijn zeker?!

Soit, 's avonds dan zeer goed ontvangen in Dolans Bay, da's vlak bij Miranda, in een huis met een ongeloofelijk mooi zicht over Botany Bay. Enkele huizen in de omgeving waren echt miljoenen waard (en dat is zeer duur voor een huis in Oz) dus de omgeving was echt de moeite waard. En nog een geluk dat het er nog was, was de bosbranden van 2003 waren zeer dichtbij gekomen! We werden dus zeer gastvrij ontvangen en babbelden wat en dronken wat en hadden dan een echte Aussie barbeque! Heerlijk gewoonweg! Na twee weken noodles en pasta in Sydney (enfin, ook veel fruit, want meestal was het gewoonweg te warm of zelfs maar noodles te eten) eindelijk nog eens ne goeien biefstuk (en kip en worst en patatjes en een heerlijke sla) die ongeloofelijk goed smaakte! We hadden op de baan (ergens, kweet niet waar want we waren verloren gereden...) nog wat wijn gekocht, dus de sfeer zat er zeer goed in! Dat was echt zeer plezant en natuurlijk wouden we er al direct blijven in plaats van verder te trekken. 's Avonds mochten we dan ook blijven slapen in dat huis, want ons wel zeer goed uitkwam natuurlijk! Nu had Michelle een kat, Kitty, en dat rotbeest had er niets beter op gevonden om in het midden van nacht van de kast waar ze op zat te springen en vlak naast mijn gezicht te landen, waardoor ik natuurlijk een halve meter ophoog wipte van 't verschieten! En dan zat dat ondier mij zowat stom aan te kijken, dus wou ik de kat wegduwen, maar dat vond madam maar niets en dan beet ze nog in mijn vingers ook! De maat was vol, dus wikkelde in mijn hand in mijn laken en mepte die kat van mijn bed! Om dan weer in slaap te vallen en een halve minuut later met een glimlach weer wakker te worden omdat ik Elke omhoog hoorde veren omdat daar hetzelfde gebeurd was met die kat!
gepost door DUDE en passagiers om 2300000058 op 24/01/2006 - 6 reacties


06/02/2006


Jervis Bay - 5 en 6 januari

Na de prachtige barbeque zetten we dan koers richting zuiden, met bestemming Jervis Bay. Je moet daar maar eens een foto van op internet opzoeken, da's echt een heel mooi plaatsje en er zouden dolfijnen rondhangen in de baai. Enfin, dat wil zeggen, als de zon schijnt... En dat was nu niet echt het geval: het was nog maar eens aan het regenen! Dat zag er daar dus zeer triestig uit, en we konden zelfs geen dolfijnen zien, alhoewel dat niet echt als een verrassing kwam. Soit, we waren daar dus in Gallalla Bay, wat een plaatsje is aan de rand van de Jervis baai, en waar dus niets te doen was, maar het was al behoorlijk laat, dus besloten we maar in de auto te slapen. In tegenstelling tot wat vele mensen denken was dat niet totaal oncomfortabel, behalve als je dan in het midden van de nacht gewekt wordt door een bende zatte feestvierders! Die kwamen daar met veel lawaai rondhangen en ons wakkermaken en vervelend doen, alhoewel ik er maar met een half wakker oor naar geluisterd heb...
gepost door Simon om 0600000023 op 06/02/2006 - 3 reacties


10/02/2006


Canberra - Hoofdstad van Australie - 6 en 7 januari

Na de fantastische nacht in Jervis Bay, was het volgende doel Canberra, de kunstmatige hoofdstad van Australie. De rit daarheen was prachtig, doorheen de Kangaroo Valley (alhoewel geen kangeroos gezien) naar Nowra, Moss Vale en Goulburn, alwaar we even een lookout bezochten en dan ook even de auto moesten repareren, want een van de buisjes waardoor het koelwater gaat had een gaatje en ik had geen koelwater meer. Dat werd dus snel gerepareerd en dan trokken we dus verder, recht Canberra in. Daar begon het nog maar eens te regenen... Dus bezochten we het War Memorial, een immens en gratis eerbetoon aan de Australische oorlogsslachtoffers, met vrij veel aandacht voor Gallipoli, een absolute ramp voor de Australiers in WW II. Het was echt immens en dat was het dan voor die dag...

Slapen deden we in de auto, want Sommenats was gaande in Canberra. Dat was een samenscholing van allerhande getunede wagens en dergelijke. Daar kwamen nogal veel mensen op af, dus alle hotels en hostels en dergelijke vol!
In ieder geval hebben we een pracht van een plaats gevonden, voor Aspen Island, met zicht op het parlement van Australie en heel rustig eigenlijk.

Verder is Canberra een vreselijke stad om in rond te rijden als je twee slechte co-drivers hebt. 'Welke straat moeten we hebben?' vroeg ik, doelende op derde of vierde of zoiets. Neen, wat krijg ik: London Circuit. Waar in 's hemelsnaam is dat?! Anyway, het probleem is eens je een straat mist, dat je dan een hele eind moet doorrijden en dat een U-turn (180 graden draaien) moet doen, want nogal een verlies van tijd en naft en dergelijke is. Maar wel een redelijk mooie stad toch. Een plaats waar je heel lang blijft of juist heel kort, want echt veel gaande is er niet, alhoewel inwoners van Canberra me zeiden dat er toch wel wat gaande is eens je er een tijdje verblijft.
gepost door Simon om 0700000032 op 10/02/2006 - 3 reacties


Canberra tot Batehaven - 7 en 8 januari

Vandaag werd uitgeroepen tot cultuur-in-Australie-dag. Eerst gingen we naar het Parliament House, het nieuwe. Er is ook een oud, waar enkel nog documenten worden opgeslagen. In dat nieuwe parlementsgebouw hebben we dan een gratis (alles in Canberra - enfin, de musea toch - is gratis) geleide tocht gedaan. Mooi en interessant: 22 km gang, 2600 klokken, 1500 mensen actief op een niet-zittingsdag (4500 op een zittingsdag!) en er is zelfs Belgische steen verwerkt in het gebouw!
Na het Parliament House zijn we dan naar het Australian Museum geweest. Dat is nu zeer immens en chaotisch maar tegelijktertijd ook interessant. Eigenlijk is dat museum een grote verzameling van Australische artefacten, waaronder enkele onderdelen van de ambassade die een tijd geleden opgeblazen werd en allerhande dingen die in de pionierstijd gebruikt werden enzo. En zoveel mogelijk door elkaar gegooid, dus van enige orde is geen sprake. Daar hebben we eigenlijk nog lang in rondgelopen, en daarna zijn we dan naar Batemans Bay gereden, dat aan de kust is.

Onderweg de prachtigste landschappen gezien, echt wel zoals in McLeod's (geel gras, heuvels, boompjes, boerderijen,...) en zoals je ook ziet op postkaartjes en zo. Vlak voor Braidwood even een korte pit-stop gemaakt (toilet) en daar bijna gaan zwemmen in de rivier, want echt mooi (er waren ook andere mensen aan het zwemmen, daarmee) Maar het was reeds laat aan het worden, dus besloten we verder te trekken tot in Batemans Bay. We zijn dan ook Lake George gepasseerd, wat een gigantisch meer is... zonder water! Het is volledig droog, geen spat water! Wat overblijft is bijna een woestijn: plat, droog en warm. Dan kwamen we aan in Batemans Bay, wat niet echt mooi is, dus reden we door naar Batehaven, wat wat verder op de kust is. Daar hebben we ons opzij gezet, heb ik de tent (zie verder) opgezet en hebben we een behoorlijk comfortabele nacht gehad.

Tent-verhaal (een kort): in Sydney verbleef ik hetzelfde hostel met een Duitser (de kans daarop is nogal groot, zeer veel Duitsers in Australie) die naar Nieuw-Zeeland vertrok en blijkbaar van zijn tent af wou. Dus ik (ik had mijn auto dan al) die tent dan maar overgenomen, dan kan misschien nog van pas komen... En inderdaad, dat kwam dus van pas!

Batehaven verder is een pictoresk plaatsje, waar niet teveel is (alles is in Batemans Bay) maar dus wel leuk. In de morgen zijn we dan naar 'den Aldi' gegaan (jaja, da's hier ook goedkoop!) en heb ik ook nog een camping-stoof gekocht, zo eentje op gas, waar je nog vrij degelijk op kan koken. Niet dat we dat direct nodig zouden hebben, maar het was juist afgeprijst, dus dat kwam goed uit.
gepost door Simon om 2200000037 op 10/02/2006 - reageer


Batehaven naar Candelo - 8 januari

De rit langs de kust was zeer mooi: prachtig weertje, ongelooflijk mooi blauw water, in het bijzonder in Narooma: kleine zandbanken waarop zeer dure motorboten aanmeerden en zich amuseerden, precies het paradijs!
Daar kwamen we ook op het idee te gaan wwoofen (zie ook Tasmanie) We keken dus even in het adressenboek dat je krijgt als je je lid maakt en we vonden een adres in Candelo, niet ver van Bega, verder zuidelijk langs de kust. We belden dus dat nummer en we hadden direct prijs: we waren alle drie welkom! Met een bijzonder goed humeur hebben we an de kust naar beneden gevolgd, tot in Bega, waar we de weg naar Candelo niet konden vinden, en waar bijna niemand op straat liep, maar we geraakten dan toch in dat kleine plaatsje zonder vernoemenswaardige problemen.

In Candelo waren we op zoek naar Mirrabook, wat het Southern Cross (dat sterrenbeeld op de Australische vlag) is voor de Aboriginals. We waren niet effectief op zoek naar dat sterrenbeeld natuurlijk, maar dat was de naam van de boerderij waar we naar op zoek waren. We waren succesvol in de zoektocht (wat niet zo moeilijk is in een dorp met drie straten...) en we werden hartelijk verwelkomd door Jenny en Tony, de eigenaars. Het was reeds in de late namiddag, dus installeerden we onszelf en hadden daarna een gezellige barbeque! Daarbij aten we bijzonder lekker vlees en zelfs de salade smaakte lekker en werden we half opgeboeft door de muggen, die eigenlijk niet uitgenodigd waren, maar toch maar afgekomen waren, die feestvierders!
Soit, het was zeer plezant, temeer omdat Jenny en Tony twee jaar geleden naar Belgie gekomen waren! Blijkbaar was Jenny jaren geleden al naar Belgie gekomen en hadden ze daar vrienden gemaakt, die geregeld eens afkwamen, en dus gingen Jenny en Tony nog eens terug naar Belgie. Het was dus bijzonder gezellig!
gepost door Simon om 2200000055 op 10/02/2006 - 4 reacties


15/02/2006


WWOOFen in hete temperaturen

De volgende dag begon het echte werk dan: onkruid wieden. Nu is dat op zich al een zeer vervelend werkje, maar met een duizendtal vliegen en 35 graden wordt dat nog wel heel wat lastiger. Enfin, dat duurde niet te lang, want het werd dan toch veel te warm, en na een welverdiende teug water nog wat rondgewerkt, zoals wat potten verzetten, en de eenden en de kippen hun hok uitkuisen, allemaal in de schaduw, dus dat werk viel heel goed mee.
In de namiddag was het dan helemaal te warm, en besloten we maar naar het lokale zwembad te gaan. En met lokaal bedoel ik heel lokaal: exact 55 stappen in oostelijke richting, nog steeds op het eigen domein, had de familie Garden een klein 'waterhole' (wat dus exact is wat het is: een gat in de grond met water in) Het waterhole was ongeveer een 30 meer lang en 20 meter breed, en behoorlijk diep (tot 12 meter!) en volledig gevuld met water op een heerlijk aangename temperatuur. Daar dus flink in geplonst, want afkoeling was dringend welkom. Mirrabook had ook twee honden, nogal geschifte dieren. De ene zag dat water en sprong daar onder jolig geblaf recht in, de andere begon als een gek toerkes te koersen rond het waterhole! Hoe dat beest niet doodviel in die warmte begrijp ik niet! In ieder geval waren het dus extreem actieve beesten die echter uitermate goed afgericht waren ook. Als je hen zei te zitten, deden die dat effectief en bleven ze ook zitten (enfin, net zoals alle honden, vergaten die dat ook nogal snel weer)

De dag nadien ging het werk alweer voort: afwateringsgleuven graven, onkruid wieden, stenen verslepen... en barbeques afkuisen! Wat het komende weekend was het Jenny's 50ste verjaardag, en dan is er feest, en dan is er dus barbeque. In de namiddag zijn we naar de lokale community farm gegaan. Da's een boerderij waar een hele nest locals samenwerkt aan wat er te doen is daar. Er was op die farm (wat in Oz wel meer betekent dan alleen boerderij) ook een animal sanctuary, waar gewonde of achtergelaten wild (wallabies, kangeroos, possums en dergelijke) worden opgevangen en verzorgd. Dat allemaal in een omgeving die zoveel mogelijk de echte leefwereld van die dieren representeert, omdat het dus niet de bedoeling is die beesten afhankelijk te maken van de mens (pavlov-syndroom, you know) Soit, we gingen daar dus naartoe en die dag bracht iedereen iets mee om te eten, zoals een dessert, iets voor de lunch, wat (zelfgebakken) brood en dergelijke. T was dus alweer zeer gezellig en na de lunch zijn we dan maar weer gaan zewmmen, in een lokaal riviertje. Soms lijkt het wel of half Australie onder water staat, zeker als je in Europa alleen maar bosbranden en droogtes uit Oz te zien krijgt.

De laatste dag dat we op Mirrabook verbleven, hebben we daar een boom geplant. Dat was in het kader van het wildlife rehabilitation and reforestation program, wat er dus op neerkomt dat vrijwilligers op hun gebied inheemse bomen en struiken gaan planten om de dieren te stimuleren en terug het gebied te bevolken. In dit geval was het doel de koala's terug te krijgen, die een tiental jaar terug om min of meer onbekende reden daar verdwenen waren. In ieder geval, wij dus met veel enthousiasme gaten graven, water erin gieten en dan doorhebben dat we de bomen aan het huis vergeten waren. Dat snel rechtgezet en nu maar hopen dat die boompjes dat daar gaan overleven.

Tony is ook nog lid van de lokale vrijwilligersbrandweer. Het was bijzonder warm die dag, en op een moment komt er zo'n warme bries opzetten en nog geen twee minuten later telefoon en weg was Tony, de bushfire gaan bestrijden. Wij daar achter, sensatiebelust als altijd, camera in de aanslag, fles water in de auto (ga nooit ergens heen zonder een fles water in de hand - Australisch gezegde) en dan die bushfire maar zoeken. Da's nu niet echt moeilijk, zo'n vuur maakt nogal wat rook. Maar je wil ook niet te dichtbij komen, want bushfires zijn zo gevaarlijk omdat ze zich zo razendsnel verplaatsen!
Het bleek om een brandend grasveld te gaan. Een boer had het in zijn hoofd gehaald om op het warmste moment van de dag zijn gras te gaan maaien, en die had natuurlijk een steen geraakt. Gevolg: een kleine vonk en binnen de kortste keren stond de hele boel in lichterlaaie! Alhoewel het vuur zeer snel onder controle was, was de ravage toch aanzienlijk: zelfs van waar wij stonden (een hele eind ervan feitelijk) kon je zo een grote zwarte vlek zien! Gelukkig had het vuur de bomen niet bereikt, want dat zijn de echte lucifers: de zaden van die bomen worden voornamelijk verspreid via vuur, en hebben die warmte ook nodig om te kiemen. Dus die dingen zijn erop gebouwd om in brand te vliegen! En die branden heel erg lang, da's niet zo snel geblust, maar gelukkig bereikte het vuur de bomen niet.
gepost door Simon om 0300000013 op 15/02/2006 - reageer


Thredbo en de top van Australie! - 11 en 12 januari

Na Candelo zetten we koers naar een iets koelere omgeving: de Snowy Mountains! Doel daar was het hoogste punt van Australie, oftwel Mt Kosciuszko (uitgesproken als Kossajosko, aussie way) Traditiegetrouw begon het nog maar eens te regenen (elke keer ik vertrek uit een plaats begint het te regenen, het gebeurde in Sydney, Blue Mountains, Tassie, en nu ook weer) maar dat kon de pret niet drukken! Alhoewel de fun wel wat over was, eens we in Thredbo aankwamen, want de bergen waren volledig in regenwolken gehuld! Van een wandeling naar de top van de berg kwam dus niets in huis. Maar de volgende dag beloofde beter weer. We settleden dus maar voor die dag in een gezellige ski lodge die voor de gelegenheid ook open was.

En inderdaad, de volgende dag, stralend blauwe lucht. Dus wij met de rugzak met de lift naar boven (die wandeling duurt anders minstens 4 uur!) en van daar dan nog een 3 tal uur gewandeld over een zeer kaal landschap dat echter wel zeer mooi was! Alweer een ander beeld van Australie! Zoals de intro-pagina van de site al zegt, is Australie een behoorlijk plat land, en inderdaad, die berg is feitelijk een enorme heuvel, wat wil zeggen dat de top niet echt een top is, maar bijna een plateau! Wel een van 2000 meter hoog dan wel te verstaan... Maar zoals gezegd: zeer mooi alhoewel kaal, op wat mosachtige planten na, een sneeuw! Jaja, er lag nog wat sneeuw op de berg ook. Enfin, het was feitelijk gletsjer-achtig ijs, maar toch.

Na flink uitgewaaid te zijn op de top, zijn we dan teruggewandeld, afgedaald met de lift, hebben we nog een douchke genomen en hebben we dan koers gezet naar de volgende staat, Victoria.
gepost door Berggeit Simon om 0300000048 op 15/02/2006 - reageer


Dwars doorheen Victoria - 12 tot 13 januari

De weg van Thredbo naar Victoria voert dus doorheen de Snowy Mountains. Wat dus wil zeggen: gebergte! Wat wel heikel rijden is met momenten, want soms zijn die bochten wel wat scherper dan ze leken en is de weg wat steiler dan je denkt. Maar geen ongelukken gebeurt en zelfs zuinig kunnen rijden, want in het afdalen verbruik je niet veel!

En dan kwamen we Victoria binnen: ongeloofelijk prachtige landschappen! Rollende heuvels, geel gras, boerderijen (je weet het ondertussen al: ik heb er maar een term voor: McLeod's Daughters landschappen!) Maar nu echt zwaar gelijkaardig! Ik betrapte mezelf erop dat ik er met een brede smile op mijn gezicht naar stond te kijken, denkende dat dat inderdaad de reden was dat in naar Australie gekomen was. En dat het inderdaad waard was, het met de auto af te leggen!
In ieder geval, die avond moesten we nog een slaapplaats vinden. Dat werd uiteindelijk Huon, aan Lake Hume, niet te ver van de grens NSW-VIC. Het zicht was zeer indrukwekkend, je moet het maar eens proberen inbeelden. Vlak voor je heb je diepblauw water, op de horizon lichtrode heuvels (in het laatste zonlicht) en daarboven een helder blauwe hemel, met in het midden de prachtigste volle maan ooit! Voeg daar dan nog een fantastische sterrenhemel bij en een leuke kampplaats en je weet ongeveer hoe ik me op dat moment voelde.

De volgende morgen snel opgestaan, en maar goed ook, want enkele minuten later komt er zo'n wildlife ranger zeggen dat er niet mag gekampeerd worden op die plaats omdat dat meer ecologisch bewaard moet worden. Er viel geen kwaad woord, maar ze maande me toch aan mijn tent zo snel mogelijk op te ruimen. En het schijnt dus dat wildkamperen in Victoria verboden is, alhoewel niet iedereen mij dat kan bevestigen. In ieder geval dus mijn tent dan maar weggeborgen, en na het ontbijt helemaal doorgereden tot in Melbourne, wat nog 300 km verder lag, aan de andere kant van de staat.
gepost door Simon om 0400000007 op 15/02/2006 - reageer


Melbourne, de stad, het tennis, de parkeerboetes - 13 tot 17 januari

De dag dat we in Melbourne aankwamen zal ik niet snel vergeten. Aangezien ik de stad niet ken (logisch) en mijn co-drivers absoluut niets waard waren (zie vroeger) was het dus behoorlijk stresserend rijden in de stad. Maar we geraakten dan toch veilig en wel aan het hostel dat we nogal random hadden uitgepikt: hotel bakpak Melbourne, kortweg HBM. De auto voor de deur geparkeerd, en naar binnen om in te checken. Net zoals overal in Melbourne, een lange rij wachtende mensen (Australian Open begon op de 15de) dus na 15 minuten waren we dan eindelijk ingecheckt. We gingen dan terug om de auto uit te laden, en wat zie ik daar onder de voorruit steken: een verdacht wit papiertje! Ja lap, vijf minuten in Melbourne en ik had al een parkeerboete aan mijn been! Maar geen nood: ik zag op die parkeermeter (die ik eerst zelfs niet opgemerkt had) staan Out Of Order. Ik probeerde dan maar eens een dollar in dat ding te stoppen en inderdaad, dat ging niet. Ik heb toch maar de auto verplaatst de volgende dag. En maandag mag ik gaan reclameren op het stadhuis. Konden die pipo's van dat hostel nu niet zeggen dat het kantoor van de city rangers net om de hoek was en dat ze daar dus elke 20 minuten passeren?!
En Melbourne is niet direct de bezige stad die Sydney is: alles sluit zowat om 2200 - 2300, en we lagen met 14 op de kamer en door die verduivelde Australian Open waren de prijzen met 5 dollar per nacht (!) omhoog gegaan. Er hoeft dus niet gezegd te worden dat het verblijf een serieuze hap uit het budget (budget?) nam. De rest van de dag werd er dus geacclimatiseerd, want het was weeral eens warm in Australie.

De volgende dag was het zaterdag, en dan was het de laatste dag van de kwalificatie-rondes waar het publiek vrij toegang toe had (wie wil er nu ook geld betalen om naar onbekende tennissers te gaan kijken?) Daar dus naartoe gewandeld, want het ligt echt wel allemaal dichtbij. Het tennis op zicht was niet echt bijster interessant (waarschijnlijk heb ik alle niet-interessante matchen gezien, want ik vond het niveau nogal laag liggen) maar er was daar zo'n hoek waar allemaal cameramannen stonden, dus daar moest wel iets te doen zijn. En inderdaad, het bleek de hoek te zijn waar de vedetten geinterviewd werden, twee dagen voor de start van het tornooi. Zo heb ik Lindsay Davenport, Tim Henman, Mary Pierce en zelfs Amelie Mauresmo gezien! Geen Belgische spelers/speelsters, maar wel de VRT-cameraploeg. Na die interviews slenterde ik zo wat rond op dat complex, en besloot ik eens rond te neuzen in de Rod Laver Arena. Normaal mocht je daar niet binnen, maar ik had dat weer niet door, dus stond ik zowat rond te kijken, tot er zo'n security guard me op de schouder tikte en de weg naar buiten wees. Maar ik ben toch lekker binnen geweest (alhoewel zo'n lege arena ook niet echt spectaculair oogt) Tegen een uur of vier had ik zo wel wat gezien (blijkbaar ik om 6 uur Sharapova nog langsgeweest, moest ik dat toch weer missen zeker!) en ben ik langsgeweest in de bibliotheek, alwaar ik blijkbaar gratis kon internetten...
Verder heb ik nog vruchteloos gezocht naar een Woolworths (de grote goedkope supermarkt keten in Oz) Ik was dan ook nog de weg eens kwijtgeraakt en dus vroeg ik een Melburnian alwaar ik moest zijn, en toevallig
moest ik afslaan aan een Coles-winkel (Coles is de grote concurrent van Woolworths) Dus vroeg ik die kerel maar direct waar de lokale Woolie was, en die vertelde mij dan dat Woolie in Victoria Safeway is. Da's dus exact dezelfde winkel, alleen een andere naam. Dat moet iets te maken hebben met de Sydney-Melbourne rivaliteit, denk ik.

De volgende dag, zondag, was gereserveerd voor sightseeing. En dat heb ik dan ook gedaan, alhoewel alles dicht was (zondag) Ik vraag mij echt af wat bijna 4 miljoen mensen doen in een stad die sluit op zondag en na 2200 uur. Er zijn wel wat mooie dingen te zien in Melbourne, maar een echt boeiende stad vind ik het niet, vergeleken met Sydney, dat 24 uur per dag leeft. Waarschijnlijk waren mijn verwachtingen iets te hoog gespannen...

Maandag heb ik de auto dan maar verder buiten de stad gebracht, in een straat in een wijk waar voor de verandering eens geen restricties waren. Bijna in elke straat stond een bord met '2P' of iets dergelijks, wat betekent dat jer er maar 2 uur mag staan. Of je moest een ticketje betalen. Maar daar dus niet, wat mij wel zeer goed uitkwam.
Verder had ik ook nog een droomjob gevonden op internet: Autocad-tekenaar in een wijk 20 minuutjes met de tram (een zeer vervelend vervoersmiddel, ook in Melbourne, alhoewel het 'backpacker-style gratis' is) aan 30 dollar per uur, voor 2 maand. Dat kon gewoon niet beter zijn. Ik dus die kerel opgebeld, mijn CV opgestuurd (in het Engels natuurlijk) en nu maar wachten.

Dinsdag was tennis-dag: Clijsters speelde in de Vodafone-arena, de beide Rochus-broers speelden, Norman en Vliegen ook. Er is een ongelooflijke sfeer op de Australian Open, alhoewel er niet echt veel publiek opdaagde voor de eerste match van Olivier Rochus, die redelijk gemakkelijk gewonnen werd door Olivier. Daar wat zitten babbelen met Dewulf, die daar zo wat den toerist was aan het uithangen (werken voor een Belgsiche krant...) De match Clijsters tegen een Chinees (Japans) geval was maar standaard, maar wel veel sfeer en natuurlijk nog wat Belgen (Vlamingen) tegen gekomen. Met twee van die gasten dan naar een match gaan kijken tussen een Chileen en een Amerikaan, vlak voor de wedstrijd van Ferrero (voormalig nummer 1) Er was bijzonder veel sfeer tijdens de match van die Chileen, wat dat was nogal een spelmaker en er zaten een nest heel luidruchtige Chilenen in het publiek. Dus de rest van het publiek voor die Amerikaan supporteren! Da's was trouwens de underdag, want die Chileen (Gonzalez of zoiets) bleek nummer 7 (of 9) van de wereld te zijn, en die Amerikaan had zelfs geen nummer (en de nummers gingen tot in de 50...) op de lijst. Daar het niveau snel verwaterde, besloot het publiek wat sfeer te maken, met een vierdubbele Mexican Wave doorheen de Margeret Arena, waar de match plaatsvond. En die scheidsrechter maar om stilte vragen! En dan begon die Amerikaan ook van zijn tak te maken en begonnen die twee bijna te vechten! Die scheids zo snel hij kon van zijne stoel en zijn trapke op die twee uit elkaar te houden. En het publiek maar lachen!
Na de match van Ferrero (die zo lang niet duurde, echt wel een klasse-speler die Ferrero) nog snel de Rod Laver binnengeslopen en het einde van Philipoussis (Australisch tennisvedette) gezien, die jammer genoeg verloor tegen Chela (die wel beter was)

Dat was dus wel een interessant en zeer plezante dag, alhoewel het 's avonds heel erg koud werd (wind uit het zuiden = wind van de zuidpool!) Temeer omdat ik van een van die twee Belgen ook nog een telefoonnummer had gekregen voor werk.
gepost door Simon om 0500000000 op 15/02/2006 - reageer


Parkeerboete - the sequel

Aangaande die parkeerboete dus...

Maandag slofte ik dus naar het stadhuis (Town Hall) met mijn boete en bereidde ik me al voor om zeer gepikeerd te doen over die boete. Ik kom daar toe, vertel wat er gebeurde en dat die parkeermeter niet werkte en dat ik die boete dus niet wou betalen. Ik verwachtte daar een bureaucratische repliek (zoiets van 'daar moet je hier niet voor zijn' of iets in die trant) maar die kerel zegt doodleuk: Oke, we gaan die meter als kapot opgeven en we gaan dat even onderzoeken en dan hoor je binnen de maand of je die boete moet betalen. Alle vooruit, dat vond ik dat toch zeer sympathiek.

Twee weken later krijg ik een email van de stad Melbourne waarin ze zich excuseren voor het veroorzaakte ongemak en om te zeggen dat ik die boete dus niet moet betalen. Daar kwam ik heel goed weg!
gepost door parkeeragent Simon om 0500000007 op 15/02/2006 - reageer


Werken op de tentoonstelling - 18 tot 24 januari

Via een van die Belgen had ik dus dat telefoonnummer gekregen voor werk. Ik dat dus direct proberen. Het bleek om iemand te gaan die in het exhibition centre in melbourne een standje had en aangezien de tentoonstelling twee dagen later startte, iemand nodig had om de stand op te bouwen.
Maar jammer, ze had al iemand (enfin, 3 iemanden) Het beloofde dus niet echt een schitterende dag te worden...

Maar enkele uren later, zo rond 1100, krijg ik ineens telefoon van Monique (want zo heette die vrouw) met de vraag of ik zo snel mogelijk subito direct en onmiddellijk kan afkomen, want een van haar werkkrachten is niet afgekomen. Ik dus zo snel mogelijk subito direct en onmiddellijk in mijn werkkleren gesprongen, op de tram (de enige echte gratis tram van Mel) en twee haltes verder erweer af want lopen gaat veel sneller, en naar het Exhibition Centre. Daar zo'n verwarde (lees: twee debielekes) security guard tegen het lijf gelopen, die mij dan naar een andere guard stuurde en die mij dan weer van hot naar her stuurde, en dan dus naar de stand gegaan. Het bleek om het bedrijf Q International te gaan, uit Brisbane, dat in juweelerij (zo van die prullaria, niet echt de dure dingen, maar wel enkele mooie dingen) en sjakosjen (handtassen dus, ik kon op het woord niet komen) handelde. Enfin, het werk was simpel: glazen ondersteuners afkuisen en de stand opbouwen, dus alle die juwelen aan hangertjes hangen en de juwelen op van die bustes en dat allemaal aan de hand van fotos die op vorige tentoonstellingen gebruikt werden.
In elk geval, dat werk duurde nog wel eventjes! Het leek een redelijk kleine stand, maar ale die bustes uitpakken uit de plastiek en die juwelen daar treffelijk rondhangen, dat bleek dus nog wel eventjes te duren. Dat was dus wel goed, maar het mindere nieuws was dat ik de volgende dag geen werk meer had, want dat meisje dat normaal vandaag moest komen, kwam dus morgen wel en dat werk was al aan haar belooft. Verdorie!

Enkele uren later, als ik al terug in het hostel ben, ineens telefoon: Monique! Het meisje dat oorspronkelijk moest komen, heeft voedselvergiftiging. Hoe jammer toch! Dus de volgende dag was he werk weer geregeld! Dat was dus dik in orde! Het was dan donderdag, op vrijdag was er normaal geen werk.

Maar normaal, dat is mijn verblijf niet in Australie. Dus op vrijdag: weeral telefoon van Monique. Deze keer was het niet voor haar stand - die was immers al opgebouwd - maar wel voor een bevriende exhibitor. Die zt zonder werkvolk, dus ik alweer als de bliksem in mijn werkkleren en naar de andere kant van de stad. Daar moest ik alweer een stand opbouwen, deze keer voor Eurodesigns, en bedrijf dat handelde in rieten manden en dergelijke. Dat was weer niet echt zwaar werk en bovendien werkte ik samen met Benoit, de Vlaming die mij dat telefoonnummer had gegeven (waar ik hem nog steeds dankbaar voor ben)

En dan de apotheose: zaterdag was het de eerste dag van de exhibitie, en dan werd er dus verkocht. Het was een tentoonstelling van importeurs en groothandelaars en dergelijke, dus enkel voor handelaars van kleinere winkels. Het was dus niet de bedoeling dat iemand een halsketting kocht, maar wel bijvoorbeeld twintig om die dan in hun eigen winkel te verkopen. En wie mocht er daar mee verkopen? Ikke! De mensen die mij wat kennen weten dat dat mijn primeur is, maar er is voor alles een eerste keer. Dus ik in mijn beste kleren daar gaan staan, geinteresseerden wat uitleg geven over dat er zeven kleuren bestaan voor dat juweel, dat dat juweel van eigen makelij is, dat er een minimum bestelling is enzovoort, en dan proberen overhalen een order te plaatsen. En ondertussen ook nog uitkijken dat er niets gepikt wordt, of dat er concurrenten op de stand komen (wat niet mocht), of dat er iemand fotos neemt. En dat in een typisch warme omgeving (wie op een tentoonstelling geweest is, weet waar ik het over heb) Enfin, dat viel allemaal nog goed mee. Ik heb wel een paar stommiteiten begaan, maar dat was omdat ik sommige dingen niet wist. Zo moest alles wat onder de 6 AUD was, per dozijn gekocht worden, en dat werd mij natuurlijk maar na het eerste order verteld! Maar dat kon ik dus uberhaupt niet weten en die mensen waren dus ook niet boos. Maar het was dus wel een plezante dag!

De volgende twee dagen, zondag en maandag, was er dan echt geen werk, en heb ik wat rondgelopen in Melbourne, wat naar het park geweest, eten gekocht (wat ik zat bijna op zwart zaad), enfin, de normale dingen! Alhowel de namiddag voorbehouden was voor platte rust in een airco-zone, want het ging tegen de 40 graden! Maandag die kerel van die Autocad-job nog eens gebeld, en die vertelde mij doodleuk dat ik niet de persoon was die ze zochten. De eerste keer dat ik hem belde, daalde zijn aanvankelijk enthousiasme al onder het vriespunt toen ik hem vertelde dat ik met een Working Holiday Visa rondtrok (hij vroeg mij daar ook om) Zo'n echte backpacker-hater dus, want de job was toch maar voor twee maand! Dit volledig terzijde, alhoewel ik daar lang ambetant van gelopen heb.

Dinsdag dan was de laatste dag van de tentoonstelling en mocht ik helpen de stand weer af te breken. Al die juweelerij weer inpakken, dat duurde dus weeral nog evenm en we moesten de volledige stand afbreken - wat feitelijk wel snel ging.

Na het werk snel naar Federation Square om de match van Clijsters te gaan bekijken, en nog wat socialisen met andere Vlamingen. Da's wel iets tof, zo'n grote teevee waarop de match live te volgen is met al die Aussies daarbij, en de meeste zijn dan nog voor Clijsters ook! Da's ook nog zoiets grappig: als ze (=de skips of Australiers) je vragen wat je vind van het feit dat Clijsters en Hewitt niet meer samen zijn, en je dan nogal aarzelend bent omdat je niet tegen de schenen van de Australiers wil schoppen, dat zeggen die dat ze het niet erg vinden, want dat die Hewitt toch maar een slecht karakter is (ze gebruiken wel een iets minder vriendelijke bewoording, maar dat durf ik hier niet herhalen)
gepost door exhibition-bouwer Simon om 2100000053 op 15/02/2006 - reageer


17/02/2006


Australia Day - 25 tot 27 januari

Op een van die dagen dat ik samen met andere Belgen naar een Belgische match aan het kijken was op Federation Square, zat daar zo'n meisje dat mij precies herkende; en inderdaad, wij hadden elkaar al eens ontmoet, in Sydney! Het was 'die Gentse' uit een van de beginverhalen en blijkbaar werken onze respectievelijke moeders op hetzelfde werk! De wereld is toch klein!

De 26ste was het Australia Day. Groot feest in Melbourne, net zoals overal in Australie trouwens, en een zeer plezante sfeer! Het begon zo rond 1000 uur, met het hijsen van de vlag. Met zo'n hoop parade-soldaatjes en belangrijke politiekers en nog wat speeches daarbij, en dan uiteindelijk toch die vlag hijsen. Dat werd dan gevolg door een nationaliteiten-mars, dat was zo'n optocht van allerhande etnische groepen die in Mel leven, zoals Thai, Iraniers, jackeroos en jilleroos uit de Outback en dergelijke. Zoals gezegd, een zeer plezante sfeer dus. Die mars ging van Town Hall naar Alexandra Gardens, wat ongeveer 500 meter verder was... en daar waren allerhande dingen gaande, zoals whipcracking (da's zo met een zweep slaan tot die een luide knal geeft), kalligrafie, bommerang gooien, fossicking (goudzoeken) en zo meer! Dat dus allemaal eens uitgeprobeerd en me daar dus wel een tijdje mee zoet gehouden!

Nadat ik dat allemaal uitgeprobeerd had, wandelde ik toevallig over het Federation Square en daar was de match van Henin bezig. Dus weer gezellig bij de andere Belgen gaan zitten en Henin naar de overwinning geschreeuwd (het was tegen Sharapova, dus we moesten wel brullen om gehoord te worden boven Maria) Na de match Henin-Sharapova was het de beurt aan Clijsters, maar tot onze grote ergernis werd de match halverwege niet meer uitgezonden, en wel het nieuws! Wij dus van cafe naar cafe om een tv te vinden, maar nergens! Blijkbaar waren we trouwens te laat, want Clijsters had al opgegeven...

's Avonds was er dan een redelijk rommelig spectakel op Fed Square, en net als de laatste tonen van Waltzing Matilda (het onofficiele nationale volkslied van Australie) uitstierven, werd er van overal rond ons op de gebouwen een immens vuurwerk afgeschoten! Het vuurwerk in Sydney op nieuwjaar was immens, maar vlak onder een groot vuurwerk staan, geeft toch nog wel een andere kick! Dat duurde nog wel even en de finale was ongeloofelijk!!

Dat was de laatste avond in Melbourne, dus besloten de verzamelde Belgen er ene op te gaan drinken in het Belgian Beer Cafe, dat niet ver was van St Kilda, een randgemeente van Melbourne. Daar hebben we dan nog even genoten van een goeie Leffe en het prachtige weer en de toffe compagnie.
gepost door Simon om 0300000044 op 17/02/2006 - reageer


"I'm blue,..." in Strathbogie - 27 januari tot 11 februari

Elke (dat Duitse meisje waarmee ik van Sydney tot in Mel was gereisd) was op Australia Day een half geschifte Duitser tegengekomen, die haar het adres gaf van een blueberry farm in Strathbogie. Da's een plaats ergens in de heuvels van Victoria, zo'n 200 km boven Melbourne.

In ieder geval, ik vond toch dat ik al veel te snel doorheen dat land gesjeesd was, dus wij daar naar toe. Die Duitser had ons instructies gegeven om elkaar te ontmoeten in Euroa, een twintigtal km van Bogie - zoals iedereen dat daar noemt. Toen wij daar aankwamen, kregen we dan telefoon van die kerel: die moest nog uit Melbourne vertrekken! Wij vroegen dan maar om verdere instructies, en die waren om naar Violet Town te rijden en dan naar Bogie. Goed, wij dat dan maar gedaan en in Bogie de weg nog eens gaan vragen. Niet iedereen weet dat precies zijn, dus moesten we nog drie keer een domein oprijden om verdere instructies te gaan vragen, maar uiteindelijk geraakten we dan toch in de juiste 'straat' (dirtroad, dus steentjes en zand) en dan zagen we zo ineens iets over de weg springen. Dat ding bleef aan de kant van de weg zitten, dus wij uit de auto: dat bleek toch wel een koala te zijn zeker!! Iedereen die al in Oz geweest is, weet dat die beesten 23 van de 24 uur per dag high zijn van de eucalyptusbladeren, en dus redelijk passief, dus eentje in het wil zien rondhuppelen over de straat is wel redelijk exclusief. Dat beestje sprong dan wel in een boom als wij naderden, maar klom toch niet te hoog weg, nieuwsgierig diertje.

Enfin, eens we op Blueberry Haven - de naam van de blueberry farm - aankwamen, ontmoetten we Peter, de eigenaar. Wij mochten daar dus inderdaad werken en we moesten niets betalen voor de accomodatie (tent, alhoewel we wel de douche mochten gebruiken), maar eigenlijk had die Peter een beetje een groot drankprobleem en stond die daar met een vuurwapen in de hand! Dat was op zijn minst gezegd een beetje verontrustend, maar de andere kampbewoners verzekerden ons dat er nog nooit iets gebeurd was...
Het drankprobleem van Peter bestaat er dus in dat hij enkel drinkt, en veel te weinig eet, waardoor hij eigenlijk in staat van continu dronkenschap verkeert, maar hij is totaal niet aggressief, hij viel eigenlijk heel goed mee, had plezane verhalen te vertellen en had een gezellig huisje (slaapkamer-kantoor-grote veranda-met-vuurplaats)

De volgende morgen dan blueberries plukken: struiken groeien tot ongeveer anderhalve meter hoog en de bessen groeien van de grond tot de top, dus dat viel al veel beter mee dan aardbeien. Emmertjes vullen ging dus wel iets sneller en aangezien je niet voortdurend voorovergebogen stond, kon je ook nog eens een plezant gesprek voeren met mede-plukkers, alhoewel dat de snelheid van plukken wel naar beneden haalde...
De eerste dag dat ik moest plukken zal ik ook nooit vergeten: Ipod op mijn kop (ik had mijn lesje wel geleerd na de aardbeien) en op naar de blueberry-struiken. Op Shuffle zetten en wat knalt er in mijn oren als eerste hit? "I'm blue, dabediedabeda..." die 'monsterhit' van enkele jaren geleden van Eiffel65 (denk ik toch) Het was alsof er mij iemand ferm aan het uitlachen was, alhoewel het werk dus echt wel meeviel.

Het plukken was dus standaard bezigheid... Maar de omgeving was ongeloofelijk mooi en ik was zeer blij dat ik terug naar het noorden getrokken was om het land daar ook te zien. Strathbogie ligt ongeveer 600 meter hoog, in de Strathbogie Ranges, niet ver van Mount Wombat (dat je kan vinden op Google Earth!), dat een uitkijkpunt is voor bushfires. We hebben die post ook eens bezocht en een zeer interessante uitleg gekregen van Jeff, die daar dus uitkeek voor bushfires. Verder had Peter ook een zeer oude 4x4 - Claire - uit 1949 (maar met een motor uit 1960) waarmee we eens mochten rondcrossen in een lege wei (er stonden eerst schapen in, maar die waren als de bliksem in een andere weide), wat dus wel een plezante ervaring was!

Uitleg van Jeff: het kot waarin die man een hele dag zit is ongeveer vierkantig, met op de muren (met grote ruiten in - logisch) de geografische graden uitgetekend (dus breedte- en lengtegraden). In het midden van de cabine is een topografisch kaart van de omgeving geplaatst met waar de toren staat (op die kaart) een loodlijn. Als er nu een bushfire opgemerkt wordt, moet Jeff daar dus naar kijken en proberen een lijn te vormen tussen zichzelf, de loodlijn en het vuur. Dan kan hij de graden aflezen op de muur en weet hij ongeveer waar het vuur zich bevindt, alhoewel hij de afstand moet schatten. Zeker als je dat combineert met twee andere torens in de omgeving die hetzelfde doen. Interessant!

Een van de dagen had Peter een voorstel om naar Footscray Food & Vegie Market te gaan, in Melbourne. Da's een enorme hall in Footscray waar zeer veel groenten- en fruittelers met hun goederen komen om die te verkopen. Er zijn ook handelaars die er komen kopen. En met een van die handelaars konden wij (Peter en ik) mee. Dat gebeurt allemaal tussen 2400 en pakweg 0500 uur, dus dat was wel een lange dag voor mij, maar het was wel de moeite waard! Alhoewel het levensgevaarlijk was, als je niet goed uit je ogen keek! Vooreerst kon je verpletterd worden door een vrachtwagen met tot drie aanhangwagens. Als dat niet gebeurde, waren er nog talloze gewone trucks. Die waren nog vrij gemakkelijk te ontwijken, maar dan waren er de honderden vorklifters! Er hingen overal borden met een 10km/h limiet, maar niet een van die forklifts trok zich daar iets van aan! Er waren banen geschilderd op de grond voor die dingen, maar daar trokken ze zich ook niets van aan! Ik voelde mij zoals die kikker in dat computerspelletje waarbij je met die kikker een drukke straat moet oversteken zonder overreden te worden! Echt hectisch! En dan waren er nog scooters, golfkarretjes, fietsers en steps. Voetgangers waren daar echt de zwakke weggebruikers! Maar het was dus echt wel eens de moeite waard om te zien wat er nu allemaal met dat fruit en die groenten gebeurde. Een echte mannenwereld trouwens: niet een vrouw hebben we daar gezien! En grappig ook wel, al die mannen om 0400 in de ochtend, nuchter, zoals Peter terecht opmerkte. De gang van zaken was ook wel typerend: je gaat op zo'n handelaar af (we waren wel geen kopers, maar Peter wou eens nagaan hoeveel je op de markt krijgt voor de blueberries, zonder dat zijn agent dat wist), ferme handdruk, sigaret (neen dank u), koffie en dan over zaken babbelen. Ik heb daar dus wel een paar sloten koffie achterover geslagen, dus toen we terug op Blueverry Haven waren, was ik nog behoorlijk wakker...

Op het domein van Peter, dat vroeger een familiepark was geweest, was er dus ook een waterhole, wat zeer welkom was na het plukken. Het was feitelijk de perfecte plaats: plukken van 0700 tot 1200 (met blueberry-snacks van tijd tot tijd), dan iets lichts eten, en dan een heerlijke plons in het waterhole. Vervolgens wat laten afdrogen en dan aan het avondmaal beginnen denken. Het kon echt niet betere vakantie zijn! En je verdiende er nog geld mee ook!
Water moest je zelf halen, uit een bron, niet ver daarvandaan (op het domein) Heerlijk fris water en alles organisch (dus geen pesticiden of zo gebruikt) wat er dus op neerkwam dat je zoveel blueberries kon eten al je wou, zonder een opgezwollen mond te krijgen van de pesticiden! Terug in Belgie zal het wel wennen worden aan dat niet-organisch voedsel...

Wat ook wel grappig is: blueberries worden niet volledig verteerd door het lichaam, waardoor er zich wel een grappig fenomeen vertoont als je naar het toilet voor een nummer 2 gaat (ik hoop dat ik er geen tekeningetje moet bij maken...) Dat was in het begin wel wat alarmerend, want we hadden in Melbourne drie kookpannen voor 6 AUD gekocht, en de eerste keer dat we de gebruikten, gaven die zo'n groenachtige tint aan de olie die we gebruikten. Maar daar lag het dus helemaal niet aan!

Ik kon het mij toch niet laten, nog enkele data voor de geinteresseerden...
Per emmertje had je tussen de 1.7 en 2 kg blueberries, wat voor mij ongeveer een half uutje werk was om die te vullen (dat was dan wel zeer goed product, anderen haalden tot 4 a 5 emmertjes per uur, maar daar zat zeer veel rommel - zoals rotte en onrijpe blueberries - tussen, die werden dan toch niet betaald voor die emmers) zodat je ongeveer een 10 emmers per dag deed. De blueberries werden verpakt aan 150 gram, en dat was tussen de 95 en de 110 blueberries. Als je dan weet dat ik 10 dagen 10 emmertjes (van 2 kg paktisch volledig bruikbaar product) per dag gevuld heb, dan kan je zelf wel uitrekenen hoeveel bessen ik geplukt heb...
De emmertjes werden dan naar de 'shed' gebracht, waar ze uitgesorteerd en verpakt werden. Na enkele dagen mocht ik daar ook eens gaan werken, want Peter vond dat ik goed product plukte en wou mij daarvoor belonen (als je 'maar' 10 emmers vult, verdien je meer in de shed) en dan begon de echt plezante tijd: "Hela, gij daar, gij pikt teveel slechte bessen. Niet meer doen he, of we gaan emmers weerhouden!" Hehe...
Bovendien had Peter een groot vertrouwen in mij. Waarom weet ik niet, maar dat was wel plezant. Feitelijk was hij een beste kerel, alleen had hij dus een beetje een drankprobleem. Want er was zo'n Pakistaan (hij was Australier, maar zijn ouders waren uit Pakistan geemigreerd) en die had een nogal typisch minderwaardigheidsgevoel (hij vroeg bijvoorbeeld aan zijn ouders om een shirt met lange mouwen om zijn donkere huid te verbergen) en Peter probeerde hem daar wat vanaf te helpen.
En hij had een hekel aan de bekrompenheid van racisten, en hij vroeg altijd aan iedereen waar iedereen was als hij ging gaan schieten, zodat hij niemand per ongeluk omver knalde. Niet dat hij ooit iets raakte, want hij mikte op konijnen, maar als je die dubbel ziet, kan dat wel eens moeilijk zijn om raak te schieten...

Het was met spijt dat ik de plaats verliet, maar de kwaliteit van de bessen ging teveel achteruit (einde van het seizoen) en ik moet nog wel wat anders zien in Australie ook, dus op de 11 vertrok ik, doel: Woods Point, echt in the middle of nowhere.
gepost door Blueberry Simon om 0500000013 op 17/02/2006 - reageer


Off-road avonturen - 11 en 12 februari

Na Bogie verlaten te hebben, zette ik koers naar Mansfield. Ik had op de landkaart ook nog een plaatsje ontdekt, Germantown, waar ik dus ver van weg moest blijven! Enfin, Mansfield was nog wel een leuk plaatsje, maar ik wou die dag mijn doel bereiken: Woods Point. Dus nam ik de weg naar Jamieson, en vanaf dan was het gedaan met het asfalt, verder enkel nog echte dustroad! Daar de baan nogal op en neer ging, de heuvels in, want ik ging weer dichterbij het Snowy Mountains NP, was het ferm uitkijken want op dustroads ga je nogal snel slippen. Maar niets gebeurd (enfin, wel een paar keer geslipt - de Australische dustroads zijn een echte slipcursus op zichzelf) en dan reed ik Woods Point binnen. Da's zo'n plaatsje waar de gevluchte misdadigers zich zouden kunnen schuilhouden, en die foto a la wallpaper van Windows XP (die ik in mijn roadbook had gevonden) vond ik daar ook niet, dus maakte ik me maar snel uit de voeten daar. Ik had de keuze om richting westen te gaan, terug naar Melbourne, of naar het zuiden, naar Moe. Terug naar Melbourne, daar had ik geen zin in, en bovendien ligt de hemel in het zuiden: Walhalla! De weg naar de hemel is echter zwaar geplaveid met afleidingen, dus het was wel een heikele rit, eigenlijk enkel geschikt voor 4x4-wagens (wat ik dus duidelijk niet heb) Achteraf bleek dat die wallpaper-foto op de andere weg te vinden was, maar op die off-road heb ik toch lekker een soortement varaam gezien (ik denk toch dat het een varaan is, alhoewel dat ding in een boom kroop...) Maar ik heb de weg volledig getrotseerd (ik kon ook moeilijk anders, terugkeren stond gelijk met de hele weg in achteruit doen, want je kon niet echt keren op die weg) en trots reed ik doorheen het Baw Baw NP, Walhalla binnen. Dat is een oud mijnersstadje dat zo een beetje heel veel in verval is geraakt, en nu enkel nog toeristendorp is. Toen ik er toekwam, was er juist een 'festival' gaande: het hele dorp was ingepalmd met tenten en campervans! Overal waar je keek: tenten en barbequende Aussies! Vreed plezant! Ik heb daar dan ook mijn tentje maar opgezet en een beetje gebabbeld met andere Aussies, die echter ook niet wisten wat er gaande was, want zij kwamen daar elk weekend kamperen. Ik heb die dag en de volgende dag dan maar gebruikt om eens te kijken hoe de Noorse hemel er zo wat uitziet, heb jammer genoeg geen goud gevonden (alhoewel het er wel nog moet zijn), maar het was wel tof in de berglucht.

Het werd dan wel eens tijd om nog eens in een deftig bed te slapen, dus besloot ik nog eens een woofing-sessie te organiseren. Eventjes rondzoeken in het wwoof-boek, en daar viel mijn oog op een plaatsje in Berrys Creek. Die mensen eens opgebeld, en vanaf maandag mocht ik daar gaan beginnen.

Moest ik dus enkel nog zondag vullen. En dat deed ik door verder zuidelijk te trekken, naar Moe. Eerst heb ik nog eventjes afgeweken van mijn trajekt door naar Tanjil South te gaan en het Blue Rock Lake te bezoeken, wat dus een groot meer is, met een zeer mooie omgeving. Na in Moe nog enkele inkopen gedaan te hebben, zette ik koers naar een plaatsje met de interessante naam Venus Bay...
De rit daarheen is er een om nooit te vergeten: ruit open (goed weer), muziekje op, deze keer wel Windows XP Wallpaper landschappen, en zo snel rijden als ik zelf wou (enfin, da's dus traag, om goed naar het landschap te kunnen kijken he) want er was toch niemand anders op die baan.

Toen ik in Venus Bay aankwam, bleek dat enkel de naam interessant was, was het plaatsje was dat absoluut niet. Niet dat ik dat nu verwachtte, ik zocht gewoon een plek om te overnachten (tent...) niet te ver van Berrys Creek. Venus Bay is zoals de naam het al zegt een plaats aan de zee, en daarheb ik dus van zitten genieten van het strand en de zee. Het water was na de voet-test te koud bevonden om in te zwemmen (voet-test: voeten in het zeewater houden en dan nagaan of je ze nog kan voelen of niet, wat dus niet was in mijn geval) Daar eindigde zo ongeveer het goeie nieuws. Toen ik terugging naar de wagen om iets te eten, vond ik dat die nogal verdacht overhelde naar een kant. De oorzaak was eenvoudig: platte band! Blijkbaar ergens in een vijs gereden, dus dat ding plat! Zucht, dat ding dus vervangen (dat ging nu wel nog gemakkelijk, maar al dat gerief uit de auto want die reserveband wat daaronder!) en dan mijn handen maar gaan wassen in de zee... (wat echter niet echt succesvol was)
En dan wou ik daarna nog even in de duinen wandelen, met mijn sandalen aan natuurlijk, en daar stap ik toch bijna niet op een bruine slang zeker! En deze keer was het echt heel dichtbij! Nog een stap en ik had er zeker opgestaan, en aangezien ik korte broek en sandalen aanhad, had de uitkomst vast gestaan... Gelukkig stapte ik er net niet op, alhoewel dat beest mij de goesting volledig ontnam verder in de duinen te wandelen, zeker omdat dat ondier de duinen in was gevlucht. Daar was ik nu echt niet goed van, maar het was weer snel vergeten.

Er was 's avonds een redelijk matige zonsondergang te zien, die ik in een keiharde zuiderwind (koud...) helemaal heb uitgekeken. Nadat de zon ondergegaan was, ben ik dan wel mijn tent ingedoken en ben ik er niet meer uitgekomen voor 0700 de volgende morgen! En feitelijk was dat nog wel gezellig, zo die harde wind buiten de tent, maar niet te koud uit de wind, dus best aangenaam in de tent.
gepost door 4x4 Simon om 0600000024 op 17/02/2006 - 2 reacties


24/02/2006


Alpacas, Llamas en platte banden - 13 tot 17 februari

Maandagmorgen dus fris opgestaan, snel ontbeten want er stond nog steeds een krachtige en koude wind. Daarna dan mijn weg teruggezocht naar Leongatha, alwaar ik eerst toch mijn band wou vervangen. Dat heb ik dan maar gedaan, en die kerel was zo vriendelijk om de rest van de banden ook even snel te controleren, wat resulteerde in drie banden die vervangen werden! De platte, de nieuwe - want die was zo'n beetje nogal scheef - en de achterband, want daar was de bovenste laag zowat af! Soit, de kosten vielen heel goed mee, en nu weet ik tenminste dat ik met goeie banden rondrijd. Dan ben ik dus naar Berrys Creek gereden, dat 15 km ten noorden van Leongatha ligt, tussen Mirboo North en Leongatha. Daar was een organische boerderij, waar men alpaca's kweekte.
Alpaca's zijn bijzonder grappige beesten - vooral door de geluidjes die ze maken, en familie van de llama. Het koppel waar ik bij zou verblijven was al wat ouder, en hadden 10 hectare prachtige grond. Behoorlijk droog, maar een ongeloofelijk mooi uitzicht!
Alpaca's zijn redelijk schuw; ze vluchten altijd weg. alhoewel dat met de meeste beesten in Oz wel is, aangezien schapen dat hier ook doen (wat een verschil met Belgie, waar ze nogal dom staan kijken) Er is ook geen leider, de vrouwtjes beslissen of ze paren, maar er is geen dominant vrouwtje, dat trouwens Dam genoemd wordt (een mannetje wordt Sire genoemd) Het paren is trouwens iets zeer grappig: een Sire wordt geintroduceerd aan de Dam, en als ze wil paren, knielt ze neer. Wil ze niet paren, dan spuwt ze naar het mannetje! Waarbij dat mannetje dan een zeer verongelijkt gezicht kan trekken! Jaja, alpaca's kunnen echt gezichtsemoties tonen (alle, dat vind ik toch)
Dynasty Alpaca's - da's de naam van de boerderij - had ook enkele 'agisting' alpaca's - agisting wil zoveel zeggen als dat die beesten dus niet van hen zijn, maar wel op hun grond rondlopen. En die hadden een ziekte die staggers genoemd wordt: het dier dat dat heeft, staat dan zowat te trillen en te daveren (grappig, een van die dieren heette Albert) wat niet direct dodelijk is, maar door verminderde controle over de ledematen kan zo'n dier wel eens in een waterhole of zo sukkelen en er dan niet meer uit geraken.

Maar dan moest er dus gewerkt worden: distels uitsteken! Want de boerderij was dus organisch, wat betekent dat je geen pesticiden mag gebruiken op die dingen! Alhoewel, de NASAA organisatie (die de mate van organisch-zijn controleert) wil al wel eens toelaten pesticiden te gebruiken tegen zwarte braambessen, die extreem snel uitbreiden hier. En distels uitdoen, da's nog verdorie lastig werk in een droge grond!

Maar ook het vervelendste werk - alhoewel het uitzicht wel veel goed maakte - gaat voorbij en 's middags en 's avonds kon ik dan genieten van een uitstekende maaltijd. Janica, de vrouwelijke host, heeft vroeger nog gewerkt in een restaurant als chef (cheffin?) wat zich wel nog steeds vertaalde in het uitstekende eten!!

Misschien moet ik hier even vertellen wat ik in 's hemelsnaam op een alpaca-boerderij ging uitspoken? Wel, op woensdag begon het nieuwe seizoen van McLeod's (blijkbaar, ik wist van niets!) en in het eerste of tweede seizoen kwamen er in dat programma ook alpaca's voor, en dat vond ik dus grappige beesten, en dat wou ik dus eens van dichtbij gaan bekijken! De Alpaca's op Dynasty zijn ook getraind met de leiband, dus als je wil, kan je die dieren uitlaten in het park! De training is wel nogal ruw, aangzien die dieren helemaal doldraaien als je die leiband aandoet! Maar het was wel eens interessant om te zien.

De dag nadat ik dus mijn banden had gerepareerd, ging ik 's ochtends dus distels gaan uitsteken, en wat zie ik: die zelfde band weeral plat! T zal toch niet waar zijn zeker, denk ik, op nog geen tien kilometer van Leongatha weeral platte band? Dus weeral band vervangen, en naar Leongatha, om te kijken wat er scheelt met die band. Die man pompt dat ding weer op en houdt dat in een bak water, en blijkbaar geen lek. Waarsachijnlijk sloot het ventieltje niet goed, expliceert die man mij dan. dat dus gefixt, en dan terug naar de boerderij.

Eventjes wat uitleg over de host-familie: Janica is dus een ex-chef, en Mike, de echtgenoot, is voorzitter van een toeristisch verbond van de Latrobe valley (waar ik mij dus in bevond) Hij maakt ook zijn eigen bier, en is een echte wijnfanaat (wat ik ook aan der proeve heb mogen ondervinden!) Als huisdieren hebben ze een nogal enthousiaste poedel Gus (een grote, niet zo'n schoothond-geval) en een 10 weken oude alpaca, Dom! Die zijn moeder was gestorven tijdens de geboorte, en was dus zowat wees. Alhoewel dat beest dus gewend was aan menselijk gezelschap om zich heen, was hij toch nogal schuw.

En dan nog iets over het eten: de laatste dag dat ik er was, hebben we iets bijzonder gegeten: men neme een blik bier (in ons geval VB ofte Victoria Bitter, te vergelijken met de Stella van bij ons) en men steke dat ik het gat van een kip (een dooie, die klaar is om opgegeten te worden natuurlijk) dat zet je een half uurtje op de barbie (BBQ) en klaar. Die kip moet enkel ingeolied worden. Voeg daar dan de traditionele BBQ-side-dish bij, en je hebt een zeer goed avondmaal!!
gepost door Alpaca-boer Simon om 0300000054 op 24/02/2006 - 2 reacties


02/03/2006


To exam of not to exam - 2 maart

Aan allen die ik tot mijn studerend publiek mag rekenen...

Voor ik hier nog eens wat verhalen achterlaat, wou ik toch even vragen hoe de examens van iedereen verlopen zijn. Bij deze dus:
hoe zijn de examens verlopen?

Ik veronderstel dat bij iedereen die nu wel gedaan zullen zijn, enkele resultaten ('goed', gaat ook, maar is iets minder interessant...) zouden welkom zijn. Laat maar achter in een reactie (of persoonlijke mail als ze zo goed/slecht zijn :) )

Groetjes
gepost door Nieuwsgierige Simon om 0300000026 op 02/03/2006 - 1 reactie


Waar ben ik nu?

Omdat mijn verhalen nogal dikwijls achter geraken, deze kalender, om mij een beetje beter te kunnen volgen:

http://calendar.yahoo.com/shuylenbroeck

Ik probeer dat op z'n minst wat up-to-date te houden...

Groetjes
gepost door globetrotter Simon om 0300000044 op 02/03/2006 - 1 reactie


07/03/2006


Victoria, zuid-oost van Melbourne - 18 en 19 februari

Na de distelboerderij met alpaca's werd het dus eens tijd om een goed deel van Victoria te gaan bekijken. De eerste stop was Leongatha, waar ik proviand insloeg en nog wat rondslenterde in het toch wel gezellige stadje. Daarna reed ik naar Korumburra, waar blijkbaar regenwormen leven tot 3 meter lang! Ze zijn beschermd en tegelijk zeldzaam, dus ik heb er geen gezien, en bovendien komen ze meer voor in Bass, enkele kilometers verder.
Van Korumburra volgde ik dan een traject dat via plezante en minder plezante plaatsjes ging: Waaragul, Robin Hood (dat was letterlijk enkel een 'hotel', dus bottle-shop - waar je je alcohol haalt in Australie - en niets meer) Garfield, Koo-wee-rup, tot in Tooradin, dat aan de kust ligt en uitkijkt op Chinaman-eiland.
De hele kust barst van de boat ramps, plaatsen waar Aussies hun boot in het water laten om te gaan vissen. Dat is dus absoluut de nationale sport in Australie, vissen. Het is ongelooflijk hoeveel mensen hier een boot hebben (en niet van die roeibootjes met een motortje, echt wel mooie en grote boten) en hoeveel plezier mensen hier beleven aan vissen; het is iets echt super-typisch Australisch: bel je maten op, breng veel bier, neem die 4x4 en de boot en de vislijnen, en daarna een barbeque!
Ik heb de kust dan wat gevolgd, via Hastings en Flinders tot in Cape Schanck, waar een vuurtoren stond. Onderweg heb ik ook nog een blowhole bezocht. Blowholes zijn dus "smalle" gaten in rotsen, waardoor de zee naar boven geperst wordt onder druk van de aanrollende golven. Het resultaat is dus een hoop water die de lucht in wordt gegooid. Dat klinkt allemaal zeer spectaculair, maar dat is het enkel als de zee ruw is. En zomertijd staat daar nu niet echt bekend voor hier... Van aan de vuurtoren 's avonds wel weer een prachtige zonsondergang gezien (zo'n typisch geval van zon onder in de zee, met de vuurtoren daar bij)

De volgende dag ben ik dan een beetje in Sorrento gaan rondwandelen, aangezien ik de ferry gemist had. Dat ding gaat elk uur, op het uur, en ik kwam natuurlijk weeral 10 minuten te laat, en om 0800 is er op een zondag is Australie niet veel open, dat kan ik nu wel zeggen. Soit, om negen uur heb ik dan de ferry genomen naar Queenscliff, waar redelijk veel historische gebouwen staan (veel ervan zijn nu hotel) en dan ben ik naar Point Lonsdale gegaan, langs de zeer mooie kust, die uitkijkt op The Rip, een bijzonder gevaarlijke ingang tot Phillip Bay, waar ook Melbourne aan ligt (aan het einde) In de 19de eeuw zijn daar immens veel schepen te pletter geslagen, ondanks het feit dat Point Lonsdale de plaats was waar de loods woonde, die dus de boten doorheen the rip moest leiden. Omdat de vaargeul nog steeds niet breed is, en die mannen nog niet echt veel technologie hadden, was menige poging dus gedoemd om te falen.

Na Point Lonsdale ging het verder de kust af richting Barwon Heads. Dat is een echt surfers-paradijs, als er tenminste golven zijn... Ik besloot daarna het binnenland weer in te gaan, richting Geelong en verder naar Bacchus Marsch. Van daar ging het verder naar Gisborne en Woodend, waar het Hanging Rock reserve is. Dat is vooral bekend voor het verdwijnen van enkele schoolmeisjes in de jaren stillekes, en tegenwoordig voor de Hanging Rock Picnic, een megafestatie waarbij heel veel Aussies dus komen barbequen in het park. Mooie rotsformaties daar, alhoewel de Hanging Rock zelf niet zo spectaculair is. Het is zo'n omgevallen rots die over het wandelpad ligt. Ook een goed uitzicht op wat mij te wachten stond: in het noorden compleet droge velden, met niet teveel bomen...
gepost door Victoria-verkenner Simon om 0500000015 op 07/03/2006 - reageer


Geld nodig? Goud is een optie - 19 tot 21 februari

Na Woodend reed ik dan verder noordelijk (warm warmer heet!) naar Castlemaine en Bendigo. Bendigo staat bekend als de plaats waar de Bendigo-bank opgericht is. Het is een vindplaats van immens veel goud in Australie. Vermoedelijk ligt het hele gebied nog vol, maar de meeste mijnen sloten met het uitbreken van de wereldoorlog (wegens gebrek aan werkkrachten!)
In Bendigo staan heel wat mooie gebouwen, die grotendeels uit de gouden era van het gebied stammen. Zo is er een kwarts-fontein, heel erg mooi en blijkbaar een van de grootste ter wereld (denk ik toch)

Enfin, ik vond het dan tijd om nog eens iets aan mijn Aussie-imago te doen, dus besloot ik nieuwe schoenen te kopen. En geen gewone schoenen, neen, werkbottines! Dat is ook zo iets typisch Australisch: de werkbot. Australiers zijn van nature nogal lui, en dan willen ze natuurlijk niet teveel werken. Dus hebben ze hier een super-populaire werkschoen uitgevonden. Dat ding heeft geen veters, maar een elastische schoenlip! Om die aan te doen, moet je dus gewoon je voeten in die schoen wringen en je bent klaar om te gaan werken! En zo'n paar heb ik mij dus aangeschaft!

Na Bendigo passeerde ik langs Lockwood en Maldon, waar ik even de watchtower ging bekijken, waar Peter op uitkijk stond. Die zit daar dus praktisch een hele dag uit te kijken over de omgeving voor bushfires. Met die kerel dus even gepraat, en die gaf mij een tip voor een camping-plaatsje. Ik daar dus naartoe, maar ik vond dat natuurlijk niet, en besloot dan maar naar Moolort en Clunes door te rijden. Het gebied is ONGELOOFELIJK DROOG! Geen drup water! Ik kwam vooral langs graanvelden (het graan was echter al binnengehaald) en schapen. Wat die beesten dronken, ik weet het niet, maar water is het zeker niet, want dat is er helemaal niet! In Clunes kwam ik precies een western-dorpje binnen, zo net voor een duel: de straat volledig verlaten, ondergaande zon, van die pioniers-gebouwen, echt zo iets typisch uit een cowboy-film uit de goeie tijd.

Clunes was dus nogal dood, en ik reed dan naar Paddys Ranges NP, vlak onder Maryborough. Dat NP is enkele jaren geleden bewust (gedeeltelijk) afgebrand, om de natuurlijke brandstof te verminderen; kortom, om toekomstige bosbranden te vermijden. Nu, dat zag er daar dus nog steeds redelijk afgebrand uit. Het stond wel vol bomen, maar je voelde wel dat het park afgezien had. Het was er dan wel rustig en ik heb daar dan ook gekampeerd.

De volgende dag werd Maryborough verkend en dan naar Avoca gegaan. Dat zijn allemaal van die goud-plaatsen, die echter allemaal nogal op toerisme toegespist zijn, omdat er dus niet veel goudmijnen meer zijn. Na Avoca reed ik dan naar Moliagul, waar dus letterlijk niets is, enkel bos. Dat was echter de vindplaats van de grootste goudklomp ter wereld, de Welcome Stranger Nugget. Dat ding lag daar te blinken op minder dan 10 centimeter onder de grond! Ik dacht dus: daar moet nog wel iets te vinden zijn, alhoewel het wel moeilijk is iets te vinden met uw handen in uw zakken...

Daarna verliet ik de Goldfields, via Horsham, toegangsweg tot het recentelijk zwaar afgebrande nationale park en absolute toeristentrekker The Grampians.
gepost door Goudzoeker Simon om 0500000038 op 07/03/2006 - reageer


De Grampians, half afgebrand - 21 tot 23 februari

De nacht werd doorgebracht op de kampplaats in de noordelijke Grampians, nabij Mt Stapylton. Daar was ook een site met aboriginal-art, zeer oud. De kunst op zich was niet zo spectaculair, maar je kreeg er wel zo'n raar gevoel bij, zo een van kennismaking met een cultuur die echt millenia oud is. Jammer genoeg kent het gebied een verveelde jeugd, zodat er omheen de schilderingen een groot hek is gezet (tegen vandalisme en graffiti), wat natuurlijk de ervaring wat onderuit haalt.

De volgende dag werd een zware hiking-dag: eerst werd Mt Stapylton beklommen: een tocht van 12 km! Het was zeer de moeite, prachtig weer en zeer mooi gebied. Deed dat trouwens met mijn Blundstones (mijn werkbotten) omdat ik dacht dat het maar een toch van 6 km was. Dat bleek dus enkele richting te zijn... En maar goed ook (enfin, dat ik die botten droeg, want na 20 minuten: een slang op mijn pad. Deze keer een red-bellied black snake (ze hebben die dingen dus in zwart, blauw, rood en geel) Dat ding wou dus niet weg, zelfs niet na goed hard op de grond te stampen. De volgende stap was dus een lange stok te nemen en een steen en een gezonde afstand te scheppen tussen mij en de slang. De bedoeling was om die steen naar die slang te gooien en dat dier zo weg te jagen. De steen werd dus geworpen en onmiddellijk daarna trad plan B in werking: maken dat ik wegkwam, want die steen had de slang gemist! Als ik dan even later terugkwam, was het ding gelukkig weg en kon ik mijn tocht verderzetten.
Achteraf vond ik nog een info-bord dat zei dat de kans dat je zo'n slang ziet zeer klein is, omdat ze contact schuwen. Een ander bord vertelde mij dat de red-bellied black snake niet snel weggaat van zijn plaats en dat het gif behoorlijk gevaarlijk is (staat in de top 15 van de giftigste slangen van Australie...)

Dus ik zwaar aan het wandelen, en dan ben ik zo'n 150 meter van de top, als ik nog eens een fotootje wil nemen, als de IXUS zo'n beetje rare geluiden begint te maken... Ja lap, dat ding kapot! Da's nogal een plaats! Bijzonder geambeteerd de rest van de tocht dan gedaan. Het was behoorlijk aan het stormen op de top: het was de eerste keer dat mijn hoed afwaaide door de wind! Dat was zelfs niet gebeurt op de top van Mt Kosciuszko! De weg terug ging iets sneller, omdat ik toch geen foto's kon nemen en ik nogal ambetant liep, om begrijpelijke redenen.
Op de terugweg kwam ik nog langs een andere berg, en die wou ik ook eerst nog beklimmen. Omdat Xavier recentelijk Ground Zero is gaan bekijken, dacht ik: ik zal dan maar Mount Zero gaan beklimmen zeker?! Terzijde: er stonden daar ook geen torens...

In ieder geval, na die immens lange tocht (6 km tot top Stapylton en 9 (6 + 3 voor Mt Zero) km terug) moest ik dus helemaal terug naar Horsham en daar een nieuwe camera kopen. Het toeval wil nu dat er juist een uitverkoop was in een van de winkels daar, zodoende kon ik voor een betaalbare prijs de Canon IXUS 55 kon kopen. Dat zet wel een domper op mijn geldvoorraad natuurlijk.
Op de baan naar Horsham heb ik dan ook natuurlijk geen fotos kunnen nemen van emu's die daar aan het rondwandelen waren en zelfs een vos!
Na Horsham mocht ik dus weer helemaal terug de Grampians in, naar Roses' Gap. Daarbij passeerde ik nog eens een koala, eentje die je dus wel goed kan zien: deze is immers 14 meter hoog en gemaakt van brons! in Roses's Gap kampeerde ik bij de Beehive Falls. En na die te zien, weet ik het nu ook wel: zomertijd is geen goeie tijd om watervallen te gaan bekijken in zuidelijk Australie. Maar toch, er was een watervalletje. En dan neem je natuurlijk een douche! Daarvoor moest ik dan wel de waterval beklimmen. Wel eens tof! Dat hebben nu waarschijnlijk wel al veel mensen gedaan, maar hoeveel mensen hebben dat al naakt gedaan?! Want als echte natuurmens (die zijn andere kleren is vergeten) doe je dat natuurlijk naakt! (neen, er zijn geen fotos van)

Daarna ging het naar Hall's Gap. Daar dichtbij zijn de McKenzie Falls, die echter niet bereikbaar waren: het hele gebied was afgebrand! Hetzelfde geldt voor de Pinnacle, Baroka lookout en dergelijke postkaart-plaatsen. Dus reed ik maar door naar het zuiden van het park, naar Mt William, het hoogste punt in de Grampians, en naar Mt Abrupt. Dat was een bijzonder mooie wandeling (wel fotos, want had mijn batterij opgeladen in Hall's Gap) Boven gekomen had ik een prachtig zicht op de omgeving en de niet-afgebrande Grampians. En dan had ik nog een ontmoeting, daar op de top: er is daar blijkbaar een arendsnest, en enkele van die arenden waren daar aan het rondzweven! Ongeloofelijk!! Soaring eagles, dat is gewoonweg een begrip in de Grampians. Niet veel mensen zien dat daar. Zelfs de aboriginals hadden daar een speciaal verhaal voor!

Na Mt Abrupt weer afgedaald te zijn, verliet ik dan de Grampians en ging ik naar Lake Bolac, dat sterk gedaald was in waterniveau, dus niet zo interessant, en dan heb ik mijn eerste nachtelijke rit gemaakt, naar Ararat. Nachtelijk rijden, het is over het algemeen geen goed idee in Australie, met al die rondhuppelende kangeroos en dergelijke, dus het was serieus turen op de weg op die rit. Gelukkig is het een highway, met redelijk wat verkeer, dus ik heb geen grote konijnen gezien.
gepost door Bijzonder boze en verarmde Simon om 0600000019 op 07/03/2006 - 2 reacties


10/03/2006


Verder door Victoria - 24 tot 26 februari

Ararat is ook een voormalige goudstad, met veel mooie gebouwen in (de meeste inderdaad hotel of B&B geworden) Het is niet zo groot, dus lang heb ik er niet in rondgewandeld.
Daarna ging ik op weg naar Beaufort, en dan heb ik de toerist maar uitgehangen en de scenic drive genomen, die langs een windmolenpark ging. Dat was nu niet zo spectaculair, maar het was toch leuker dan langs de snelweg te gaan.
In Beaufort heb ik dan de baan genomen naar Ballarat, waar ik na 1700 uur toekwam, dus dat was daar al allemaal gesloten. Heb dan maar wat rondgelopen in dat stadje (eveneens oude goudstad) waar een heuse rel ontstaan is over mijnersrechten, die de Eureka-rebellion genoemd werd. Er werd zelfs een nieuwe vlag voor gemaakt. Natuurlijk moest dat toch een veldslag uitlopen, en alhoewel het gevecht tussen de politie (in die tijd met veel bruut geweld) en de mijners, slechts 30 minuten duurde, stierven er 30 mijners en 5 politiemannen!
Daarna dan naar Sovereign Hill gegaan, wat een toeristenattractie is, net buiten Ballarat. Het is een nagemaakt pioniersdorp met allemaal acteurs als traditionele ambachtslui, zoals fotograaf, smid, wapenmaker, goudsmelter,... in de traditionele kledij! Maar aangezien het al na 1700 uur was, was het park ook gesloten. Maar er was een avondshow gaande, waar je jammer genoeg voor moest reserveren. Ik heb dan maar wat rondgelopen in het kunstmatige dorp, de info liet mij daar wat fotos nemen, alles was toch dicht. Daarna heb ik een rustig plaatsje gezocht aan Lake Esmond, vlakbij Sovereign Hill.

De volgende ochtend (als je rondtrekt, gaan de dagen van zonsop- tot zonsondergang) ben ik dan maar eens gaan douchen in lake Esmond. Dat deed weer eens deugd, lekker koel water na een warme nacht (het binnenland is altijd warm!) Na de verfrissende zwempartij ben ik dan terug naar Geelong gereden, daar wat rondgelopen op de mooie esplanade aan de kust, de Botanic Gardens eens doorgelopen en dan naar Torquay, op naar de Great Ocean Road!
gepost door Simon om 0100000005 op 10/03/2006 - reageer


The Great Ocean Road - 26 februari tot 5 maart

"The Great Ocean Road, een must voor iedereen die naar Australie trekt!" zo wordt het ding hier gepromoot. En dan zie je overal van die bijzonder mooie fotos, zodat je dat natuurlijk ook wel eens wil zien. En ik dus ook. Maar toen ik in Torquay - het startpunt van de GOR - toekwam, zat ik met een groot probleem: regen en geen golven! Lap, dik probleem dus! Soit, die dag heb ik dan maar gebruikt om het grootste surf-museum op het zuidelijk halfrond (of zelfs de wereld) te gaan bekijken. Veel surfborden, en veel informatie! Nu weet ik dus wat de verschillende golven zijn, van welke je af moet blijven, hoe je goeie golven kan vinden en dergelijke! Zeer interessant dus! Het laatste deel had ook zo'n tentoonstelling van super-zalige hawai-hemden, maar mijn batterij had het opgegeven, dus kon ik daar geen foto van nemen. Heb ook zo'n video gezien met Laird Hamilton, da's die met zijn supersonisch surfbord (niet letterlijk) De zon brak dan door in de namiddag, dus vertrokken we langs de GOR!

Na Torquay kom je dan een heleboel surfstranden tegen, waarvan Bells Beach wel het bekendste en waarschijnlijk ook beste is. Het is de plaats waar de Rip Curl Pro Easter doorgaat, waar de beste surfers het beste van zichzelf geven. Toen ik daar toekwam, nog steeds geen golven... Tja, dan is dat wel een mooi strand, maar daar kom je natuurlijk niet voor op dat moment.
De andere surfstranden zijn Jan Juc, Bells Beach dan en Point Addis. Daar is trouwens een geoefend surfer verdronken in 3 meter water! Hoe je dat doet, moet die mij maar eens komen uitleggen!

Heb dan de GOR doorheen prachtig gebied gevolgd tot in Fairhaven, langs de vuurtoren in Aireys Inlet, en heb mijn kamp opgeslagen op de picnic-grond in Mobbs Creek, dat in het Angahook-Lorne NP ligt, en waar het absoluut muisstil is (behalve een possum die duidelijk gewend is aan kampeerders en eens kwam kijken of er iets te rapen viel)

In de ochtend heb ik eerst enkele wandelingen gemaakt (veel wandelen dat ik doe tegenwoordig!) en dan terug naar de GOR. Die dan gevolgd tot in Lorne, nog zo'n surf-gek dorp. Maar weerom, geen 'swell' en zuiderwind, de slechtste combinatie voor goeie golven. Toen ik op de pier wandelde, heb iok wel zo'n grote rog gezien! Dat is dus zo'n vis, die eruitziet als een soortement vogel, zo met flapperende 'vleugels'. Maar geen golven dus...
Ik besloot dan maar nog eens wat watervallen te gaan bekijken, ik had enkele mooie fotos gezien in het informatiecentrum. Maar die zijn duidelijk niet in de zomer getrokken! Het belachelijkst waren de Erskine-falls. Daar kwam gewoonweg geen water over! Absoluut droog, je had evengoed in een ravijn kunnen lopen!
Enfin, heb die dag dus heel wat kilometers gewandeld (als ik de afstanden optel kom ik boven de 20 km uit!)

De volgende stop op de surfcoast was Apollo Bay, waar ik (zie lange wandelingen) wat laat toekwam, dus reed ik maar recht naar het paradijs, in Paradise! Daar was ook een waterval, Marriner's Falls, die zeer mooi was. Een vochtige omgeveing, zorgt er voor een prachtig groene vegetatie, met varens en bomen en zelfs wilde brammbessen, die ik dan ook eens moest proberen! Lekker! Die nacht heb ik dus in het paradijs doorgebracht.

De volgende ochtend ben ik dan Apollo Bay wat gaan verkennen, en dan ben ik via de GOR het Otway NP binnengereden. Verschillende wandelingen, zoals Shelly Beach, Mait's rest en Otway Lighthouse (nog een vuurtoren)
Voor het Otway Lighthouse moest je weeral betalen, en daar had ik niet zoveel zin in (was het ook niet waard), dus heb ik maar naar de lookout gaan kijken. Het grappige is, dat ze hier zo trots zijn om hun oudste vuurtorenm, en dat je dan een plannetje ziet van waar de wrakken liggen van vergange schepen: zo goed als allemaal binnen een straal van 15 km rond de vuurtoren! Niet echt iets om trots op te zijn denk ik...

Dan nam ik een alternatieve weg, via Horden Vale, waar een meer is, maar geen doorgaande weg, dus moest ik helemaal terug! Daarna ging het naar Beech Forrest, waar ik de Hopetoun Falls en de Beauchamp Falls ging bekijken, en waar ik samen met enkele Aussies en een nest Duitsers overnacht heb. Die Duitsers waren trouwens extreem onbeschoft: ik was de enige die geen Duits sprak, maar je moet niet denken dat die daar rekening mee hielden! Gewoon onder elkaar in het Duits ratelen! Ongeloofelijk! (die Duiters kenden elkaar dus niet, om het even duidelijk te maken, het was dus geen samen-reizend gezelschap)

De dag nadien ging ik dan naar de Triplet Falls, die afgesloten waren, wegens renovatiewerken. Heb dan maar de Otway Fly Tower gedaan, zo'n lange brug doorheen de bomen, dat ik in Tasmanie ook gedaan heb. Normaal gezien moet je daarvoor een schandalige 17 AUD voor betalen, maar in ware paracommando-stijl (nou ja, ik moet het toch een beetje spannend houden) heb ik dan door de bush mijn weg naar het wandelpad gewerkt!
Verder heb ik nog andere wandelingen gemaakt in Otway NP, korte wandelingen over het algemeen.

En daarna begon het echte werk: misschien dat de volgende natuur-kunstwerken bij sommigen een lampje doet branden.
De volgende stop: the 12 Apostels. Allee, de 7 die nog rechtstaan (vorig jaar is er nog ene omgevallen) Een overrompeling door toeristen en Japanners getrotseerd voor mijn fotootje van de apostels, en dan de GOR verder volgen, langs London Bridge (in 1990 ingestort), The Grotto en Bay of Martyrs. Stuk voor stuk zijn dat stukken kust die letterlijk kapotgebeukt worden door de zee. Heel erg mooi! En dan 's avonds, aangezien ik het niet zag zitten om tussen al die toeristen te gaan staan bij de 12 apostels voor mijn zonsondergang, besloot ik wat verder te rijden, naar Bay of Islands. Helemaal alleen en een perfecte zonsondergang gezien!!!
De volgende ochtend heb ik dan met een half oog de zonsopgang gezien, en heb dan het Bay of Islands Coastal Park wat afgereden en geregeld eens gestopt voor een fotootje of een snack, tot in Warrnambool. Vandaar ging het naar Tower Hill, maar ik eindigde in Port Fairy. Hmm, ergens een bordje gemist... Port Fairy is wel mooi, leuk vissersdorpje met een heleboel oude gebouwen (meer dan 50 zijn geclasseerd onder Heritage Trust)

Alweer een mooie zonsopgang gezien (Australie is echt wel het land van zonsop- en -ondergangen!) Daarna terug naar Tower Hill gereden, dat is een uitgedoofde krater, met een meer (dat er dus niet was wegens de zomer) Het was er wel verschrikkelijk warm (was die vulkaan wel uitgedoofd??)

Na Port Fairy had ik weer eens genoeg van de zee, dus ging het weer het binnenland in, naar Hamilton. Dat is de wol-hoofdstad van Victoria, en dat tonen ze door een groot ding daar te zetten, the big woolbales. Dat was nu feitelijk niet zo interessant (veel oude scheerapparaten) Vandaar ging ik de Nigretta Falls bekijken, die ik echter niet gevonden heb (de wegwijzer stond verkeerd!) en dan ben ik maar naar de Wannon Falls gaan kijken; enfin, naar Wannon, want en waterval was er weer niet! De volgende stop was Casterton, geboorteplaats van de immens populaire Kelpie! Een kelpie is een 'working dog', zo'n schapenherder op zichzelf (ook gebruikt voor koeien en voor het gemak ook kinderen...) Daar heb ik de Kelpie-trail gedaan, gevraagd of er ergens schapen gescheerd werden in de omgeving (om die honden eens aan het werk te zien, of het scheren eens te zien), maar het scheren was in de omgeving al afgelopen (dat eindigt begin februari) Er is daar ook zo'n groot ding: Fleur de Lys, da's het scoutsembleem dat 's avonds mooi verlicht wordt. Vanop de lookout boven het dorp heb ik dan een mooie zonsondergang gezien, en dan ben ik gaan kamperen nabij Ess Lagoon, dat vol Blue Green Algae zat, dat blijkbaar irriterend is voor de huid... En het was warm, dus een zwempartijtje ware welkom geweest.

Zaterdag ging het naar Portland, een lange rit, doorheen Merino en Heywood en droog landschap. Portland wat verkend, en dan de scenic drives gedaan, en een wandeling gamaakt langsheen een ruwe kustlijn om naar de zeeleeuwen te gaan kijken! Die beesten zaten nu wel een goeie 20 meter lager, dus echt goed kon je die nu wel niet zien, maar toch, in de vrije natuur!

Zondag was een speciale dag. Zoals sommigen weten beginnen hier in Victoria binnenkort de Commonwealth Games, da's de Olympische Spelen voor de commonwealth-landen (71 blijkbaar!) En aangezien de koningin van Engeland ook baas is van Australie, heeft die zo'n 'Queen's Baton' met een boodschap naar Australie gestuurd. En met dat ding wordt nu zowat heel Victoria rondgelopen, om op tijd in Melbourne aan te komen voor de openingsceremonie. En die Baton passeerde die dag in Portland! Gevolg: gratis BBQ, wat speeches van de burgemeester en shiny happy people die hun lokale 'runners' toejuichten!
Dat was wel eens leuk om te zien, maar daarna was het tijd om een einde te maken aan mijn lange verblijf in Victoria. Die dag reed ik nog naar Nelson, heb daar nog een wandelingetje gemaakt langsheen een mooie rivier (de Glenelg) en dan, 3 kilometer, verder, overschreed ik de grens tussen Victoria en South Australia!
gepost door Surfing Simon om 0200000021 op 10/03/2006 - reageer


South Australia is GROOT - 5 tot 9 maart

Het einde van Victoria is redelijk heuvelachtig, met Mt Richmond, en de cliffs langs de kust, maar als je dan SA binnenrijdt, dan zit je precies in West-Vlaanderen: op gelijk niveau met de zee, plat, vlak, gras, koeien en mais!
Maar ongeloofelijk mooi wel! Naar Port MacDonnell gereden, waar een pinguin-kolonie is, maar heb die niet gezien. Het weer is hier weer overtrokken, waardoor er dus een gure wind staat en het niet bepaald warm te noemen is...

De volgende dag kwam ik er achter dat ik inderdaad in SA was: om 1015 was het informatiecentrum nog niet open... Om dan om 1030 wel open te gaan; natuurlijk had ik er dus niet aan gedacht mijn klokken een half uur achteruit te zetten, want ik ben in een andere tijdzone en een half uurtje dichter bij huis, dus het verschil is 'slechts' 9,5 uur. Na Port MacDonnell ben ik naar Mt Schanck gegaan, een krater. Spectaculair, voelde mij precies in Jurassic Park rondlopen! Ben helemaal naar de top van de kratr gegaan en naar de bodem en weer terug (puffen!) Vandaar ging het naar Little Blue Lake, zo'n meertje in een groot gat in de grond (dus zonder kustlijn, gewoon de grond die naar beneden gezakt is, loodrecht bijna) Daarna ging het naar Mt Gambier (een stad op een uitgedoofde vulkaan), via Allandale. Allandale heeft een sinkhole (dus een groot gat in de grond, waarin je ook kan duiken) in het midden van de weg! Vroeger, toen er geen hek rondstond, zijn daar zelfs auto's in gereden! Mt Gambier is dus een stad die op sinkholes gebouwd is, er zijn er enkele in de omgeving, en zelfs een in het midden van de stad! Je kan zelfs onder de stad gaan duiken! Wat een idee!

Na Mt Gambier ging het naar Millicent. Vandaar heb ik het Canunda NP wat verkend, nogal gewoontjes. Vandaar naar Southend, waar de kustlijn wel iets spectaculairder was.

Na Millicent volgde ik de kust naar Beachport, daar heb de scenic drive gedaan, en die passeerde aan een hyperzout meer (7 keer zouter dan de zee!) Ik ben ook nog aan iets zeer raars gepasseerd. Het verhaal gaat als volgt: er was eerst een moeras, en er was iemand die vond dat dat wel eens gedraineerd moest worden, dus heeft die drie jaar gewroet om een kanaal te graven om dat water weg te krijgen, om er dan een graasland van te maken! Ten eerste: water wegkrijgen is over het algemeen niet echt moeilijk in Australie en ten tweede, er is nog zoveel land om te grazen in Australie, waarom nu juist daar waar een moeras is, grasland maken?

Daar het weer warm aan het worden is, ben ik overgeschakeld op voedsel in blik. En heerlijke dingen dat ze hier hebben: Hearty Irish Stew, Lamb Stove Pot, Steak Mushroom, Sheperd's Pie,...! Da's nu wel niet zo lekker als vers, maar 't is beter dan pasta en noodles en goedkoop!

Na Beachport ging het naar Kingston SE. Die SE staat voor South East, en is om een verschil te maken tussen Kingston SE en Kingston-on-Murray, een andere stad in SA (slechts 1500 km verder noordelijk...) Kingston is een vissersdorp (kreeft vooral) en grenst aan het Coorong NP. Een mooie wandeling is de Chinaman's well, dat langsheen paden voert waarlangs Chinezen in de goud-era naar Victoria wandelden. Ze meerden aan in SA, omdat ze in Vic geld moesten betalen om aan land te komen. De wandeling gaat ook langs de 'limestone', waaruit dit gedeelte van SA is opgebouwd. Het is wel redelijk spectaculair: van die grote droge witachtige vlaktes met praktisch niets op, afgezien van dat enkele dappere plantje dat 10 cm hoog platgeblazen wordt door een harde wind.
In het park is ook de grootste broedplaats van pelikanen in Australie te vinden. Dat eiland lag nu wel wat ver van de kust, dus echt goed kon je ze niet zien...

In Meningie heb ik dan overnacht, na een meer dan 150 km lange rit langsheen het nationale park. Als Victoria al dunbevolkt is, dan is South Australia gewoonweg leeg! De afstanden die je hier aflegt, zijn gewoonweg veel langer! En zoveel kilometers zonder dat je iets tegenkomt! Niet echt verlaten, want er staan overal koeien langs de weg. Dat wil zeggen, waar er geen wijngaarden zijn, want die zijn hier ook in overvloed aanwezig! Die zal ik binnenkort ook eens aan een diepgaander onderzoek moeten onderwerpen!
gepost door SA Simon om 0200000054 op 10/03/2006 - reageer


15/03/2006


Het noorden kwijt...

Enkelen zullen het al gemerkt hebben, ik leg geen grote afstanden meer af tegenwoordig. Dat komt eigenlijk omdat ik niet goed weet waarheen te gaan.
En ook omdat alles nogal ver uit elkaar ligt. Elk dorp of stadje van betekenis ligt gemakkelijk 100-150 km van een ander dorp. En daartussen is het zowat leeg: lege velden (het graan is binnengehaald), lege grasvelden (geen water, dus heeft het geen zin er schapen op te houden) en dat is vrij vermoeiend om door te rijden. Maar het grote probleem is dat ik niet echt goed weet waarheen te gaan dus...

Ik kan naar het westen gaan, terug richting Victoria, maar dat lijkt zowat een beetje een omweg, aan de andere kant is het ook wel op weg naar de Murraylands, het wijngebied bij uitstek...

Enfin, in Meningie besloot ik dan toch in elk geval maar richting Tintinara te gaan, westelijk dus. Daar was niet echt veel te beleven (wat wil je, met nog geen 1000 inwoners...) maar heb er gesproken met een koppel campeerders die daar gestrand waren (motor opgeblazen, een veel voorkomend probleem in Oz) die in Tanunda woonden. Tanunda ligt aan de grens van de Barossa Valley, nog zo'n wijngebied. En die mensen kenden wel nog wat wijngaarden die waarschijnlijk nog wat plukkers konden gebruiken. Direct de coordinaten neergepend, een mens kan niet genoeg informatie verzamelen!

In Tintinara heb ik ook besloten verder westelijk te reizen, richting Keith, waar de volgende dag een heuse Australische rodeo georganiseerd werd!!
gepost door Simon om 0000000039 op 15/03/2006 - reageer


Rodeo JIIHAAA!!! - 11 en 12 maart

Deze morgen dus naar Keith gereden, de showgrounds opgezocht en daar mijn tentje neergepoot. Het was nog voor de middag, het was nog rustig op de rodeo, die pas om 1600 uur begon. Er was ook een ute muster gaande: een verzameling van allemaal opgefokte ute's en hun 'johnie'-eigenaars: klakske op, luide boeke-boenke muziek, verlaagde auto, getinte ruiten, de hele rimram. Ute is dus verkort voor utility vehicule, zo'n soort pick-up waarmee je dus vanalles kan doen: gewoon rondrijden, koeien of schapen bijeen drijven, gaan werken, zowat vanalles dus.

Om 1200 begon er dan wat leven in de brouwerij te komen.
Weer zo'n typisch Australisch gedoe: jeansbroek, werkhemd, zonnebril, rijbotten en hoed op! Er waren wat standjes die vanalles wat verkochten, zoals waterpistolen, poppen, snoep en dergelijke, en natuurlijk de voedselkraampjes (vooral hotdog en hamburger wegens de ultra-typische barbeque)

Het begon dus met de whipcracking-competitie, en sjongejonge, daar was nog eens iets te zien. Gastjes van nog geen 12 jaar oud, die daar met een zweep stonden te zwaaien die minstens twee keer zo lang was als hen, alsof het niets was en ze dat elke dag deden (wat ze waarschijnlijk ook wel doen) Daarna was het de beurt aan de 12 tot 17 jarigen, waarvan ik het niveau al wat minder vond. Daarna was het dan de beurt aan de volwassenen. Daar was zo'n kerel bij, die verschrikkelijk ingewikkelde toeren kon uihalen met die zweep. De meeste werden begeleid door een kerel die commentaar gaf, maar bij die whipcracker waren er toeren die nog gen naam hadden, dus die reporter had niet te veel te zeggen, zo soms eens: euhm... dat heeft nog geen naam, maar het was wel interessant. Want de meeste dingen hebben wel een naam, bijvoorbeeld de figure of eight, waarbij de zweep een acht vormt voor de 'crack', de luide knal dus.

Die competitie duurde dan toch vier uur, waarna de rodeo startte. En dat was natuurlijk waar iedereen voor gekomen was. Het prijzengeld is blijkbaar een van de hoogste in Australie, en dus was er een internationeaal gezelschap op afgekomen: Canadezen, Kiwi's (Nieuw-Zeelanders), Amerikanen en natuurlijk Aussies. Het begon met een ruiter die een jonge stier moest vangen, met een lasso. Spectakel verzekerd!! Dat werd dan afgewisseld met bullriding, waarbij een nogal grote woeste stier een dappere op zijn rug probeerde af te gooien (en wat meestal wel lukte ook...) Er was ook een versie met paarden, meestal met hetzelfde resultaat! Verder was er ook snelrijden: ruiter en paarde moesten een traject afleggen in de arena, zo snel mogelijk. Daarna werd teruggegaan naar het lassowerpen, deze keer in team: de eerste moest de lasso rond de kop gooien en de tweede rond de beide achterpoten. Dat bleek nogal moeilijk te zijn, want ik heb maar een koppel gezien dat erin lukte. Naar de avond toe was er dan nog stierworstelen: de ruiter sprong van zijn paard en probeerde dan de stier (een jonge natuurlijk, niet zo'n beest van 500 kilo) omver te trekken. Dat was wel grappig. En verder was er ook het kalfbinden: lasso rond de kop, van het paard, kalf omver werpen en poten binden. Dat was wel wereldklasse wat daar getoond werd: Amerikaans kampioen '05, Australisch kampioen '05, hoog niveau dus!

Als het dan al donker was, was het tijd voor de finale van het bullriding. Nu waren het echt woeste stieren, immense gevaartes! De bedoeling was om de volle acht seconden op het ding te blijven zitten en terwijl een hand vrij te houden! Er waren ook van die clowns aanwezig in de arena, die de stier moesten afleiden nadat de 'ruiter' eraf gezwierd was. Die riskeerden daar wel efkes hun leven, bij momenten! Vooral het afwerpen was wel grappig!

Na die activiteiten was het dan tijd voor een goed feestje, met een coverbandje Broken Theory (die nu wel niet echt zo goed waren) Ik denk dat Keith zo'n 2000 inwoners heeft, en die zien daar duidelijk niet teveel feesten: bij de eerste noten gingen die daar allemaal direct uit hun dak! En drinken natuurlijk, hoe meer hoe liever!

Wat later ben ik dan mijn tentje maar ingedoken, om dan enkele uren later weer gewekt te worden door dronken Aussie teenagers die denken dat ze grappig zijn en mensen moeten wakker maken... Dat viel mij hier wel op: veel mensen reden gewoon de camping-grond op, zonder tent of zo recht te zetten. Waar gingen die slapen? Maar die hebben hier 'swags': dat is feitelijk het woord voor een eenpersoonstent. Maar die mannen hier hebben dus tent-en-slaapzak-in-een: je legt dat gewoon op de grond, dat is redelijk dik, dus je voelt de grond niet echt, en als het regent, kan je altijd stokken gebruiken om de swag omhoog te zetten. Maar het regende dus niet (duh...)

De volgende morgen was er recovery-breakfast, maar ik was nogal moe... Heb dan maar op 't gemakske mijn tentje opgebroken, om naar het volgende plaatsje te gaan.
gepost door Bullrider Simon om 0200000043 op 15/03/2006 - 3 reacties


Yard Dog Competition - 12 en 13 maart

In Keith mijn was nog eens gedaan, in de lokale laundromat. Dat was zo ondertussen weer een nodig, maar ik had er natuurlijk weer niet op gelet: er waren geen drogers!! (ik was nog moe van de rodeo en apres-rodeo denk ik) Ja, daar zat ik dan met een hoop natte was! Niet getreurd, nieuw idee: naar het dichtsbijzijnde nationaal park rijden, en daar even relaxen en mijn was drogen. Het nationale park was het Ngarkat Conseration Park, een immens geval in de 'mallee', wat wij denk ik woestijn zouden noemen. Veel zand, maar wel met nog wat planten in, enfin, zo van die struiken die niet hogen komen dan de knieen.

Dus ik daar op weg naartoe, het was al een bijzonder lange rit daarheen, en dan heb ik blijkbaar nog de enige picnic-grond gemist ook! Ineens stond ik dus in Pinnaroo! Ja lap, daar stond ik dan in Pinnaroo met mijn natte was! Nou ja, op naar het volgende plaatsje dan maar, Loxton. Ik dus op de weg daarheen, hoor ik in eens een stem door een microfoon; daar moest ergens iets gaande zijn. (het was warm, dus de airco stond op - lees de ramen volledig open) wat verder ving ik een glimps op van enkele rondkoersende schapen met een dolle hond daarachter, en ineens wist ik wat er gaande was: een herdershonden-show (schapenhonden worden hier yard dogs genoemd)! Ikke dus daar naartoe!!
Daar mijn was wat opgehangen om te drogen (er waren niet teveel mensen, een stuk of twintig) Daarentegen waren er wel veel schapen en ook veel honden (niet evenveel gelukkig)

Daar in gesprek geraakt met de meeste mensen (supervriendelijk hier in SA) en onder andere gepraat met Wayne, die scheidsrechter was, en zijn vrouw Faye, die in Keith woonden. Ook met Matt en George, hondenkwekers uit Victoria. Verder waren er ook Kelvin 'Twisty' Barr en zijn vrouw Jill, die in Pinnaroo woonden. De show was natuurlijk enkel interessant voor degenen die iets van die shows afweten of het gewoon super vinden om zo iets eens te zien (ik behoor tot die tweede categorie) Dat was eigenlijk wel nog leerzaam ook, zo met verschillende soorten honden (het waren enkel kelpies, wat gewoon toeval was, normaal zijn er ook border collies en zo bij) Zo zijn er 'sticky dogs' dat zijn honden die redelijk dichtbij de schapen kunnen komen, en die schapen gaan dan ophun gemak wat verder gaan staan; die hond hoeft dus niet van hot naar her te rennen. Zo'n honden zijn er ook natuurlijk: die van zodra de schapen hen opmerken, direct de andere kant oplopen.

De bedoeling was om de schapen dus bijeen te drijven in een apart gedeelte van de wei, dan een andere groep schapen zowat doorheen gangen te leiden (met die hond die dan over de schapenruggen moet springen!) en dan met de eerste groep schapen doorheen twee hekkens moest gaan en ze dan uiteindelijk in een kot moest drijven. En dat allemaal in 15 minuten! En in die warmte! Maar er waren wel honden bij van echt top-niveau, waarbij het baasje zo goed als niets moest zeggen om die hond het juiste ding te laten doen.

Enfin, achteraf werd er dan gezellig samengezeten (esky gevuld met ijs en bier...) en daarna zijn Matt, George, Twisty, Jill en hun twee kinderen Pete en Kirra-Lee dan een steakburger (met de altijd aanwezige 'beetroot') gaan eten en hebben we dan een zeer gezellige avond gehad bij het huis van Twisty en Jill. Ik zat daar dus tussen de honden-freaks, en het draaide dan uit op een promosong schrijven voor de dog-trials. Dat lukte dan uiteindelijk wel niet zo goed (we zijn gestopt als we doorhadden dat het refrein twee keer zo lang werd als het vers) maar het was wel plezant, en je leerde er wel mee waaom die mannen dat deden!
Ik ben daar dan ook blijven slapen (ik zat trouwens ook boven de .5 promille...)

Matt en George hebben mij ook nog hun telefoonnummer achtergelaten, voor het geval ik geen jobke vond. Ik had hen verteld dat ik in de Murraylands waarschijnlijk een jobke ging zoeken, kwestie omdat het juist de goeie tijd was (druiven en appelsienen) en dollars altijd welkom zijn. Matt zei dan dat als ik goesting had, dat er dan wel een jobke voor mij zou zijn; rondrijden op een moto, wat met de honden werken, kortom, het boerderij-werk! Moest het niet de verkeerde kant op zijn (3 uur in Victoria) ik zou natuurlijk direct meegegaan zijn. Desalniettemin zal ik het zeker niet vergeten!

Maandag was het Labour Day (enfin, hier in SA noemen ze dat Adelaide Cup Day, een grote paardenren in Adelaide) en dat was er niets open. Die morgen nog wat jonge honden van Twisty bekeken, en Matt heeft er nog ene gekocht. Dat was wel een echt natuurtalent. Die pup had de schapen nog maar twee keer gezien, en nog geen training gehad, maar die dreef die gewoon op natuurinstinct samen! Die schapen waren wel 10 keer zo groot denk ik (grote schapen hier in Australie, ongeveer 2 tot 2,5 keer zo groot als de onze denk ik) maar ze waren wel gedwee, met die pup errond!

Heb dan nog enkele supertoffe fotos gezien (heb er ook ene gekregen van Jill), waaronder zo ene met 25 Kelpies in de laadbak van een ute. Dat was wel een toffe anecdote: Twisty was met die honden naar de pub gereden, de andere mensen hadden gevraagd of die honden daar wel zouden blijven (in de laadbak) en Twisty had gezegd, ja ntuurlijk. Enkele pinten/uren later merkt er ene op: Twisty, uw honden zijn weg; zie je wel, die gingen daar niet blijven! Twisty: die zijn daar wel nog. Die gaat naar buiten, fluit eens, en 25 hondenkoppen floepen boven de rand van de laadbak uit!!

Enfin, weer dus een echt toffe ervaring rijker!
Daarna was het dan tijd om een jobke te gaan zoeken, dus op naar Loxton!
gepost door Schapenherder Simon om 0300000020 op 15/03/2006 - 8 reacties


04/04/2006


Werk nodig? Massa's werk voorhanden!

Eens aangekomen in Loxton, bleek het niet zo echt moeilijk om werk te vinden; het is immers druiventijd, en dan is er dus massa's werk voorhanden! Ik besloot even wat wwoof-hosts op te bellen (de meeste in de omgeving hebben een wijngaard), en met de eerste had ik al direct prijs! Johnnie Tambo is een druivenkweker, die echter niet meer met plukkers werkt, maar met de plukmachine. De reden is dat het veel sneller gaat, en veelal goedkoper is. Dit jaar is zowat het eerste jaar dat de prijs van de druiven gekelderd is. De reden daarvoor is gedeeltelijk de Australische regering. Die heeft jaren geleden massaal geinvesteerd in druivenkwekers om de Murraylands zo een beetje een plaats op de kaart de bezorgen. Dat is gelukt, maar het probleem is dat iedereen in de omgeving wijnstokken begon te planten! En bovendien waren er enkele grote spelers op de wijnmarkt die de wijnproducenten opkochten en nog groter werden en dus de prijs gingen bepalen. Met alle gevolgen vandien...
Maar goed, Johnnie had wel enkele conneties in Loxton, en via hem kreeg ik het nummer van Arthur Pippos, die een nursery (waar ze dus planten kweken) had. Die dus opgebeld, maar het was die dag aan het regenen (zeer uitzonderlijk trouwens) dus er werd niet gewerkt die dag.
Die avond belde Paul, Arthur zijn zoon, mij op op te zeggen dat ik de volgende dag wel mocht afkomen, omdat het waarschijnlijk niet meer ging regenen en ze wel wat volk konden gebruiken. Hoera!

De volgende dag, ik stipt eeen kwartier te vroeg aan de nursery, het was niet meer aan het regenen, dus ik had mijn jobke beet! Het werk was niet direct iets waar je een universitair diploma voor nodig had: stokjes planten naast de jonge amandelbomen. Verdere aanvulling: 75000 amandelbomen, dat zijn dus een heleboel stokjes!
Dat was dat wel gedaan na enkele dagen (we werkten met z'n drieen) dus op naar het volgende werkje: die zelfde amandelbomen met een reepje plastiek een een nietje verbinden aan dat stokje. Dat gebeurde met een tapegun, dat een zeer gecompliceerd nietjesmachine. Enfin, 4 nietjes per boompje, da's nog veel meer nietjes!!

En bovendien werd SA getroffen door een hevig nazomertje: temperaturen tot tegen de 40 graden, met een strak blauwe lucht en een felle zon, met boompjes van een half metertje hoog (niet teveel schaduw dus) er zijn plezieriger dingen. Gelukkig viel de compagnie wel mee: twee locals: de ene die dit deed om Pippos wat te helpen als wederdienst en een andere die vrij veel wist te vertellen over de omgeving.

Enfin, nadat al die boompjes vastgeniet waren, mochten we weer wat lager gaan werken: scheuten afknippen, net boven de grond! Gelukkig was dat al eens gedaan, dus ging dat nog wel snel vooruit, maar echt plezant was dat toch niet.
En bovendien is South Australia de staat van de 'shitprickle'! Dat is zo een onkruid dat prikkers aanmaakt en die dan natuurlijk in allerhande lichammsdelen terechtkomen, met verdorie scherpe doornen daaraan! Als je niet van doornen houdt, ga nooit naar SA, want het bulkt er echt van!! (Dat zal wel iets te maken hebben met het feit dat SA de droogste staat van het droogste bewoonde continent ter wereld is) Dat ding heeft natuurlijk wel een officiele naam, maar Bill, de lokale tuinier, noemde dat shitprickle, en ik kan hem geen ongelijk geven...

Tijdens de pauzes werden we ook nog getrakteerd op koekjes en ter plekke geplukt fruit (appels en zelfs mango's) en op vrijdag, de laatste dag dat ik daar werkte, hebben we zelfs een barbeque georganiseerd!!

Om het even te hebben over mijn verblijf: ik vebleef bij een zekere Jose Antoine Rodriguez, Spaans van geboorte, maar Australier. Die had niet ver van de nursery een huisje dat hij aan het opknappen was, en ik mocht daar gewoon blijven slapen en eten en doen en laten wat ik wou! Ik was daar dus echt wel met mijn achterste ik de boter gevallen! Wat nog meer was: Toni (zo noemt iedereen hem) heeft in Frankrijk voor chef gestudeerd en heeft dat beroep een hele tijd uitgeoefend in Oz! Sjongejonge, de maaltijden waren wel wat beter dan ik in lange tijd gehad had! Ik mocht ook niets betalen, maar dat vond ik dan wel te ver gaan, dus heb ik maar wat geholpen met het huis op te knappen (vooral dingen verslepen, maar ook een muur verven en derglijke)

Enfin, na enkele dagen was het mooie liedje uit, geen werk meer op de nursery! Ik mocht dus op zoek naar ander werk, en maandag belde ik iemand op met een wijngaard van 500 hectare (!) die geplukt moest worden. Dat nummer had ik alweer via Johnnie gekregen (echt een pracht van een vent, wel een beetje excentriek) en op dinsdag had ik mijn volgende jobke alweer beet!

En het plezierige was: ik moest zelfs geen druiven plukken!! Op dat moment moesten er zo snel mogelijk, zo veel mogelijk druiven geplukt worden, en die moesten natuurlijk opgehaald worden. Normaal gezien doet een iemand dat, maar voor deze massa konden ze wel een extra hand gebruiken. En dat werd ik! Het werk was weer simpel: Kim (de kerel die normaal de emmers met de druiven leegt) rijdt op de traktor tussen de rijen en ik kieper de emmer (met druiven) leeg in een container op de traktor. Simpel, maar niet gemakkelijk: 120 emmers per container, en een volle container was ongeveer een halve ton druiven... En gemiddeld 15 ton per dag!
Gelukkig wisselden Kim en ik wel eens van plaats. Ik zie de meesten al denken: jij kan toch niet met een traktor rijden?! Inderdaad niet, maar nu dus wel! Da's eigelijk nog wel gemakkelijk, eens je alles zowat weet staan.
In het begin heb je dan wel stoten voor, zoals een container omkieperen omdat de voorkant tegen de grond botst, of betonnen paaltjes omverkegelen, of in de wijnstruiken rijden, omdat de stuurbekrachtiging ineens uitvalt, of op volle snelheid tegen een waterput knallen, maar die traktors krijg je niet kapot, dus allemaal niet zo erg.

Er was dan wel een dag dat het ongelofelijk druk was: een hele nest plukkers, verspreid over drie verschillende velden, het was echt koersen die dag! Het was op die dag dat ik leerde dat een traktor maar twee snelheden heeft: Planche vooruit of achteruit! Laagste versnellingen werden niet gebruikt, dat was tijdverlies! Op die dag leerde ik oolk snel containers op te pikken en af te zetten, want het was echt rushen! Maar wel plezant en echt moe ben je niet op het eind van de dag (dat komt omdat als de container vol is, je wel een drietal minuten rust hebt, eer de volgende terug is, en op de traktor kan je ook wel wat rusten)
En soms is het zo dat er aan beide kanten reeds geplukt is, zodat er overal emmers staan, en dat draai en keer je dus (emmer oppikken, draaien naar container, leegkieperen, draaien, emmer over de volgende rij gooien, draaien, twee stappen, volgende emmer opnemen) zodat je na twee minuten compleet draaierig bent, en alle gevoel voor richting kwijt geraakt. Met als gevolg: je pikt de emmer op, zwiert de inhoud over de volgende rij en werpt de emmer in de container. Met algemene hilariteit op de traktor van Kim natuurlijk. Dat was feitelijk wel grappig achteraf, alhoewel ik dat dus helemaal niet doorhad, dat ik dat dus gedaan had...

Dat werk heb ik dan een weekje volgehouden (tot vandaag, dinsdag 4 april) omdat het werk morgen toch eindigde en omdat het tijd is om weer eens verder te trekken, richting Kangeroo Island!
gepost door Simon op zoek naar werk om 0800000012 op 04/04/2006 - reageer


15/04/2006


Op naar Kangeroo Island - 5 tot 8 april

Na mijn vertrek uit het landelijke Loxton, vertrok ik naar Swan reach, en vandaar volgde ik de Murray River daar de kust toe. Ik passeerde daarbij plaatsjes als Foster en Mannum, waar ik ook de ferry nam om de Murray - de langste rivier in Australie - over te steken. De zichten die je op de rivier hebt van langs de weg zijn echt fenomenaal, en ze zouden nog mooier geweest zijn, moest het niet zo'n slecht weer zijn, wat de pret wel wat drukte, maar tegelijk voor prachtige regenbogen zorgde!

Die nacht verbleef ik dan in Murray Bridge, een redelijk onbetekend plaatsje (met 17000 inwoners - wat die daar deden weet ik ook niet)

De volgende dag reed ik dan langs Wellington, waar de Murray in Lake Alexandrina overgaat. Vandaar ging het naar Milang en vandaar naar Strathalbyn, een leuk dorpje met enkele mooie gebouwen in. De trip ging verder langs Ashbourne, waarbij de weg doorheen rollende heuvels ging (echt prachtig, maar jammer genoeg was het slecht weer)en dan heb ik nog wat rondgewandeld op het domein van Currency Creek Wineries. Het wandelen deed wel goed, alles was fris en koel van de regen, maar voor de rest zag het er echt wel triestig uit: druivenstokken die geplukt waren, een moeras dat droog ligt, zware bewolking,... Na de wandeling ging het dan naar Goolwa en Victor Harbor, waar ik de nacht hebt doorgebracht. Die tocht volgde de zee, langs Middleton en Port Elliot, waar blijkbaar een van de beste surfstranden van SA is, maar waar nu niemand was (koud en regen...) en waar ook niet veel golven waren.

De volgende dag ben ik wat in Victor Harbor gaan rondwandelen, op Granite Island geweest (waar ook al little penguins zitten - dat is hier precies een plaag in Ausrtalie), dat met een brug verbonden is waarover je kan gaan met een paardentram - hypertoeristisch dus.
Voor de taal-specialisten: Victor Harbor wordt niet Victor Harbour geschreven omdat een of andere enthousiasteling 150 jaar geleden de 'u' vergeten is in de naam van het plaatsje...

De volgende dag was mijn laatste dag op het vasteland. Van Victor Harbor ging het langsheen het Deep Creek NP naar Cape Jervis. In dat NP heb ik ook mijn eerste samenscholing van kangeroo's gezien. Die stonden zowat naar de auto te kijken en te herkauwen (of te sjieken, dat weet ik niet)- best een grappig zicht - maar van zodra ik er een foto van wou nemen, gingen ze er natuurlijk vandoor (typisch!) Enfin, in Cape Jervis was de aankomst en vertrek van de ferry het spannendste moment van de dag, er is daar echt niets te doen (had dat ook niet echt verwacht) Tegen de avond toe heb ik dan de ferry genomen van Cape Jervis naar Penneshaw, dat mogelijkst nog kleiner is dan Cape Jervis (met moeite 1000 inwoners, waarvan de meesten niet eens permanent!)
gepost door Fleurieu-explorer Simon om 0500000028 op 15/04/2006 - 2 reacties


17/04/2006


Halfweg en nog zoveel te doen!!

Dit tekstje om dus te melden dat ik exact 6 maand in Australie ben!! En ik ben tot de constatatie gekomen dat ik nog maar een vierde van Australie gezien heb, dus dat ik in principe nog anderhalf jaar nodig zou hebben... Ik zal er dus mogen invliegen voor de volgende 6 maand!
gepost door Halve Aussie om 0500000020 op 17/04/2006 - 1 reactie


20/04/2006


Kangaroo Island

Toen ik aankwam op Kangaroo Island, was het natuurlijk al donker. Ik reed wat weg van het dorpje, en moest al direct op de remmen gaan staan, want er stond daar zo'n pinguin op de straat te koekeloeren! Het beest maakte zich natuurlijk direct uit de voeten eens ik stilstond en een fotootje wou nemen.
De volgende stad begon het weer eindelijk wat uit te klaren, de zon brak zelfs door! Dat kwam goed uit, want ik passeerde langs een heleboel uitkijkpunten waarbij slecht weer natuurlijk niet gewenst is. Het eerste dat opviel is dat Kangaroo Island niet zo verschillend is van het vasteland, wat ik waarschijnlijk ten onrechte verwachtte. Ik dacht meer een Tasmaanse omgeving te zien, maar de flora was nog steeds geconcentreerd op de droge omstandigheden. Het tweede dat opvalt op KI is de vreselijke hoeveelheid toeristen en toerbussen die er te zien zijn. Soms kunnen toerbussen niet meer weg, omdat er teveel bussen staan!
Ik probeerde dus wat weg te geraken van de talloze toeristen op het eilandje van ongeveer 4000 vierkante kilometer. Ik besloot naar een Wilderness Protection Area te gaan, waar de bedreigde en dus beschermde glossy black-cockatoo leeft. Volgens verscheidene papiertjes kan je die beesten zelden zien. Er is ook een waterval... blijkbaar. Toen ik daar dus was, was er geen waterval, maar wel zo ongeveer een tiental glossy black-cockatoos! Die vogels wilden natuurlijk weeral niet stilzitten, waardoor fotos nemen een onmogelijke opdracht werd.

Maar na de eerste dag KI was ik wel achter dat het eiland niet zoveel speciaals te bieden heeft, of toch niets dat je op het vasteland niet kan vinden.
De tweede dag doorkruiste ik het Flinders Chase NP, wat vooral bekend is omwille van Remarkable Rocks. Dit is wel redelijk 'remarkable', omdat je, als je erheen rijdt, de rotsen ineens ziet verrijzen uit het groen dat langs de weg groeit. De rotsen zijn door weer en wind tot grillige vormen bewerkt, wat wel een speciaal effect geeft aan de dingen. Wat verder is Admiral Arch, een natuurlijk brug/grot, waar zeeleeuwen zitten, en veel toeristen natuurlijk.

Dag drie begon met een flinke wandeling langsheen de ondertussen bekende vegetatie naar een drooggevallen lagoon. Verder heb ik ook Kelly Hill Caves eens van dichterbij bekeken. Er is een wandeling die langsheen de oude ingang van de grot gaat, met een ladder die je niet behoort te gebruiken, en die ik dus wel gebruikt heb om eens een kijkje te nemen in de grot. Het was er zoals te verwachten was, wel te donker om iets te zien...
Na de Kelly Caves ging ik dan naar de koala walk, wat iets belachelijks is: je hebt twee rijen eucalyptusbomen, en in twee ervan zat een slapende koala... En blijkbaar zit het eiland vol met van die dieren...
Die dag ben ik dan ook naar Vivonne Bay gaan kijken, wat recentelijk tot mooiste strand van Australie is uitgeroepen, maar dat is een optelling van zandkwaliteit, waterkwaliteit, zeeleven en dergeljke dingen, want eigenlijk is het gewoon een zandstrand, zoals er wel heel erg veel kan vinden in Oz. De dag werd beeindigd door naar Tadpole lookout te gaan, en niet zo ver daarvandaan te kamperen. Daarbij moet gezegd worden dat het weer de voorbije dagen alweer omgeslagen was, en het dus weeral aan het regenen was...
De laatste dag ging het naar Cape Willoughby, waar dus een vuurtoren staat, met een mooie omgeving. Dat ligt al niet ver meer van Penneshaw, dus deed ik het rustig aan, had een aangename lunch in Antechamber Bay, en ging dan terug naar Penneshaw, waar ik nog een wandeling langs de kust heb gemaakt, waarbij ik veel Tamar wallabies heb gezien, die al helemaal gewend waren aan menselijk gezelschap, en - op enkele na - dus niet wegsprongen. Waardoor ik dus wat fotos kon nemen.
Enfin, dat was het dus voor mijn verblijf op KI. De volgende morgen nam ik dan de eerste ferry terug naar het vasteland, en kon ik mijn weg voortzetten richting Adelaide.
gepost door Kangeroo Simon om 2300000042 op 20/04/2006 - reageer


Update bij Kangaroo Island

Nog iets, wat feitelijk misschien wel het beste was van Kangaroo Island: Little Sahara. Dat is een zandduin-formatie, waarbij je inderdaad het gevoel hebt in een woestijn te staan. Het was daar ongelooflijk aan het waaien, en dat gaf dus wel bijzondere effecten met het zand dat van de duinen gewaaid werd. Alhoewel je dan wel heel de tijd met je ogen liep te knipperen tegen het zand dat erin gewaaid werd...
Dat heb ik ook op dag drie gedaan dus
gepost door Simon om 2300000049 op 20/04/2006 - 2 reacties


13/05/2006


MEGA-update

Sjongejonge, zit ik hier nu ver achter met mijn dagboek!! Ik dacht: Ik zal hier maar eens een mega-update neerpennen... Hier gaat ie dan!

De dag dat ik de ferry naar het vasteland nam, was het voor de verandering nog eens aan het regenen. Je moet daar dus wel bij denken dat ik op dat moment in de droogste staat van het droogste bewoonde continent ter wereld aan het rondtrekken was... Soit, de tocht ging dan van Cape Jervis, overheen Second Valley - wat zeer mooi is (zelfs als het regent) - doorheen dorpjes als Sellicks Beach, Yankalilla en Myponga, naar McLaren Vale, HET wijndorp op het Fleurieu Peninsula. Daar heb ik dan ook eens goed rondgekeken, alvorens door te gaan naar Meadows, Echunga en Hahndorf, een hypertoeristisch dorp vol met Duitse artifacten. Het dorp was immers gesticht door Duitsers (net als vele andere in SA, maar Hahndorf is zowat overeind gebleven als Duits dorp) Na Hahndorf ging het dan naar Mt Lofty Lookout, van waar je normaal gezien wel een mooi zicht hebt over Adelaide, maar doordat de zon reeds laag stond, kon ik niet veel zien...

De volgende dag was dan eindelijk de dag van mijn blijde intrede in Adelaide. Het was 14 april, en de goede verstaander heeft al begrepen dat dat Goede Vrijdag was. En in Australie is dan niets open. Dus slofte ik wat rond door een bijzonder stil Adelaide. Een bijzonder fraaie stad, compact, en volledig omringd door tuinen en parken. Het is, zoals de meeste Australische dorpen en steden, opgebouwd volgens het dambord-patroon, wat alles goed bereikbaar maakt. Zelfs te voet, want Adelaide is niet echt groot (het CBD - Central Business District - toch niet) Enfin, nadat ik zowat doorheen Adelaide in elke richting was gewandeld, besloot ik in te checken in Annie's Place, het hostel op Franklin Street (niet dat dat veel uitmaakt waar dat is) Alles werd dus van de auto overgeladen in mijn kamer, en op vrijdag kon ik alles eens goed uitsorteren, want na al dat rondtrekken verzamel je een heleboel rommel, dat kan ik wel bevestigen...

De volgende dagen werden dan gevuld met Adelaide verkennen, de musea (de art gallery in het bijzonder was zeer interessant), maar na een weekje had ik wel gezien, dus dacht ik; ik ga er weer vandoor. Dus haalde ik de auto, startte (zonder problemen) en dan wou ik terugrijden naar het hostel om alles op te laden, maar mijn vehikel had duidelijk andere gedachten. 20 meter verder viel de motor ineens uit. Zeer ongelukkig, want dat was op het midden van de baan! Ja lap, wat was er aan de gang?! Nog eens proberen starten: niets. Dan de roadsite Assistance maar opgebeld, binnen een halfuurtje waren die daar. Die kerel gaat over heel de motor, timing belt, ontsteking en dergelijke: niets! David (dat was zijn naam) moest eens goed in zijn haar krabben en zei dat hij dat nog nooit gezien had. Er was voor hem maar een oplossing: naar een mechanicien trekken en die het laten oplossen. Maar dat ging nogal heel veel geld kosten, en ik zei dat ik daar niet teveel voor voelde, want ik had ondertussen ook al een olielek ontdekt in de versnellingsbak, wat dus ook wel eens ging opspelen. Enfin, David begreep dat wel, dus sleepten we de auto weg van de weg, en David ging de auto die avond komen ophalen met een trailer, zodat die weg kon gebracht worden. Tot zover dus mijn avonturen met de auto. Daarna was het dus alles terugslepen naar Annie's Place, terug inchecken en eens goed nadenken wat ik verder wou doen.

Enfin, ik zat dus een beetje vast in Adelaide. Alhoewel, dat vastzitten viel wel nog heel goed mee, zoals je in het volgende verhaaltje kan lezen!
gepost door Simon met eindelijk eens tijd... om 2200000041 op 13/05/2006 - 1 reactie


14/05/2006


Feestje?

Daar ik alles in Adelaide zowat gezien had, viel er dus niet teveel meer te exploreren... behalve het uitgangsleven dan. Het was immers zo dat het hostel gerund werd door twee lieftallige studentjes uit Adelaide, die, net zoals overal ter wereld, de binnenkant van een pub/cafe/bar beter kennen dan de namen van hun professors. Bovendien was er in het hostel een beetje een vaste kern ontstaan (mij dus inbegrepen) en dus moesten we dringend eens Adelaide bij nachte gaan verkennen. Enfin, om een lang verhaal kort te maken, dat bleef natuurlijk niet bij een uitstapje, maar het was wel bijzonder plezierig!! In Adelaide is echt wel veel afwisseling (dat is waarschijnlijk wel in elke Australische stad); het gaat van jamming over metal, hardrock, jazz en blues en natuurlijk ook de bijzonder originele boenke-boenke muziek. Het valt wel op dat Australie over het algemeen zo een beetje een half jaar achter zit ten opzichte van Europa (enfin, belgie dan toch) Kelly Clarkson is hier nu DE ster (da's zo'n idool-geval uit Amerika en al die Australische tieners gaan hier steil uit de bol als ze die grijsgedraaide hit weer eens laten horen) Soit, da's best wel plezant om al die Austaliers systematisch dronken zien te worden (Australie = bierland...) Zeker als je zelf nuchter kan blijven (enfin ja, nuchter, je begrijpt mij wel he)
Een van de plezante avonden was op een donderdag. In een van de pubs is het dan Ladies Night, wat feitelijk een eufemisme is voor vleesmarkt (die benaming komt niet van mij, maar is wel doeltreffend en verklarend) Het vrouwelijk gezelschap krijgt dan vodka's voor 1 dollar, en de drank vloeit dus rijkelijk. En dan is het wel eens plezierig om al die mensen dingen te zien doen die ze zich de volgende morgen hoogstwaarschijnlijk zwaar zullen beklagen (als ze dat tenminste nog kunnen herinneren) Om jullie daar allemaal gerust te stellen, ik ben de volgende morgen alleen in mijn bed wakker geworden (zonder hoofdpijn), dus het is niet nodig om jullie ergens zorgen over te maken. Maar het is echt wel leutig om dan die andere backpackers te zien die met zeer kleine oogjes liters koffie naar binnen gieten om toch maar wakker te blijven en die hoofdpijn te verdrijven. Zonder veel succes meestal!

Op een andere avond was het jamming-night. Alweer doorzakken, want het was de verjaardag van een van de gasten waarmee we altijd uitgingen. En sommige van die jam-artiesten konden er de sfeer wel goed inbrengen, dus we hadden wel een fenomenale avond (alweer...)!

Een andere avond bleven we in het hostel, want er was bijna geen volk; bier en wijn werden vakkundig getransporteerd naar een van de kamers, en het drinkgelag kon beginnen. Natuurlijk werd de avond begonnen met 'drinking games', vreed plezant natuurlijk en iedereen meedoen, da's evident. Een van de spellekes was met kaarten: je maakt een soortement driehoek met kaarten:
k
k k
k k k
k k k k
De onderste en tweede rij van boven: gokken of het rood of zwart is, de andere twee rijen, hoger of lager. Als je mis bent, alle kaarten weer omdraaien en drinken natuurlijk. In het begin valt dat nog wel mee, maar als iedereen een halve liter bier/wijn opheeft, is het al wat moeilijker (begrijpelijk zeker??) En als er dan nog van die andere kerels om je heen zitten die rood en zwart en hoger en lager door elkaar roepen, ja, dan weet je wel dat je met een echt drinking game bezig bent...
Enfin, we hebben nog enkele andere spellekes gedaan ook, maar na een tijdje hadden we daar genoeg van en dronken we gewoon en maakten we wat lol, tot een van de gasten ineens ziek werd, natuurlijk van teveel drank, en naar een toilet moest geleid worden, en daar wel even bleef... Tegen dan was het een beetje teveel zatte boel geworden voor mij, en besloot ik maar naar bed te gaan (de zon begon trouwens op te komen...)
gepost door Simon om 0100000003 op 14/05/2006 - 1 reactie


15/05/2006


Een kleine excursie doorheen wijnland - 4 tot 6 mei

Na enkele feest-dagen was het toch wel weer eens tijd om het gebied rond Adelaide te verkennen. Dus op een goede morgen huurde ik een autootje en laadde ik alle in en vertrok richting Barossa Valley, een icoon in de wijn-wereld. Eerst ging ik een kijkje nemen in het onooglijke dorpje met de grappige naam Gumeracha, waar het grootste schommelpaard ter wereld staat. Ik denk persoonlijk dat als dat paard omvalt, het hele dorp van de kaart verdwijnt. Het ding is net geen twintig meter hoog, maar dat dorp is echt wel klein.

Goed, na dat paard dan gezien te hebben, ging het doorheen heuvels, velden en kleine dorpjes naar de Barossa Valley. Plaatsen als Angaston, Tanunda en Nuriootpa stellen niet zoveel voor, het zijn vooral bevoorradingsplaasten voor de omliggende wijn-producenten. Op die rit passeerde ik Williamstown, waar een dam is met bijna perfect akoestische eigenschappen. Als je aan de andere kant fluisterde, kon je het aan de andere kant horen!

De Barossa Valley is wel een aardig gebied om in rond te toeren, maar echt veel fun is er niet aan als het regent... wat het dus overvloedig deed! En bovendien waren de meeste 'cellar doors' (wijnhandelaars waar je de wijn rechtstreeks kan kopen) gesloten (waarom weet ik ook niet)

Ik besloot dan maar wat rond te cruisen doorheen het gebied en geraakte zo verzeild in Bute. Daar was een wildlife park, zomaar midden in het dorp, met kangaroos, wallabies, emu's en ook meer algemene dieren als eenden, schapen en dergelijke. In ieder geval, er was daar ook een albino-kangaroo! Da's dus een witte kangaroo, wat best wel grappig om te zien was.

Het hele gebied rond Bute bestaat voornamelijk uit graanvelden, en het graan is al enkele weken binnengehaald, dus de rit terug naar Adelaide was er een doorheen een grote leegte eigenlijk.

Terug in Adelaide besloot ik nog even naar de stranden, net buiten Adelaide, te gaan. Vooral Henley Beach is wel een plezierig plaatsje. Niet teveel winkels of commercieel strand-gedoe, gewoon een plaatsje waar de normale mens komt uitblazen (of wordt uitgeblazen, want er stond nogal veel wind) van een stresserende tijd in de stad. Daar heb ik dan op mijn gemak wat rondgehangen, beetje langs het strand wandelen enzo, en als het dan wat donker begon te worden, reed ik terug naar de stad, want de volgende morgen moest ik de trein richting Alice Srpings nemen.
gepost door Simon op uitstap om 0600000037 op 15/05/2006 - 1 reactie


Nog even in de stad...

Op zondag besloten enkele van de vaste kern een houseboat te huren. Dat is dus een huis op een boot, met veel ramen, een keuken, enkele kamers, een barbeque en een motor.

Aangezien dat ding natuurlijk niet in Adelaide lag, besloten ze een auto te huren, en ik was van dienst om hen naar Murray Bridge, waar hun boot lag, te rijden en hen daar af te droppen. De bedoeling was voor mij, hen af te zetten en terug naar Adelaide te rijden, want ik moest om 1600 al op het treinstation zijn.
Maar feitelijk was het veel te plezant op die houseboat, en ik moest dan ook nog luisteren naar die kerel die alles uitlegde en dan heb ik ook maar een kort tochtje gemaakt op de boot, wat heel erg plezant was. Ik had al even spijt dat ik de trein moest nemen, in plaats van mee te gaan op de tocht. Enfin, plots was het dan 1500, en mocht ik mij nog reppen om op tijd terug in Adelaide te zijn. Murray Bridge is immers een klein uur rijden van Adelaide! Auto teruggebracht, in de bus gesprongen; lap, batterij plat. Taxi tegengehouden, en dan naar het treinstation gesjeesd, net op tijd om nog binnen te mogen. Op de trein mij direct gesetteld, want ik zou op het ding verblijven voor 18 uur, voor ik in Alice Springs aankwam!
gepost door Simon om 0800000011 op 15/05/2006 - reageer


28/05/2006


Red Centre, leegte en wat stenen - 7 tot 12 mei

De treinrit op de 'legendarische Ghan' (zo stellen ze dat hier zelf voor) was aanvankelijk redelijk interessant, doorheen verschillende plaatsjes en ook doorheen enorme lege vlaktes, maar eens het donker werd, was het plezante er wel wat van af. Tegen dan zat ik dan trouwens al enkele uren op de trein, en dat steekt heel erg rap tegen. Soit, ik ging dan maar wat op en neer wandelen, ging wat in de lounge rondhangen (jaja, de treinen zijn voorzien van een lounge en zelfs een restaurant) In de lounge zaten nog enkele andere backpackers waarmee ik natuurlijk nog wat moest kaarten, maar echt interessante mensen waren het niet. Zoals je wel begrijpt, het was een lange, lange rit...
Maar dan kwamen we eindelijk aan in Alice Springs. Nog voor je goed en wel met je stijve ledematen van de trein gesukkeld was, werd je al besprongen door enthousiaste hostel-uitbaters die je bijna letterlijk naar hun busje sleurden. Ik had mijn boeking voor Annies Place in Alice reeds gemaakt, dus wist ik wel direct waarheen ik moest gaan.
Eens mijn bagage afgeworpen te hebben in het hostel, was het tijd om eens in Alice te gaan rondwandelen. Na het koele Adelaide was de namiddag in Alice echter zwaar labeur. Mijn korte maar uitputtende tocht eindigde dus in de supermarkt, want ik had natuurlijk geen tijd gehad om voedsel te kopen in Adelaide voor ik de trein nam, en de rij wachtenden in het treinrestaurant was echt wel te lang om iets te kopen.
Terug in het hostel maakte ik dan eerst mijn rugzak voor drie dagen outback klaar. Ik heb namelijk besloten om een driedaagse toer te doen naar Uluru (ofte Ayers rock), Kata Tjuta (the Olgas) en Kings Canyon. Dat pakken duurde natuurlijk niet te lang, en daarna was het tijd om wat te gaan socialisen met de rest van de hostelgasten. En in de bar, die verbonden was met het hostel, was het een prettig weerzien met enkele mensen die ook in Adelaide in Annies gelogeerd waren. Je kan het al raden, het werd een lang bijpraten en dus alweer een korte nacht. En de volgende ochtend mochten we al om 0530 uit ons bed, om om 0600 te kunnen vertrekken! Lap, nog niet goed weg, en al een slaaptekort, dat beloofde voor de rest van de toer...

De toer begon oorspronkelijk doorheen Kings Canyon, dan Kata Tjuta en eindigde met Uluru. Maar er was een meisje dat vanop de luchthaven van Yalara, da's het vakantiedorp dat vlakbij Uluru ligt, opgepikt moest worden. Dus werd de toer in omgekeerde volgorde maar gedaan.
Dus er lag een vijftal uren rijden voor de boeg, en om eerlijk te zijn, dat was behoorlijk saai. De omgeving daar is ongeloofelijk leeg! Dat kwam dus, het slaaptekort in overweging genomen, goed uit, en binnen enkele uren na het vertrek was het merendeel van de bus al in dromenland. Bij de eerste stop, in Curtin Springs, dat enkel een roadhouse is (dus slaapplaats, tankstop en restaurant) haalden we de 'swags' op. Swags zijn grote zakken, waar een soortement matras is ingemaakt en die je dus gewoon uitrolt op de grond, je kruipt erin en slaapt. Daarna reden we door naar het Australisch icoon bij uitstek, Uluru, vroeger Ayers Rock. De grootste monoliet op 's wereld vasteland, was het best wel opwindend om het ding te zien verrijzen uit de voor de rest vlakke landschap. Het enige probleem was, omdat de meesten nog slaapdronker waren, en omdat je het ding zoveel keren gezien hebt op internet, reisgidsen, posters en dergelijke, is dat het wel even duurt voor je doorhebt dat je er werkelijk bent.
Het moment dat je werkelijk begrijpt dat je er naast staat, in plaats van naar de zoveelste foto te kijken, is wanneer je aan de base-walk begint. Dat is een twee tot drie uur durende wandeling omheen de basis van de rots. Er was de optie om het ding te beklimmen, maar daar het een heilig monument is voor de Aboriginals en bovendien redeljk gevaarljk is om te beklimmen, besloten velen het toch maar bij de base-wak te houden. Daarenboven achtte ik het uitzicht vanop de 300 meter hoge rots niet echt indrukwekkend, aangezien we zo ongeveer 500 kilometer van alles hoger dan twee meter, verwijderd waren... Dus met een redelijke groep begonnen we aan de wandeling, maar die groep viel al snel uit elkaar, natuurlijk omdat er verschillende wandeltempo's aangehouden werden. Een zestal man bleef samen (met mij) en de discussies en meningen van anderen aangaande het heilig zijn van Uluru en het correct zijn van het al dan niet beklimmen van de rots was echt wel onderhoudend, zelfs interessant, alhoewel het steeds uitdraaide op de conclusie dat er niet veel aan de geschiedenis kan gedaan worden en dat iedereen het voor zichzelf maar moet uitmaken in hoeverre hij of zij de cultuur respecteert en de rots al dan niet beklimt. (amai, wat ne lange zin)
Na de wandeling reden we dan wat rond de rots, want we zouden daar blijven tot zonsondergang.
gepost door Outback Simon om 0300000000 op 28/05/2006 - reageer


29/05/2006


Red Centre, act 2 - 7 tot 12 mei

We posteerden ons dus op een goed plaatsje ergens op de sunset-strip omheen Uluru. Het werd dus avond, en we besloten in plaats van te wachten, ons dinner maar klaar te maken. En zo geschiedde: voedel werd uitgehaald, het kooktoestel en het gas, en de pannen. Pannen? Aha, daarom was er zoveel vrije ruimte in de bus! De kookpotten zijn niet meegekomen!! Ja, het avondmaal moest dus nog eventjes wachten... Dus konden we volop genieten van de zonsondergang, en het moet gezegd, het was een ferme zonsondergang.
Nadat de zon onder was, reden we dan naar de campground van Yalara, waar we een barbeque konden gebruiken om het avondmaal op te bereiden. Dat viel nog reuze mee, en na de afwas, was het tijd om onze slaapplaats te gaan zoeken. En aangezien we de swags bij hadden, zou dat dus uitdraaien op 'bush-camping', oftewel, je gaat van de weg af en stopt ergens, rolt je swag uit slaapt. De weinige boompjes die er stonden, werden opgeofferd aan het groot vreugdevuur, want aangezien je in de woestijn verblijft, wordt het schandalig koud 's nachts. Dicht bij het vuur was het echter veel aangenamer en de groepssfeer was wel goed, dus de koude voelde je niet echt... Tot je 's morgens bibberend wakker werd!

's Ochtends werd het vuur zo snel mogelijk weer aangewakkerd, om toch maar een beetje op te warmen, want het was echt wel koud. Water werd opgewarmd, en de hete thee deed natuurlijk wonderen. Nadat de swags weer opgerold waren, en het vuur gedoofd, iedereen in de bus en terug naar Uluru, voor de zonsopkomst (je kan je al voorstellen dat er dus weer niet veel geslapen werd die nacht) Aangezien de sunrise-strip zo goed als op de weg ligt (in plaats van ernaast) en er veel te veel bussen stonden, besloten we maar terug te gaan naar de sunset-strip. Maar dat was nu eigenlijk misschien niet zo goed idee, aangezien de zon compleet een andere kant opkomt dan de rots. Maar aan de andere kant was iedereen gewoon blij dat het eindelijk wat warmer werd, met de opkomende zon...
Daarna was het op naar het volgende hoofdstuk in de driedaagse; Kata Tjuta.

Je moet maar eens kijken op een kaart van Australie, veel wegen zijn er in dat gebied niet. Feitelijk zijn er maar drie wegen: een die naar Uluru gaat, een die daarvan afwijkt en naar Kata Tjuta gaat en een die afwijkt naar Kings Canyon. Met als gevolg dat je dus terugrijdt over dezelfde weg voor talloze kilometers. Na een halfuurtje lag iedereen dus alweer te maffen (behalve de chauffeur natuurlijk) Ergens halverwege moesten we ook nog eens stoppen omdat een deel van de swags het beu was op en neer te hossen en van de bus sprong. Die dingen dus weer op het dak gebonden en dan verder karren. Eerst gingen we naar een uitkijkpunt, waarvan je Uluru en Kata Tjuta kon zien in volle glorie. Daar werden dus een heleboel megabytes gevuld door iedereen, en daarna reden we in een ruk door naar the Olgas, oftewel Kata Tjuta, wat Vele Hoofden betekent.

Eens in het gebied van Kata Tjuta, wat eigenlijk nog meer imposant is dan Uluru, want het is hoger en meer uitgestrekt, gingen we de wandeling doorheen de Vallei der Wind doen. Dat is dus een wandeling tussen de enorme rotsblokken die Kata Tjuta vormen. En al onmiddellijk werd duidelijk waarom dit een heilige plaats is voor de Aboriginals, net als Uluru. Het is vergeleken met de rest van het Red Centre, een echte oase, met boompjes, gras en zelfs water. Het was dus aangenaam wandelen, als je tenminste in de schaduw bleef. Want net als bij Uluru was de hoeveelheid vliegen immens, en eens de wind ging liggen en je in de zon wandelde, moest je als een complete malloot staan zwaaien met je armen om niet helemaal opgevreten te worden door de vliegen! Gelukkig wandelden we in de vallei van de wind, en was er dus wind, een aangenaam briesje dat verkoeling bracht en dus zoals gezegd, de vliegen weghield.

Daarna gingen we weer op weg, en hadden we een ontmoeting met een andere groep (zelfde organisatie, toer van een andere dag) die onze kookpotten bijhadden. Eindelijk konden we dus een avondmaal bereiden!! Na de zeer plezante tocht brachten we dan nog een bezoekje aan het info-center, dat eigenlijk meer aboriginal-art-winkel was dan informatiecentrum, en daar hadden we dan ook lunch.

Na Kata Tjuta was het een bijzonder lange etappe richting Kings Canyon, of toch naar de nachtelijke verblijfplaats, alweer echt wel in the middle of nowhere, ergens in de enorme vlakte die het binnenland van Australie is dus.
We deden hetzelfde als de vorige nacht: een deel maakte alles wat meer dan een meter boven de grond uitstak en uit hout bestond, met de grond gelijk, een deel pakte de swags uit, nog een groep, voedsel en dergelijke, en dan waren er nog enkele die goed bezig waren verloren te kopen in de woestijn op zoek naar een geschikte plek voor een toilet.
Da's wel het plezante aan een redelijk grote groep: er is niet teveel werk als iedereen wat meehelpt.

Enfin, na de vorige nachtelijke doorstane koude, hadden de meesten hun lesje wel geleerd, en iedereen zo dicht mogelijk bij het vuur kruipen, lekker gezellig!
Deze nacht echter was veel comfortabeler, het was om een of andere reden veel warmer dan de vorige nacht. Maar omdat het warmer was, bleven we langer op, en dus, alhoewel we redelijk goed slaapten, slaapten we alweer niet teveel. Maar goed, we waren nog niet waar we moesten zijn, dus er was nog genoeg tijd op de bus om aan dat slaaptekort iets te doen.

In Kings Canyon deden we een lange wandeling, die al begon met 'Heartattack Hill', een steile beklimming van de buitenkant van de canyon. Het einddoel van de wandeling (enfin, het midden, want we moesten natuurlijk terug naar de bus) was een waterhole, ergens diep in de canyon. Daar we al twee dagen in het stof hadden gelopen en met moeite water hadden gezien, was iedereen dus zeer opgetogen bij de gedachte van een verfrissende plons. Dus wandelden we gezwind naar het waterhole toe, en iedereen was bijzonder uitgelaten eens we daar toekwamen. Iedereen uit de kleren (tot zwemkledij natuurlijk) en dan eens voelen hoe warm het water was...
Bij velen verdween de glimlach als sneeuw voor de zon en het enthousiasme om in het water te gaan daalde zienderogen. Het water moest zo ongeveer een graad of vier geweest zijn, ijzig koud dus. Dat kwam voor een deel omdat er geen zon op het water stond en bovendien wat het niet meteen een ondiepe poel. Maar de dapperen onder ons, en ik mag mezelf daarbij rekenen, namen de sprong (feitelijk slipte meer dan de helft erin, want de rand was zeer gald, waardoor je dus, als je wou voelen hoe koud het was, erin tuimelde!) we zwommen zo snel onze verkrampte ledematen het toelieten naar de andere kant, waar de zon was, en kwamen daar dan weer op onze positieven. Maar natuurlijk hadden we in al ons jonge-honden-enthousiasme vergeten dat we nog terug moesten ook, aangezien onze kleren aan de andere kant lagen. Enkelen besloten dat er niets aan te doen was en sprongen met ware doodsverachting in het ijskoude water, maar anderen besloten dat het water net iets te frisjes was en beklommen dan maar de rand van de canyon, om zo rond het water te geraken zonder nat te worden.

Nadat al de zwemmers hun blauwe kleur wat hadden ingewisseld voor het iets gezondere rood, wandelden we terug naar de bus, waarna we koers zetten naar Alice Springs, aangezien dat het einde was van onze toer. We hadden nogal veel meisjes bij op de toer, en op een van de iPods die we bijhadden, stond de vermakelijke maar achteraf beschouwd bijzonder irritante hit, Forever Young, een ware klassieker die al ettelijke malen gecoverd is geweest. Het gedrocht is dit jaar weer gecoverd en voert al enkele weken de lijst van tophits aan in Australie, met als gevolg dat vanop de highway naar Alice Springs het ding meermaals meegekeeld moest worden door de volledige bus, wegens de enorme maar onbegrijpelijke populariteit. Moest Alice niet zover weg geweest zijn, ik had er naartoe gewandeld! Enfin, na drie dagen geen elektriciteit gehad te hebben, viel die iPod gelukkig zonder stroom, waarna we naar treffelijke muziek konden luisteren, maar het einde van mijn oor-gefolter was nog niet in zicht, zo zou later blijken...

Terug in Alice was het dus nummertje trekken om in de douche te mogen, en enkele onder ons verschilden echt wel dag en nacht met enkele uren tevoren. Enfin, de hele groep zat rond de tafel, we aten gezamelijk (5 dollar meals, een bijzonder goed idee van Annies, zowel in Alice als in Adelaide) Enfin, het was gezellig, en het bier was goedkoper als je er veel van kocht, met als gevolg dat de gouden drank rijkelijk vloeide...
gepost door Outback Simon om 0200000038 op 29/05/2006 - reageer


Red Centre, The End - 7 tot 12 mei

Efkes ter info melden dat er dus ook nog twee andere Belgen mee waren op de toer, Bruno en Nathalie. Het werd dus bijzonder plezant, zeker omdat we echt een multiculturele groep hadden: enkele Canadezen, wat Ieren, Duitsers, Denen, Finnen en natuurlijk de onvermijdelijke Aziaten, waarvan je eigenlijk nooit goed wist waar ze vandaan kwamen ("Where are you from?" "Yes, yes" "Japan?" "Yes, yes" en dan bleek dat ze feitelijk uit Korea kwamen...)

Enfin, eens onze gids - Neisha - erbij kwam zitten en iedereen uit de douche gekomen was en gegeten had, barstte de feestpartij echt los! Talloze ad fundums volgden elkaar in toptempo op, en de meesten waren dus al flink beschonken voor we Alice Springs op de kop gingen zetten, aangezien de bar in het hostel wegens licentie-wetgevingen, moest sluiten om elf uur.
Soit, er was een andere disco-plaats in Alice, waar we dus allen heentrokken, en waar we dus echt een beestig goeie tijd hadden. En net als Adelaide schijnt alcohol de hormonen in vijfde versnelling te brengen, wat met de ratio jongens-meisjes in de toer-groep natuurlijk tot hilarische en gedenkwaardige momenten leidde. Er was zo'n Duitser die zwaar aan het proberen was een Deense te imponeren, en die Duitser besloot haar een drankje te kopen. Die kerel was al behoorlijk in de wind, en toen die terugkwam met de drankjes, gaf die dat drankje aan het verkeerde meisje! En de originele had dat natuurlijk gezien en die kon daar natuurlijk niet om lachen, dus die uitvaren tegen die Duitser, die feitelijk niet doorhad wat hij had gedaan! Echt hilarisch!!

Maar zoals reeds vermeld, het einde van mijn gehoorproblemen waren nog niet in zicht; ettelijke keren werd Forever Young aangevraagd, en dat werd keer op keer gedraaid ook! Gelukkig was het toilet goed geisoleerd...
De muzikale Monster van Frankenstein buiten gelaten was het wel een goede DJ, dus er was echt wel veel sfeer. Uiteindelijk wandelden de drie Belgen dan als laatsten uit de club, nadat we vriendelijk gevraagd werden weg te gaan (omdat ze wouden sluiten natuurlijk) Dat was dus op een redelijk vroeg uur, en de volgende dag stond er een lange busreis voor mij op het programma in de ochtend reeds, maar na het immense slaaptekort op de toer, was ik al zo goed als een insomnia-lijder geworden...

Enkele uren later ('de volgende ochtend' zou verwarrend kunnen klinken...) stapte ik dus op de bus, doel Coober Pedy, opaal-hoofdstad van Australie (en vermoedelijk ook van de wereld)
Een schandalig lange reis, met enkele stops, waarvan een in de eerste (of laatste, afhankelijk van waar je komt) pub in het Northern Territory. Dat was in Kulgera, en die pub was dan ook wel alles wat daar was, naast een immens cattle station (een koeienboerderij dus) die waarschijnlijk een oppervlakte besloeg ter grootte van half Belgie...
Soeren (da's die Duitser die een pak slaag had gekregen van die Deense...) en ik kwamen dan aan in Coober Pedy, en aangezien Coober Pedy bekend staat om twee dingen, namelijk de opaal en het ondergronds karakter van de 'stad', besloten we in te checken in een hostel dat ondergronds gebouwd was. Da's best wel een apart gevoel, zo slapen in een grot, onder de grond. Enfin, Coober Pedy is best wel eens leuk om in rond te wandelen, maar meer dan 24 uur moet je er nu ook wel niet in doorbrengen, zoveel is er niet te doen. Er is wel een leuk gebied, waar het mijnafval terecht komt. En daar mag je als toerist dan gaan 'noodlen', dat is dus naar opaal zoeken zonder vergunning. Je hebt geen vergunning nodig als je op vrij domein zonder graafwerktuigen naar opaal zoekt. En er is zoveel opaal voorhanden daar, dat de kans dat je opaal vindt, vrij groot is ook nog! Wat de waarde betreft van die opaal, dat is dan nog wel een andere vraag. Enfin, Soeren en ik besloten dan maar de toerist uit te gaan hangen (we hadden eerst de winkels bezocht en ons gezamelijk budget was natuurlijk ontoereikend...) en ons geluk te gaan beproeven op de afvalhoop. Daar het ondertussen reeds namiddag was, werd het alweer schandalig warm (en daarom woont iedereen ook onder de grond) dus echt lang kon de zoektocht ons niet boeien, maar ik vond toch een steen met enkele verdachte opaal-kleuren in, dus besloot ik het ding maar mee te nemen. Ik hopte een winkel binnen en vroeg eens naar de waarde van wat ik gevonden had. De eigenares wist me te vertellen dat het inderdaad opaal was, maar dat de waarde ervan zo laag was, dat het zelfs niet waard was het ding te slijpen. Enfin, het is dan toch een goeie herinnering.

De rest van de namiddag bestond uit onszelf verplaatsten van schaduwplaats naar schaduwplaats, en vooral relaxen. en zo ontmoeten we de mensen van een andere toer, die op weg waren van Adelaide naar Alice. Dat waren best wel plezante mensen (enfin, enkelen die de moeite namen om te antwoorden op onze 'how'ryoudoin' begroetingen) n het bijzonder de toergids was wel plezierig, en na enkele minuten werden we al uitgenodigd om 3-dollar-pints te gaan drinken. Tegen dan was het al bijna tijd om naar de bushalte te gaan, dus moesten we jammer genoeg passen. Maar op het busstation vertelden ze ons dat we nog meer dan een uur tijd hadden, dus, aangezien de bushalte ongeveer vijf minuten wandelen van de bar was, wij terug en verder verbroederen met die toer. En daar leerden we ook waarom iedereen zo opgewonden was. Blijkbaar was die toer dus ook naar die noodling-hoop geweest en had een van de gasten een opaalsteen gevonden die gemakkelijk tot duizend dollar kon opbrengen! Die toergids had een tijd in Coober Pedy geleefd en in de mijnen gewerkt, dus kende de meeste handelaars daar en kende min of meer de waarde van de steen. En het moet gezegd, het was een bijzonder mooie steen; ik heb hem zelf mogen zien (zelfs vasthouden) We hadden in het hostel ook nog een andere Duitser gevonden die echt wel heel hard op zijn geld zat. Hij had bijna de volledige dag doorgebracht op de noodling-berg in de hoop natuurlijk een waardevolle steen te vinden, maar net als ik (die er amper twintig minuten had doorgebracht) had ook hij slechts 2-dollar-opal gevonden. Toen we hem dan vertelden van de 1000-dollar-opaal, werd die kerel zijn gezicht ineens heel erg bleek! Alweer een echt hilarische anecdote!

Daarna was het dan tijd om weer op de bus te kruipen voor de lange rit naar Adelaide toe. Gelukkig hielp het bier en de uitputtende dag (wegens de hitte) wel om wat treffelijker te slapen die nacht op de bus. Op die tocht ramden we ook nog een kangaroo. Opeens hoorden we een luide klap, en een van de vrouwen vroeg wat dat was. Buschauffeur zei dat het waarschijnlijk een kangaroo was geweest. De vrouw stelde dan voor om te stoppen en te kijken of het dier in orde was, maar de buschauffeur verzekerde haar dat het beest niet in orde zou zijn...
En dan, enkele uren na die aanrijding: platte band! Ik dacht meteen dat ik echt achtervolgd werd door platte banden, gelukkig was het deze keer mijn band niet! Maar goed, die bus dus opkrikken, wiel eraf, nieuw wiel erop, proberen Port Augusta te bereiken met een sateliet-telefoon die dan niet bleek te werken, en dan weer op weg, tot in Adelaide, zonder verder problemen.
gepost door Outback Simon om 0300000038 op 29/05/2006 - reageer


30/05/2006


Nog een weekje Adelaide

Eens terug in Adelaide, was het de bedoeling om zo snel mogelijk richting Perth te geraken. Hoe is dat ging doen, was nog een open vraag. Ik ging eens langs de hostels langs, om te kijken of niemand die weg opging met eigen wagen, maar geen geluk. Dan eens langs de reisbureaus langsgaan om na te gaan hoeveel een toer tot Perth mij zou kosten, en om eerlijk te zijn, het is mogelijk ziek te worden van de prijzen die je hoort. Oorspronkelijk waren ze niet zo duur, maar door de verdraaide logica van de reisorganisaties, wordt alles nogal heel duur; de organisaties hebben gemerkt dat de olie-prijzen recenteljk met ongeveer 50 procent zijn gestegen en hebben dat integraal doorgerekend naar de klant, met als gevolg dat alle prijzen met 50 procent de hoogte ingegaan zijn. De meerkost wordt dus niet verdeeld over de reizigers... Tot zover de economische uitleg.

Er bleef dus eigenlijk maar een optie over: de trein. Het feit dat dat de laatste optie was, lag in de enorme tijdspanne die je op het ding moest verblijven: 40 uur! De afstand is natuurlijk ook wel gigantisch, maar 40 uur is echt wel schandalig lang. Maar goed, dat werd het dan toch. Dus wou ik mijn ticketje boeken voor de trein van donderdag, maar het hele ding was volgeboekt! Geen enkel zitje meer! Ja lap, dat was dan tot zondag in Adelaide verblijven (niet dat ik dat zo erg vond, lees de vorige verslagen van Adelaide maar na ;) ) Bovendien kwamen de houseboat-huurders ook terug, dus echt saai kon je het 'tijdverlies' niet noemen.
Nog iets dat er te doen was: een van de managers wou met het busje leren rijden. Dat busje werd dus gebruikt om backpackers van de trein op te pikken en af te zetten. Het ding had natuurlijk een manuele versnelling, en Australiers kunnen dus niet met manuele wagens omgaan (eerlijk gezegd, volgens mij kunnen ze dat met automatics ook niet) Maar goed, na enkele uren, drie bijna fatale aanrijdingen, een half gesmolten versnellingsbak, enkele pseudo-hartaanvallen en andere aandoeningen die mijn leven waarschijnlijk met tien jaar ingekort hebben, begon het dan toch redelijk te vlotten.

Het begon dan voor de verandering nog eens goed weer te worden in Adelaide, en Chris, Daisy, Hannah en ik besloten dan op een wijntoer te gaan, doorheen de Barossa. Ik wou de Barossa ook wel eens zien als de zon scheen, daarom dat ik meeging. Chris en Daisy zijn beide Engelsen en waren twee van de vier die een houseboat hadden gehuurd. En Hannah was de manager die met het busje leerde rijden. Het leuke eraan was, dat we de toer voor een scherp verminderde prijs aangeboden kregen! Dat kwam omdat de organisatie besloot dat het seizoen ten einde liep, en omdat de managers van hostels al dikwijls eens gratis meemogen op een toer. Dat kwam dus heel goed uit! Er stonden vier wijnproef-plaatsen op het programma, waarvan drie voor de lunch... We hebben die toer op een vrijdag gedaan, wat betekende, de dag na donderdag (lees "Feestje?") met als gevolg dat enkelen nog niet echt wakker waren de volgende morgen, en dan maar het ontbijt oversloegen, met alle gevolgen vandien...
gepost door Simon om 0200000029 op 30/05/2006 - reageer


02/06/2006


Glaasje op, laat je rijden...

De eerste stop was Gumeracha, met het enorme schommelpaard. Ik ben daar dus inderdaad al geweest, maar het was ook wel eens leuk om het ding te zien als de zon schijnt. We konden het nu ook beklimmen! Het zicht van daar boven is nu wel niet echt spectaculair, maar we hebben dus wel een certificaat gekregen dat we het grootste schommelpaard ter wereld hebben beklommen!
Na het schommelpaard-dorp ging het naar Williamstown, inderdaad, met de Whispering Wall. De zon scheen nog steeds, en deze keer waren we met genoeg mensen om de helft aan de ene kant en de andere helft aan de andere kant te gaan staan fluisteren. En inderdaad, het is echt wel imponerend: je staat wat te kletsen tegen elkaar, 160 meter in rechte lijn, zonder te hoeven roepen!

Daarna was het tijd voor het echte werk: de eerste wijngaard. Jacob's Creek, bij de wielerfanaten zou nu een lampje moeten beginnen branden, of toch een belletje rinkelen. Want elk jaar wordt de Jacob's Creek Down Under wilerkoers hier in Australie gereden. En Jacob's Creek is dus de grote sponsor. Om maar te zeggen dat het een grote wijnproducent is. Maar wij waren daar dus voor het proeven. En al direct waren we dankbaar dat we niet zelf moesten rijden: niet minder dan 7 verschillende wijnen (waaronder een port) moesten de revue passeren. Onze gids van de wijngaard gaf ons nog enkele tips hoe de wijn treffelijk te proeven, en dan moesten we zelf maar eens proberen. Er lag ook een blaadje met informatie wat je zou moeten proeven, maar om eerlijk te zijn, veel van die dingen weet ik niet eens hoe ze proeven, en meestal zijn het dingen die je liever niet in de wijn proeft: potloodscherpsel, rook, bacon, chocolade?! Enfin, alhoewel we dus al die dingen niet konden proeven, moesten we toch toegeven dat het bijzonder voortreffelijke wijnen (en porto) waren!
Veel beter dan de zogenaamde 'goon' ("kgoen" uitgesproken) Dat is de wijn die in dozen van vier of vijf liter komt, in plaats van in flessen, en dus de bulk-wijn is, maar ook een stuk goedkoper.
Goon komt blijkbaar van het aboriginal woord voor kussen. Er zit in de dozen namelijk een plastieken zak waar de wijn in zit, en als de wijn op is, blazen backpackers de zak op, sluiten het kraantje en hebben een kussen!

Degenen die geen ontbijt genoten hadden, begonnen reeds lichte symptomen van dronkenschap te vertonen, gelukkig nog niet overdreven. De sfeer zat er echter goed in, na de eerste wijngaard. De tweede wijngaard was een familiebedrijfje, dus veel kleiner dan Jacob's Creek. Deze wijngaard was vooral bekend omdat ze het jaar tevoren (2005 dus) een zeer prestigieuze wedstrijd hadden gewonnen met hun merlot-wijn. Er was een wedstrijd aan de gang waarbij meer dan 10000 wijnen werden gekeurd, en de Merlot van WineCrest, dat was de naam, werd als beste uitgekozen! En het moet gezegd, een bijzonder aangename wijn! De andere wijnen waren anders ook wel niet mis natuurlijk. Nog een interessant weetje over de wijngaard van WineCrest. Het is dus een redelijk kleine wijnboer, 'slechts' 24 hectare druivengaard, en zonder irrigatie, wat betekent dat de druiven kleiner zijn - je hebt er dus meer nodig om dezelfde hoeveelheid wijn te produceren - maar de smaak is daarentegen wel scherper en voller. Bovendien werd de wijn volledig gemaakt met druiven op die plaats gekweekt, in tegenstelling tot bijvoorbeeld Jacob's, die ook druiven importeren uit andere druivengebieden in Australie. Jacob's gebruikt trouwens geirrigeerde druiven.

Sommigen waren nu dus reeds volledig het noorden en/of het evenwicht kwijt, en dan stond er nog een wijnproducent op het programma voor de lunch. Het werd Richmond Grove, en het huis dat aan de wijngaard is gelegen, is een Vlaams kasteel. Vraag mij nu niet waarom dat nu specifiek een Vlaams kasteel is, want ik kan er toch niet op antwoorden. Het is best een mooi gebouw, zoals je wel enkele kan zien in bijvoorbeeld Gent of Brugge. Het is dus een groot, oud gebouw, met een toren (zo ene als de 'Torekes' in Gent) Enfin, best wel interessant om te weten dat er dus een Vlaams kasteel in Australie staat. De rode wijn die we daar dronken (alle, proefden) was heel lekker, en aangezien we daar ter plekke een barbeque gingen stoven, besloten we maar een flesje te kopen, kwestie van iets te kunnen drinken bij de - overigens overheerlijke - barbeque, met kangeroe, emu, koe en varken op het menu, naast de groentjes. Het was trouwens heel idyllisch, zo naast een stroompje zitten, met een glaasje wijn, in de zon, een barbeque en helemaal geen rush of stress (nu ja, na al die wijn had stress geen enkele kans meer...)

Na de middag was het dan tijd voor de laatste wijngaard, maar om eerlijk te zijn, dat was niet echt een uitzonderlijke wijn, daarentegen was het zicht over de Barossa onbetaalbaar mooi. Na genoten te hebben van het uitzicht, sprongen (je begrijpt me wel dat dit niet letterlijk moet opgevat worden) we terug op de bus en werden we afgedropt in Tanunda, een plaatsje in de Barossa. Daar was nu niet echt veel te doen, maar onze gids bracht ons naar een cafeetje waar ze heerlijk ijs hadden. Het was echt genieten dus!

Na deze laatste stop, ging het dan terug naar Adelaide, en de meesten onder ons vielen al snel slaap, wegens de zon en de wijn (en het slaapgebrek) Terug in Adelaide, werd de avond gevuld met kletsen, kaarten, enkele dwaze films bekijken en gezellig samenzijn, want enkele vertrokken op zaterdag reeds.

Zaterdag was dus een redelijk stille dag, tot we 's avonds allemaal uitgingen, want iedereen (de volledige vaste kern die er bijna vier weken had verbleven) ging natuurlijk het afscheid 'vieren'. Onnodig te zeggen dat het bijzonder plezant was en dat het lang duurde (we hebben de pub helpen sluiten) Zondag was dus een korte dag, gevuld met afscheid nemen (best wel emotioneel), inkopen doen voor op de trein en dan om 1840 de trein opstappen richting Perth.
gepost door Wijnproever Simon om 0100000059 op 02/06/2006 - reageer


03/06/2006


Met de trein naar Oostende... alle Perth

De Indian Pacific... de trein van de ene kant naar de andere kant van Australie. 65 uur van Sydney tot Perth, 40 uur van Adelaide tot Perth. Bijna twee volle dagen op een trein dus, dat beloofde wat te worden. Opgestapt met Steve (Engelsman) en na een halfuurtje al kennis gemaakt met Matt, ook een Engelsman, en Mark, een Australier. En alhoewel het nog steeds een saaie rit was, was het met deze compagnie toch iets minder saai. De eerste stop was een onnozel plaatsje met de naam Cooke. In vroegere tijden, toen de treinen nog geregeld moesten bijvullen, waren er op het traject vele plaatsjes, maar met de privatisering en de modernisering van de treinen, verdwenen deze plaatsen weer. Maar Cooke bestaat dus nog, alhoewel er maar vier mensen wonen (tot enkele jaren geleden amper twee...) Daar stopten we voor bijna drie kwartier, voor voorraad aanvullingen. Er is dus helemaal niets te doen in die plaats, behalve de benen wat strekken en wat rondslenteren door het plaatsje met vele onbewoonde huizen. Na Cooke werd het terug op de trein en weer op weg voor enkele uren. We reisden op dat traject doorheen de Nullarbor Plain, een immense vlakte, met geen enkele boom op! Een boom wordt gedefinieerd als een plant hoger dan 1.5 meter, en dat was er dus nergens op die vlakte!

De volgende stop was Kalgoorlie, reeds in Western Australia. Een mijnersstad, maar Mark (die Australier) ook nog een tijd had gewoond/gewerkt. Hij leidde ons dus rond doorheen het kleine stadje. We bleven in dat plaatsje voor drie uur, maar het was dus reeds avond, er was dus niet echt iets te doen...

Na Kalgoorlie terug de trein op, voor het laatste stuk, tot in Perth. Daar aangekomen, werden we alweer bestormd door een leger hostel-oppikkers. Gelukkig is het winterseizoen ingetreden, wat betekent dat alles zowat goedkoper wordt, wat natuurlijk mooi meegenomen is. Het was echter aan het regenen in Perth, alhoewel het wel iets warmer was dan in Adelaide.
gepost door machinistje Simon om 0300000014 op 03/06/2006 - 2 reacties


16/06/2006


Over Perth, zon en dolfijnen

Gelukkig was die regendag de ene dag dat het regende in Perth. De volgende dagen scheen de zon volop, alhoewel we hier wel kunnen voelen dat de winter in het land is. De temperaturen gaan hier dus niet meer tot over de 30 graden, een aangename 20 graden is nu zowat de standaard, maar door de koude wind, typisch voor Perth (de zuidwest-kust in het algemeen) voelt het wel nog een stuk kouder. Eerste werk, een jobke zoeken. Dat werd al vlug geregeld, het werd boompjes planten in Boyup Brook, een plaatsje in the middle of nowhere, een goeie 250 km ten zuiden van Perth. Dat werk begon pas over twee weken, dus hadden we ongeveer twee weken om Perth eens goed te verkennen. Perth heeft een aangename sfeer, met geconcentreerde winkelcentra en uitgaanscentra. Het winkelcentrum bestaat uit een waar netwerk van gangen en arcades en overdekte winkelplaatsen waar je je wel een tijdje mee kan zoet houden.

Een groot nadeel aan Perth: de immense overvloed aan fastfood-ketens. Tussen de dichtsbijzijnde supermarkt en het hostel, passeerde je twee McDonalds, een Burger King, een Hungry Jacks (da's feitelijk hetzelfde), een sushibar, pizzaplaats en twee Subways (zo'n beetje de Panos van bij ons) Da's dan wel redelijk gemakkelijk om die dingen te negeren, maar als het regent, 's avonds donker/koud is of als je gewoonweg geen zin hebt om zover (enfin, drie minuten wandelen) te gaan, dan val je al vlug door de mand, en tot mijn grote schaamte moet ik dus toegeven aan de (supergoedkope wel) Macs te hebben toegegeven... Enfin ja, je bent backpacker of je bent het niet zeker?!

Voorts is Kings Park een zeer aangename plaats om de namiddag door te brengen als de zon schijnt en je niet zoveel te doen hebt. Of. als Kings Park je te ver lijkt, is Bells Tower een leuk alternatief. Dat is dus een grote toren waarin middeleeuwse klokken hangen, en op zondag wordt altijd een soortement klokkenconcert gehouden, dat een uur duurt! Er is een klein parkje naast, met enkele palmbomen, dat over de Swan River uitkijkt. Het was mijn favoriete plek om te relaxen! En dolfijnen spotten, want die dieren hangen daar geregeld rond! Geen Australier komt daarvoor nog speciaal naar de rivier, maar voor een Belg is dat dus wel spectaculair, zomaar dolfijnen in het wild!

Iets verder van Perth is de stad Fremantle. Het is de stad zonder motels (blijkbaar), met een zeer Europese sfeer, met 17-18de eeuwse gebouwen, en smalle straten, en de cappucino strip, een straat met zeer vele gezellige cafeetjes, waar je je boek leest in de zon, op een terrasje met een koffie of theetje, of gewoon mensen observeert. Plezant en relaxed plaatsje dus!
gepost door Simon om 0300000021 op 16/06/2006 - 2 reacties


Een, twee, drie, boompje...

En dan eindelijk, het werk kon beginnen! Op zondag de trein en bus genomen tot in Boyup Brook, en op maandag iedereen met bevroren handen om 0630 begonnen met de boompjes uit te laden uit de vrachtwagen. Velen hadden al niet te veel goesting meer, anderen liepen met een halve rugzak aan kleren aan om de koude toch maar te proberen bedwingen. Om maar te zeggen dat het koud was dus. De meesten hadden ook al geen enkel idee van hoe die boompjes eruitgingen zien, en hoe we moesten planten...

Het bleken Bluegum-bomen te zijn, een soort boom dat snel groeit, en blijkbaar goed is om tot pulp te vermalen binnen een zestal jaar... De boompjes die wij moesten planten waren ongeveer een 20-30 centimeter hoog (jonge plantjes dus) en die werden geplant in bloembedden. Dat zijn dus van die verhoogde bermen in een enorm veld (zo ter grootte van Aalst denk ik...) Die dingen werden geplant met een putkiputter, of zoiets. Dat is een toestel dat onze Europese noorderlingen de Finnen hebben uitgevonden, en het ding is dus een buis, met een bek op het einde en een opening aan het andere eind. De bedoeling is dus dat je het boompje erin dropt, de buis in de grond ramt, op een pedaal duwt zodat de bek opent. De bek maakt een gat, het boompje blijft achter, en dat moet je het gat toestampen en ondertussen op een klepje duwen zodat de bek weer sluit.

Die boompjes moesten om de 2.5 of om de 3.1 meter geplant worden. En dat kwam dus neer op drie stappen, buis in de grond, planten, gat toe en opnieuw... Daar word je dus de eerst dagen goed gek van he! Maar na een tijdje word je wel wat sneller, en gaat het veel vlotter. De boompjes kwamen in trays van 72 planten, en zo deden we er op een gemiddelde dag, meer dan 60 van (met pieken van 78!) Dat betekent dus 5600 bomen per dag van ongeveer 8 uur; oftwel .195 boompje per seconde (oftewel ongeveer 12 bomen per minuut, voor de statistici)

's Avonds was je dan natuurlijk wel moe, maar Boyup Brook is nu niet bijzonder interessant, dus meestal was de dagtaak: werken, hout kappen voor het houtvuur en naar de wereldbeker kijken (enfin, de matchen die om 2100 begonnen toch, zoals bijvoorbeeld de socceroos (Australie) tegen Japan) Dat was trouwens bijzonder geanimeerd, met enkele Aussies en enkele Japanners in de groep!

Maar, jonge boompjes hebben water nodig, en aangezien het maar niet wil regenen hier ondanks de voorspellingen, besloten de eigenaars van de farm niet meer te planten tot het regende. Ja, lap, iedereen zonder werk ineens! Rod, de baas, kende nog wel enkele farmers die werkers nodig hadden in Manjimup, dus de groep vertrok dan naar Manjimup. Maar daar bleek ineens niet voor iedereen werk te zijn, dus zaten enkele mensen ineens vast in een plaatsje dat niet echt interessant was! Bijzonder vervelend dus...
gepost door Boompjesplanter Simon om 0300000059 op 16/06/2006 - 1 reactie


10/07/2006


Appelbomen snoeien...

Enfin, onze baas had daar in Manjimup zijn woonstee, en had ook nog een ander boerderij gekocht. Dat ding stond vol appelbomen, en omdat er geen andere jobs voorhanden waren, besloot Rod (de baas) ons maar die appelbomen te laten snoeien. De reden dat we daar allemaal bleven, was dat er eindelijk regen voorspeld was voor de volgende dagen. Dus inerdaad, de volgende dagen begon het te regenen dat het niet schoon was, het kwam in bakken naar beneden. Iedereen natuurlijk dubbelgezind: depressief omdat het regende, maar blij dat we wee naar de goeie job konden, want dat snoeien was schandalig saai, en je kon meer verdienen met boompjes planten.

Maar dat was eventjes misberekend: het had helemaal niet geregend in Boyup, waar we die boompjes moesten planten!! Ja, de meesten zagen het nu niet meer zitten om in die koude te blijven rondhangen, ik inclusief, en velen besloten dus de trein terug naar Perth te nemen. Dat was dus een lelijke streep door de rekening, maar ja, als je maar een goeie honderd dagen meer in Australie meer door te brengen hebt, wil je die toch niet doorbrengen al werkende he?!
gepost door Tuinier Simon om 0500000009 op 10/07/2006 - reageer


17/07/2006


Under Down Under - 26/6 tot 2/7 - deel 1

Eens terug in Perth, besloot ik eindelijk eens te kijken wat de onderwaterwereld van Australie te bieden had. En daarvoor had ik dus mijn duikbrevet nodig. Ik moest dus mijn duikcursus oftewel de PADI (Professional Association of Dive Instructors) Open Water Course doen. Open Water wil dus zeggen dat het niet de bedoeling is dat je in scheepswrakken gaat duiken, of met andere woorden, het pure recreationele duiken. Ik vond een redelijk kleine duikwinkel in Perth die naar Rottnest Island, dat net voor de kust van Australie ligt, ging duiken. Dat blijkt trouwens een van de top-duikplaatsen van Australie te zijn.

Enfin, de duikcursus ging dus vier dagen in beslag nemen. De eerste dag was behoorlijk saai om eerlijk te zijn, want we (dat zijn dus ik en Frank, een Duitser, die samen met mij de enige waren die de cursus deden) moesten ons doorheen een boek worstelen met redelijk voor-de-hand liggende dingen, zoals dat je moet ademen onder water, en dat je gewichten nodig hebt, en dergelijke. Gelukkig was een korte onderbreking om mijn dive medical te doen. Dat is een doktersonderzoekje dat zo ongeveer een kwartiertje duurt. Ze testen dan je longcapaciteit, je ogen en oren, of je je oren kan laten poppen enzovoort. Dat was blijkbaar allemaal in orde want ik kreeg een goedkeuring.
De tweede dag begon het echte werk dan. Eerst een belachelijk gemakkelijk examentje afleggen (met de grootste onderscheiding geslaagd!) en dan naar het zwembad. Daar leerden we hoe we onze duikuitrusting moesten klaarmaken, vervolgens wurmden we ons in onze wetsuits en dan in het water. Zo een zwembad is nu niet echt diep natuurlijk, dus veel duiken was er niet aan, maar het was vooral om de basistechnieken aan te leren. En ook om eens mee te maken hoe het voelt om zonder lucht te geraken onder water. Het was allemaal bijzonder opwindend!

Dag drie begon wat minder goed. Normaal gezien zouden we naar Rottnest Island gaan, maar de zee daar was veel te ruw om te duiken, en dus werd het plan verlegd naar de Swan River, Perth's eigenste rivier. En daar was het dat we zo ongeveer doorhadden dat we in het midden van de winter aan het duiken waren. Watertemperatuur was ongeveer 15 graden, en dat is koud! Maar alhoewel je de koude maar moeilijk kon wegdenken, was het bijzonder interessant duiken. Natuurlijk was het serieus wennen aan het koude water, de stroming en natuurlijk niet te vergeten, het hele duikgebeuren. Want met de stroming en wij die niet echt professionals waren, wij natuurlijk geregeld eens kapseizen door die tank om je rug. Wat serieus desorienterend is onder water...
gepost door Vis Simon om 0500000035 op 17/07/2006 - reageer


18/07/2006


Under Down Under - 26/6 tot 2/7 - deel 2

Dag vier dan, eindelijk naar Rottnest Island. We hadden wat schrik gekregen, na de koude ervaring van de vorige dag, maar Flo, onze Duitse instructeur, verzekerde ons dat het water rond Rottnest warmer was. Dat komt omdat de zeestroom rond het eiland van Exmouth, en dus de tropische sferen, komt. Wat dus de twee of drie graden verschil maakte. Het weer was aangenaam (in T-shirts rondlopen in de winter?!), de zee was kalm, wat betekende dat we een grote zichtbaarheid hadden onder water. We maakten ons dus klaar, wenden wat aan het water dat traag onze wetsuits binnensijpelde, lieten de lucht uit onze BCD - dat staat voor buoyancy control device en is feitelijk een soortement zwemvest dat je gebruikt om je zwevend te houdend onder water, zodat je niets kapot maakt op de bodem, of aan de oppervlakte drijft - en gingen kopje onder.

En het moet gezegd, de wereld daar is prachtig! Vissen in alle mogelijke kleuren van de regenboog, de koralen en planten die onder water groeien zijn zeer indrukwekkend, het duiken was bijzonder plezant, want eindelijk hadden we geen problemen meer met equalizing - de druk in je masker en je oren gelijk maken wegens de toenemende druk in het water - of omrollen of zelfs het drijvend blijven (neutraal zweven is best moeilijk omdat je longinhoud daar ook in meespeelt) En de namen van die vissen zijn best wel grappig soms: Old Wifes, Pufferfish, Black Fish (ik zou kunnen zeggen welke kleur die had, maar dat zou ons te ver leiden...) Het was echt een prachtige ervaring en natuurlijk had ik alweer vlaggen: verslaagd aan het duiken besloot ik dan maar meteen mijn Advanced Dive Course te doen ook...

Terug in Perth, kreeg ik alweer een nieuwe kloefer van een boek mee, dat ik gedeeltelijk moest doornemen. Ik moest gelukkig geen examen afleggen, want ik had het grootste deel van dat boek tijdens mijn tijdeljke jobke gelezen. Dat tijdelijke jobke duurde exact een dag, vrijdag. Ik mocht in de Travellersclub gaan werken, en de bedoeling was dat ik de 'receptie' openhield. Dat kwam neer op mensen tonen waar te gaan voor werkinformatie, waar voor reisinformatie en waar voor het internet. Nu, blijkbaar hadden niet veel mensen zin om die dag binnen te springen, want het was bijzonder rustig. Zo rustig dat ik me zelfs gedeeltelijk verveelde, nadat ik mijn boek zowat doorgenomen had. Enfin, eindelijk was het dan avond, en dan was het tijd voor de eerste van mijn vijf duiken voor mijn Advanced OW, de nachtduik!

En dat is nog eens een belevenis! Een 'free descend', ergens in het midden van het water afdalen, was uitgesloten, veel te desorienterend. We volgden dus de bodem van de rivier - we deden dit weer in de Swan River - en eindigden bij twee wrakken met krabben, stonefish (giftige stekels!), cuddlefish (nogal belachelijk uitziend en totaal onschadelijk) en zelfs een zeepaardje! Van die wrakken schoot niet teveel over, maar de begroeiing en de vispopulatie was prachtig! Het is allemaal bijzonder moeilijk om te beschrijven hoe mooi het daaronder is. Zelfs als de zichtbaarheid beperkt is tot de straal van je onderwaterlamp.

De volgende twee dagen gingen we weer naar Rottnest Island - elke keer deden we verschillende duikplaatsen aan - voor de navigatieduik (in cirkels, driehoeken en vierkanten rondzwemmen met kompas en proberen niet verloren te geraken), de diepe duik (tot 30 meter!), de naturalist (vissen identificeren) en de peak buoyancy control (concentreren op neutraal zweven in het water)

Vooral de diepe duik was bijzonder interessant: na enkele meters zie je boven jou het touw, dat we bij de afdaling volgden, in het niets verdwijnen, en hetzelfde zag je onder jou! Eens op de bodem (30 meter) voelde je meteen dat het kouder was (wegens de hogere druk op je wetsuit verminderde de isolatie ervan) en je begreep ook dat je niet meteen naar de oppervlakte kon sjeesen, wat je met een diepte van 12 meter wel nog kan zonder afschuwelijke effecten te riskeren. Alle meetinstrumenten werden nauwkeurig in het oog gehouden, want op die diepte gebruik je je lucht wel drie keer sneller! Ook moet je rekening houden met een safety stop, zodat de stikstof, die in je bloed geperst wordt op die diepte, tijd heeft om je lichaam te verlaten, zodat je geen bubbels in je bloedvaten en dergelijke maakt, wat nogal vervelende effecten heeft (dat wordt dan decompression sickness genoemd)

En ik zou natuurlijk mezelf niet zijn, als ik daar geen fotos van wou nemen. Ik schafte me dus een goedkoop onderwatercameraatje aan, en klikte er vrolijk op los onder water. Dat ding was natuurlijk reflex, dus niet digitaal, en wat het resultaat is, moet ik nog even afwachten... En jullie ook :)
gepost door Vis Simon om 0100000004 op 18/07/2006 - 1 reactie


Westkust, het perfecte, veel te korte, toeristenleven - 3/7 tot 9/7

Ik had in Perth dan maar besloten de westkust per toer te doen. Red Earth Safaris, dat kon niet mis gaan.

Maandagmorgen, schandalig vroeg na al dat duiken, stond ik dus te wachten, en samen met mij negen andere mensen. Een kleine groep, veel plaats in de bus, en veel nationaliteiten: vier Ieren, een Engelsman, twee Zwitersen, een Belg (ja, ikke dus he), een Duitse en een Australier. En een echte voormalige schapenboer als chauffeur! De enige minpuntje: het zou de eerste twee-drie dagen serieus wat kilometers vreten worden. Maar iedereen was blij dat hij of zij eindelijk Perth kon verlaten. De eerste stop was Lake Joondalup, voor koffie en thee. En al direct voelden we de weldadige warmte van de heerlijke westerse zon, alhoewel we nog steeds een trui nodig hadden wegens de niet zo heerlijke westerse wind.
We voelden al direct dat de westkust serieus verlaten was ook, met alleen enkele caravanparks langs de kust, en wat nederzettingen die met moeite steden kunnen genoemd worden. De volgende stop was Yanchep NP, alwaar we koala's konden bewonderen. Vervolgens ging het naar een zandduin, waar we mochten sandboarden, maar omdat het zowat de hele dag al geregend had, werd er niet veel geboard. Na lunch en veel, veel rijden kwamen we dan aan in het Nambung NP, alwaar de Pinnacles hoge ogen gooiden. De Pinnacles zijn een groep van verweerde stenen die dus als pilaren overschieten in wat voor de rest als een woestijn lijkt. Daar genoten we van een zonsondergang, aangezien het eindelijk eens gestopt was met regenen.

De volgende dag, om 0600 opstaan! De enige reden dat we dat deden, was dat we toch een ferm luilekkerleventje leiden op de toer; we moesten praktisch niet helpen bij het eten bereiden (bedrijfspolitiek) en we hadden altijd dorms voor ons alleen (door de kleine groep dus bijna lege kamers) Het eten was voortreffelijk, de sfeer zat er goed in - Ron, de Engelsman, ontpopte zich tot een genadeloos flauwe moppentapper - de Ieren zijn traditioneel goeie compagnie en Trevor, onze schapenboer-gids, wist heel wat te vertrellen over de omgeving.
Soit, die dag tjolden we dan naar Grenough, waar we een wildlife park bezochten en de dieren (behalve de krokodil) mochten voeren. Na bijna onze vingers kwijt te geraken aan de cockatoos en onze handen aan de kangaroos, werden we gewurgd door echte (bijna) volwassen pythons! Gelukkig waren de dieren reeds gevoed en aangepast aan mensen, want de kracht dat zo'n beest ontwikkelt is niet echt iets waar een normaal mens tegenop kan. Daarna gingen naar een ander vreemd Australisch fenomeen. Of eigenlijk is het niet Australisch, want we bezochten Hutt River Province. In niets verschillend van een ordinaire schapenboerderij (zo de grootte van Oost-Vlaanderen schat ik) behalve dan in het feit dat de boerderij een souvereigne staat is! Het prinsdom wordt geleid door Prince Leonard en Princess Shirley, je krijgt je paspoort gestempeld en je bent dus technisch gezien niet meer in Australie! De oorzaak van zijn souvereiniteit is dat Leonard niet veel zin had om belastingen te betalen aan de Koningin (van Engeland) en startte een ingewikkelde procedure om souvereign te worden. Dat slaagde blijkbaar, want op 21 april 1970 werd het prinsdom van Hutt River souvereign verklaard. Het klinkt absurd en feitelijk is het dat ook...
Na de staat verlaten te hebben, trokken we naar Kalbarri, verder noordelijk op de westkust. Daar genoten we van een bijzonder lekkere barbeque!

De volgende dag, weeral vroeg uit de veren, om naar het Kalbarri National Park te gaan. Daar bezochten we Z Bend Gorge (juist, een kloof die een Z vorm maakt), waar je ook kon abseilen, en Nature's Window, een groot gat in een rots, gemaakt door natuurlijke invloeden. Ik had natuurlijk weeral niet door wat dat ging zijn, en sprong vrolijk op een rots, en bleek dus bovenop Nature's Window te staan. Eens ik de geschokte gezichten van de rest van de groep zag, begreep ik dat ik misschien wel iets verkeerd aan het doen was, en maakte me daar dus vlug uit te voeten...
gepost door Westcoaster Simon om 0100000058 op 18/07/2006 - reageer


Westkust, het perfecte, veel te korte, toeristenleven - 3/7 tot 11/7

Na al die wilde natuur gingen we eens land gaan doorkruisen, zo ter grootte van Duitsland. We kwamen in het gebied van de grote cattle stations. Dat worden hier al geen farms meer genoemd; een cattle station is de metropool van de boerderijen. Alhoewel het gemiddeld aantal mensen dat op zo'n gebied ter grootte van een Belgische provincie woont en werkt, meestal onder de tien ligt. Nu, om eerlijk te zijn, het meest indrukwekkende aan die dingen is de enorme oppervlakte die het ding inneemt. Voor de rest zagen we er niet teveel van. Alhoewel het interessant is te weten dat de weg doorheen de Midwest Outback vrijwel volledig doorheen de graasvelden gaat, en je dus geregeld koeien kan zien staan, op of naast de weg. De enige indicatie dat je een ander gebied binnenrijdt, is als je over een grid rijdt, dat dient om de koeien in het gebied te houden.
Om maar te zeggen dat het daar leeg, droog en stoofig is.

We namen dan de afslag naar Shark Bay, en stopten bij een nieuwe vreemde levensvorm in Hamelin Pool. Of feitelijk oud, want de stromatolieten die we dar zagen, worden geschat op een leeftijd van 3.9 miljard jaar. Da's dus zo ongeveer (op een miljardje na) even oud als de aarde zelf! Stromatolieten zien eruit als rots, behalve dan dat het een samengepakte hoop bacterien zijn. En het zijn deze dingen die leven op aarde mogelijk maakten, door de broodnodige zuurstof en stikstof te filteren uit zeewater. En we leerden heel wat dingen bij dankzij Geoffrey, de Australier op de toer. Dat bleek een professor in de biochemie te zijn, en had die dingen ooit bestudeerd!
Blijkbaar werd het gebied - er zijn maar twee plekken waar die dingen nog gevonden worden - vroeger gebruikt als een zeer praktische toegangsroute naar de schepen toe! Deze dagen staat er een boardwalk overheen, zodat de stromatolieten in vrede kunnen doen waar ze goed in zijn... (wat dat ook moge wezen)

Na Hamelin Pool, reden we de World Heritage Area binnen. Er is daar een project met de naam Eden opgestart. Het doel is de bestrijding van geintroduceerde vreemde soorten, zoals geiten, schapen, katten, vossen, ratten en konijnen. Daarvoor heeft men een gedeelte van eht schiereiland afgebakend op de smalste afstand met een twee meter hoog elektrisch hek, en waar je het gebied binnenrijd, is een sensor en een grid geplaatst. De sensor is extreem gevoelig en als die getriggerd wordt, wordt het geluid van woeste blaffende honden afgespeeld! Dat houdt blijkbaar de katten en vossen buiten. We overnachtten dan in een caravanpark, dat een echte warmwaterspa had!! Iedereen daar natuurlijk in, genieten van het warme water, de compagnie en de sterrenhemel!

Op donderdag reden we dan naar Monkey Mia, een hypertoeristisch plaatsje waar de wilde dolfijnen (die heel goed weten dat ze daar vis krijgen, alhoewel het onder controle gehouden wordt) tot bij de kust komen. Een beetje een circus, want natuurlijk staan er een hele nest toeristen fotos te schieten dat het geen naam heeft. Maar ja, wij daar dus tussen gaan staan natuurlijk - we waren nu eenmaal ook toerist daar. We schoten dus onze obligate fotootjes, en reden dan terug naar het caravanpark-met-de-spa. Vandaar zetten we koers naar Big Sky Country, land met een eindeloze, praktisch 360 graden ronde horizon met staalblauwe lucht. We reden helemaal tot aan een sheepstation, waar we de nacht gingen doorbrengen in de sheerderskwartieren. Die tocht was zodanig lang dat we zelfs een heuse kwis deden onderweg! Ondergetekende verloor die met een punt (de laatste vraag nekte ons: noem de zeven dwergen uit Sneeuwwitje... Ron kende die allemaal)

Soit, het vuur werd ontstoken, sommigen sleepten hun bed naar buiten om onder de sterrenhemel te slapen (en 's morgens te bevriezen), de gitaar werd uitgehaald, er werd gezongen, flauwe moppen getapt (Ron!), gedronken en gelachen! Perfect gewoon!

Vrijdag sluipten we dan eindelijk de langverwachte steenbokskeerkring over, en waren we in tropische gebieden. Natuurlijk was het verschil nog niet echt te merken, tot we in Coral Bay aankwamen. Dat is zowat het begin (of het eind) van het Coral Reef, een koraalrif dat helemaal tot in Exmouth gaat, en daarmee in het niets valt vergeleken met het Great Barrier Reef. Maar daarom des te plezanter is, want je hoeft maar een twintigtal meter de zee in te gaan om te kunnen snorkelen, en little nemo en compagnie te zien. We zagen zelfs zee-DUDE-schailpadden en reef sharks, die er als de weerlicht vandoor gingen als ze ons opmerkten. Het water was zo ongeveer een 21 graden, perfect dus! De temperatuur op het strand: 25 graden, ideaal winter-(!)-weertje hier dus.

Trevor vond ons blijkbaar een plezante groep, want het programma werd lichtjes aangepast, zodat we vrijdag onze eigen lunch kochten (fish n chips natuurlijk!) en 's avonds, in Exmouth, ons eigen dinner. We verbleven in een hotel (ja, dat wil dus zeggen, een backpacker-gedeelte) met een restaurant waar we allemaal insprongen (er werd veel gratis bier bij het eten geleverd...) en daarna amuseerden we ons nog enkele uren in de bar/disco.

Zaterdag werd het een extra dagje strandtoerisme-definitie. Luieren op het strand, snorkelen, onzichtbare walvissen kijken,... En 's avonds moesten we dan het echte afscheid vieren natuurlijk. Zondag mochten we dan enkelen uitzwaaien die terug naar Perth gingen, de rest van ons (drie Ieren, de Engelsman, de Duitse en ik - de Australier had al afgesproken met zijn broer en ging kamperen) besloten dan 's avonds gezamelijk een spaghetti te maken. Daarvoor moesten we dan wel nog eerst een ketel uit de restaurantkeuken vragen, want wij hadden er geen in de backpackers keuken. Exmouth is wat dat betreft een afschuwelijke plaats; er is geen strand, weinig te doen, behalve duiken. En dat was waarom ik nog in Exmouth was. Blijkbaar is de plaats de uitvalsbasis naar de Muiron Islands, die een plaatsje hebben in 's werelds top tien van beste duikplaatsen. Jammer genoeg voor mij, gingen die daar enkel duiken op zondag, de dag dat ik dat uitvond, en woensdag, de dag dat ik alweer vertrok. Da's typisch! Maar soit, ik besloot dat een dubbele reef-duik te doen en ook nog de uitdagende navy pier duik. De reefduiken waren bijzonder mooi, maar de echte topper voor mij was de navy pier duik. Je ging dan naar de militaire navybasis in Exmouth, en mocht dan vier meter met volle duikuitrusting in de zee springen! We hadden al in zee gesprongen van de boot (grote stap voorwaarts), en wisten dus hoe het te doen, maar in plaats van de splash die normaal vrijwel onmiddellijk volgt, volgde er nu een val waarbij je maag ongeveer tegen je hersenen plakte... en dan de splash! de duik was fenomenaal, geen stroming - die werd volledig weggenomen door de beschutting die de pilonen gaf - veel vissen (veel plaats om zich te verschuilen), zeeslangen, en zomeer.
Over die zeeslangen moet ik ook nog iets zeggen. Achteraf, na die reefduiken waarbij we er meer zagen, vertelden de instructors mij dat die slangen de meest giftige beesten op aarde zijn. Als je ze zag op 12 meter diepte en de pech had gebeten te worden (wat nu wel nog nooit gebeurd was) had je niet eens tijd om de oppervlakte te bereiken. Of toch niet met de aangeraden 18 meter perminuut stijgingssnelheid... Dat geeft je dan wel iets om over na te denken... Gelukkig zijn ze helemaal niet aggressief. Ze worden aangetrokken door de bubbels die je maakt, en daardoor komen ze ongemakkelijk dichtbij je gezicht, maar meestal zwommen ze al gaan weer weg.

Dat was dus mijn trajekt van Perth tot Exmouth. Het volgende deel ging mij doorheen het binnenland naar Karijini NP, den dan verder naar Broome brengen.
gepost door Westcoaster Simon om 0400000023 op 18/07/2006 - reageer


19/07/2006


WK? Wimbledon?

Voor wie het zich nog kan herinneren, die zondag was het dag ook nog de finale van zowel Wimbledon als van het WK. Dat kwam ons goed uit, de Wimbledon-finale werd rond 2200 uitgezonden, de finale van het WK zo rond 0200 (maandagmorgen) Ik moest pas in maandag-namiddag duiken, dus iedereen was zeer opgetogen toen we hoorden dat de bar open zou blijven.

Tot we daar om 2200 toekwamen om de finale te bekijken, en de bar gesloten bleek! Ramp! Wij dus in Exmouth gaan rondwandelen om een bar te vinden die open was, maar eigenlijk waren er geen andere bars, en bovendien waren ze gesloten! De wanhoop sloeg toe, en de hele avond viel natuurlijk zwaar tegen, want er was dus niets open en we konden dus geen enkele finale zien!

En dan maandag, de kranten raadplegen, maar omdat die finale pas die morgen gespeeld was, stond daar natuurlijk nog geen verslag van in! Dus moesten we wachten tot dinsdagmiddag (!), want de kranten werden in Perth gedrukt en kwamen pas rond 1200 aan in Exmouth. Het was dan dus dat we wisten dat Frankrijk verloren had van die Italianen, en dat Federer weer eens een Grand Slam had gewonnen...
gepost door Onwetende Simon om 0100000057 op 19/07/2006 - reageer


Exmouth naar Broome - 12/7 tot 14/7

Woensdag vertrokken Ron en ik, de enige overgebleven groepsleden van de Perth naar Exmouth-tour, dan op de easyrider bus, die langs Karijini NP tot Broome ging.
De easyrider bus is een backpackers bus die met een hop-on hop-off systeem werkt. Als je ergens stopt, zoals in Auski, of op het cattle station, kon je daar wat blijven als je dat wou, en dan een van de volgende easyrider-bussen nemen om je tocht te vervolledigen.

Karijini NP is zowat het enige interessante tussen Exmouth en Broome, en ligt praktisch een dag rijden van Exmouth vandaan! De eerste dag was dus behoorlijk saai, veel slapen, de mensen leren kennen, dwaze spellekes spelen, naar buiten staren en wat lezen...

Dag twee werd gevuld met een prachtige wandeling doorheen het nationaal park, vrolijke zwempartijen in de waterholes en veel fotos nemen. Het is echt een prachtig park, prachtige, wilde natuur, en het is jammer dat er zoveel ijzer gemijnd wordt in het park.
Die avond overnachtten we op een heus cattlestation (oppervlakte 500 000 acres, oftwel een goeie 2000 vierkante kilometer en daarmee 2/3 van Oost-Vlaanderen...), dat er echter meer als een vakantiedorp in Spanje uitzag, dan een boerderij. Daar kwamen duidelijk teveel toeristen langs...

Dag drie werd dan weer veel, veel rijden. We stopten op 80 mile beach (juist, twee keer de Belgische kustlengte...) dat er dus als elk ander strand uitziet, inclusief de luie Australiers met hun 4WDs die toch maar niet te ver willen wandelen met hun vislijn...

Daarna reden we helemaal door tot in Broome. Op de kaart lijkt Broome dus een grote plaats, maar er is dus feitelijk niets, maar dan ook niets te doen. Er is een Chinees en Japans kerkhof, dat bestaat uit enkele stenen met respectievelijk Chinese en Japanse tekens op, en Chinatown.
gepost door Parkbezoeker Simon om 0200000030 op 19/07/2006 - reageer


Broome, maan op en zon onder - 15/7

Doordat er zoveel parel-industrie is/was, en daardoor zoveel Chinezen/Japanners die de parelboten bestuurden en doken naar de parels, is er dus een heuse China-cult ontwikkelt in de stad.

Verder is er ook nog veel informatie te vinden over WOII, want Broome en Darwin zijn zowat de enige plaatsen in Australie die tijdens de oorlog gebombardeerd zijn door de Japanners. De parelboten waren in die tijd natuurlijk al omgeschoold tot bevoorradingsschepen, en die werden natuurlijk geviseerd tijdens de raids. De overgebleven boten wou men dan naar Fremantle zeilen. Er was maar een klein detailke: de boten werden tot voor de oorlog uitsluitend door Japanners bestuurd, en die waren er natuurlijk niet meer. De nieuwe zeelui, die uit verschillende landen zoals Indonesie en Papua-New-Guinea kwamen, konden natuurlijk de kaarten niet lezen en vele boten vergingen in stormen of sloegen te pletter tegen de kust.

Maar Broome is wel bekend voor een ander hypertoeristisch fenomeen, namelijk Cable Beach. De naam is weeral nogal zelfverklarend: het was de plaats waar de eerste kabel tussen Australie en de rest van de wereld werd gelegd. Het is echter vooral bekend omdat men van dat strand een prachtige zonsondergang kan zien. Voorts kan men er ook nog, al kameel rijdend, de zon zien ondergaan... Nu, alhoewel het inderdaad een zeer mooie ondergang was, en het nadat de zon onderwas nog warm bleef, was het nu ook wel niet een extreem speciale ondergang.

De vorige avond was het bovendien ook de laatste avond van Staircase to the moon. Dat is een volle-maansopkomst en men kan dus de maan zien opkomen uit het water. Als je geluk hebt, en er staan wat golfjes, lijkt het alsof er een trap gevormd wordt die recht naar de maan leidt. Wij hadden natuurlijk weeral het geluk van een spiegelgladde zee te hebben, waardoor het hele gebeuren dus herleid werd tot een maansopkomst, wat ook wel eens leuk om te zien was...
gepost door Broome-bezoeker Simon om 0200000031 op 19/07/2006 - reageer


Met de Fokker naar Darwin - 16/7

Op zondag vloog ik dan naar Darwin. Bijna zat ik op het vliegtuig naar Perth, dat vanop de andere gate, maar hetzelfde tijdstip, vertrok, maar ik wandelde dan toch de juiste gate door, en daar stond ons vliegtuig in alle schoonheid te blinken, twee propellers en een kleine Fokker... Ik vermoede half dat een van de grondtechnici de propellers in gang ging slingeren, zoals je dat kan zien op van die oude zwart-witfilmpjes over de jaren stillekes, maar nee, het startte effenaf automatisch. En zo'n ding stijgt wel wat anders op dan een Boeing. Remmen volledig in, motoren op volle kracht, en dan remmen los. Smak, tegen de leuning van je stoel en je kon pas weer bewegen eens je opgestegen was. Waarom iedereen een gordel aanmoest, weet ik niet, het nut ervan ontsnapte me, je werd immers tegen je stoel geperst!

Enfin, gelukkig hadden we klaar weer, zodat ik goed naar buiten kon kijken, en ik was al direct blij dat ik geen toer had gedaan doorheen het desolate landschap dat zich onder mij ontrolde. Het is compleet leeg, gewoon bush met een lange rechte rode streep waar de dirttrack gaat (ik weet ook niet waarheen die loopt).
De service aan boord was fenomenaal. Ik vloog met Airnorth, een dochtermaatschappij van Qantas, en mocht mezelf volproppen met gratis cola, koeken, snoep en chips (echt voedsel werd er niet echt aangeboden) Veel beenruimte had je ook in zo'n fokker, het enige nadeel is dat het een immens lawaai maakt, met die motoren naast je.

Na een uurtje kondigde de piloot de tussenlanding in Kununurra aan, en richtte zijn neus zowat in een hoek van 45 graden naar beneden. Althans, zo voelde het toch. Waarschijnlijk was het dat helemaal niet, maar het kriebelde toch voor enkele minuten in mijn ingewanden!

In Kununurra (probeer dat maar eens snel uit te spreken!), dat op de grens tussen Western Australia en Northern Territory ligt, mochten we onze benen even strekken. Een halfuurtje later stegen we weer op, en na een uurtje onszelf weer volproppen landden we dan in Darwin, alwaar ik bijna flauwviel van de immense drukkende warmte. De bus naar de stad had gelukkig airco, dus de temperatuur zakte wat, maar je voelt hier echt wel dat je in de tropen bent!

Darwin stelt nu wel niet echt veel voor als stad. Een leuk winkelcentrum en een zeer plezierig park om te relaxen en veel, veel cafes met veel goedkoop bier vat het zowat samen. De hoofdreden om hier te zijn, zijn de nationale parken Litchfield en Kakadu. Je kan hier ook duiken, er zijn veel wrakken uit de tweede wereldoorlog - waar je trouwens ook veel informatie over kan vinden - maar men moet rekening houden met de enorme getijdenwerking hier. Het verschil tussen laag- en hoogwater kan hier tot 7 meter bedragen! Daardoor heeft men slechts enkele dagen per maand tijd om te duiken, en typisch genoeg, natuurlijk niet nu ik hier ben...
gepost door Vliegenier Simon om 0200000051 op 19/07/2006 - reageer


26/07/2006


Op safari! - 21/7 tot 25/7

Aangezien Darwin niet teveel voorstelt als stad - behalve twee prachtige zonsondergangen! - besloot ik de nationale parken omheen Darwin (enfin ja, twee- tot driehonderd kilometer ervandaan) maar te gaan verkennen. Maar daar heb je een 4WD voor nodig (en dat heb ik dus niet), dus besloot ik maar een vijfdaagse toer te doen, doorheen Kakadu, Litchfield en Katherine. We vertrokken met een groep van negen mensen en een gids, nogal redelijk op elkaar gepakt in de jeep. De eerste stop was Adelaide River, waar we de "jumping croc" cruise deden. Dat kwam er dus op neer dat een hele hoop mensen op een boot ging, de boot vaarde wat rondjes en dan werd er vlees in het water gesplasht. De krokodillen kwamen daar gretig op af, en mochten dan naar het vlees springen. We hebben het hier over zoutwater-krokodillen of de salties, de aggressieve soort. De zoetwaterkrokodillen, of freshies, zouden dat springen nooit doen. Verder vlogen er ook nog een heleboel Kites over de boot. Dat zijn een soort roofvogels, die verwant zijn aan de arend. We zagen ook nog een zee-arend, die dan ook nog gevoerd werd, net zoals de Kites.

Na de cruise doorkruisden we Kakadu NP helemaal tot in Ubirr, een plaastje op de uiterste grens van het park. Dat is bekend voor de aboriginal rotsschilderingen. Er was ook een lookout-punt, waar je een prachtig zicht had over de wetlands (dat is dus het vlakke land dat in het nat seizoen helemaal onderloopt) helemaal tot in Arnhem Land, het aboriginal land dat voorbij Kakadu ligt en waar je niet zomaar in mag.
Na de interessante rockart ging het dan naar Yellow Waters, waar we een spectaculaire zonsondergang meemaakten (en half opgevreten werden door de muggen...) Na de zonsondergang ging het dan naar de kampplaats, waar we de tenten opzetten, een kampvuur maakten, gezellig samen het avondmaal maakten en genoten van een warme nacht met een heldere maanloze sterrenhemel!

De tweede dag ging het al vroeg in de morgen op naar Twin Falls. Daar moesten we eerst een boottocht doen om tot de eigenlijke watervallen te geraken. Bij de waterval hingen we dan wat rond, en daarna deden we een tocht tot helemaal boven op de waterval, waar we wat rondzwommen in het bijzonder heldere water, veel fotos namen en een mooi uitzicht hadden (of wat dacht je?!)
We hadden de smaak dan goed te pakken en gingen verder naar Jim Jim falls (of, zoals de Italiaan in de groep dacht, Jim Bean Falls, naar de alcoholische drank) Daar hadden we alweer een spectaculaire waterval en mochten we alweer wat rondzwemmen. Enkele van ons wouden wel eens onder de 200 meter hoge waterval gaan zwemmen en plonsden in de waterpool die onder de waterval lag, maar die krijgt nooit zon, dus het water was ijskoud!

In de late namiddag ging het dan naar Nourlangie, een andere, en meer bekende, aboriginal rockart-site. De kunst daar was heel mooi, en tot slot van de dag konden we genieten van een prachtig uitzicht over Kakadu, met de ondergaande zon en de wisselende kleuren!

Zondag reden we verder door Kakadu en gingen we eens een kijkje nemen bij de enorme termietenheuvels. Die heuvels zien eruit als torens en de grootste in Australie is tot wel zeven meter hoog! De torens die wij zagen waren ongeveer tot drie meter hoog, maar daarom niet minder indrukwekkend. Beschermd tegen vuur, water en wind, zijn het echte burchten in een verder nogal leeg landschap.
Daarna verlieten we Kakadu NP en reden we doorheen Katherine. We gingen naar Edith Falls, weeral watervallen en weeral zwemmen!

De volgende dag begon met een kanotocht in Katherine Gorge. Een vier-uur-durende tocht langs adembenemende landschappen en steile kliffen, helder en verkoelend water en een heerlijke zon! Wat wil je nog meer?!
Om onze vermoeide spieren wat rust te gunnen, ging het daarna dan naar de hot water springs in Katherine. Die waren eerder warm, maar deden inderdaad deugd voor de spieren.
Die nacht overnachtten we op het einde van een lange WOII landingsstrip. De strip was wel nooit gebruikt... En natuurlijk moesten we een take-off spelen met de jeep, plankgas en de theme van Top Gun die uit de luidsprekers knalde, we waande je een echte piloot! 's Avonds genoten we alweer van een prachtige sterrenhemel, met de Milky Way, vallende sterren en Southern Cross.

De laatste dag stond Litchfield op het programma. Eerst bezochten we de Cathedral en Magnetic Termite Mounds. De eerste zijn degene die we ook al zagen in Kakadu NP. De magnetic torens zien eruit als smalle platen. Die staan gericht van noord naar zuid, en zodoende met de volle kant naar het zuiden gericht staan. Zo nemen ze de volle warmte van de dag op. Het is echt wel een bizar zicht om al die platen zo te zien staan. Het ziet er een beetje uit als een kerkhof, met al de zerken. Blijkbaar is het trouwens zo dat die termieten een ingebouwd kompas hebben. Niet alle termieten hebben zo'n kompas, en als er een nieuwe toren wordt gebouwd, zullen enkel die heuvels overblijven die in de noord-zuid richting gebouwd worden, de andere sterven uit...

Na al die heuvels en termieten gingen we alweer zwemmen, deze keer in een plaats die Buley rockhole genoemd werd. Daar waren echter teveel mensen om er echt van te genieten, alhoewel het wel een leuk plaatsje was.
Vervolgens bezochten we nog Tolmer Falls, Florence Falls en Wangi (als Wongai uitgesproken) Falls. Elke keer mochten we het water weer in! De wandeling rond de Wangi Falls was trouwens bijzonder leuk, met mooi tropisch regenwoud en stroompjes erin.
Nadien ging het dan via de gravelroad terug naar Darwin, reden we bijna over een twee meter lange Olive Python (niet giftig, maar desalniettemin dodelijk) en kwamen helemaal uitgeput aan in Darwin, waar ik nog net een douche kon nemen alvorens in een diepe en lange slaap te vallen...
gepost door Parkverkenner Simon om 0500000017 op 26/07/2006 - 1 reactie


16/08/2006


Dwars doorheen Europa - 28/7 tot 3/7

In Darwin was het zodanig warm dat ik maar meteen besloot door te stoten naar de beruchte/beroemde East Coast. Mijn eerste idee was om te proberen om een zeiljacht te geraken om dan naar Cairns te zeilen, jammer genoeg waren er helemaal geen zeiljachten in Darwin... Het werd dus een overlandse toer, vier dagen, off-road!

Op vrijdag werd ik opgepikt toen de zon nog onder was en het bij jullie in Belgie nog donderdag was, met andere woorden, ontzettend vroeg. We hadden een toffe groep, 14 mensen, samen in een superluxueuze bus, met airco, tv, massa's beenruimte en zelfs een webcam zodat we de weg voor ons konden zien!

De eerste stop was Charlie, de water-buffalo uit Crocodile Dundee, die in een pub staat opgevuld te wezen. Daar dan de noodzakelijke fotootjes getrokken en weer op weg.

De tweede stop was Mataranka, waar we al meteen gingen zwemmen. Lekker watertje, en de meesten - waaronder ik - hadden al stijve benen van het lange zitten op de bus, dus in het water!

We hadden daar ook lunch, en daarna ging het dan naar Daly Waters, een pub (letterlijk) zeer ver verwijderd van alle andere beschaving (nou ja...) Dat ding is zodanig ver van alles weg, dat veel bezoekers er iets persoonlijks achterlaten, zoals een rijbewijs, een studentenkaart, foto's,... De hele pub hangt gewoonweg vol met van die dingen!

Daarna was het vooral rijden rijden rijden tot aan het Heartbreak Hotel. Dat noemt feitelijk anders, maar iedereen noemt het Heartbreak, omdat het de eigenaar zoveel ellende heeft gekost om het ding daar te placeren. En het is een immense afstand verwijderd van alles: 300 km in alle richtingen tot een ander dorp of zelfs maar cattle station! Da's Belgie in alle richtingen tussen twee plaatsjes! Er was ondanks de godslange afstand toch een behoorlijk clientele, en zelfs een tam parkietje! Daar overnachtten we dan ook.

De volgende dag was een kilometervreter: 700 km over dirt-road! en niet alleen over stofwegen, we moesten ook doorheen de rivieren. En dat bedoel ik letterlijk, er was geen sprake van een brug! en dat ding lag vol stenen, dus mochten enkele (Chinese) vrijwilligers doorheen de rivier waden om de grote stenen en putten aan te duiden, zodat de bus niet vast zou lopen in de rivier. Achteraf vertelde de gids ons dan wel dat er krokodillen in die rivier zaten! Wat verderop stopten we ineens in het midden van de weg: een grote inland Taipan voor de wielen van de bus. Iedereen eruit en maar fotootjes nemen. Het gebeurt niet elke dag dat je de meest giftige landslang ter wereld (naar gifsterkte en -hoeveelheid) tegenkomt. Dat beest was nu wel niet echt blij met onze aanwezigheid en viel de gids dan maar aan, omdat die in zijn vluchtweg stond! De gids kon gelukkig ontwijken, anders zou hij waarschijnlijk het eerste te betreuren slachtoffer zijn van een Fierce Snake, zoals deze Taipan ook wel genoemd wordt!

De volgende stop was dan Hell's Gate. Dat is alweer een pub, tot waar de vroegere pioniers - op weg naar de goldrush in het westen - begeleid werden door aboriginal gidsen. Van dan af stonden we er alleen voor, en moesten ze doorheen vijandig aboriginal gebied.

Daarna reden we een cattle station binnen, en aangezien ik mezelf de zetel naast de bestuurder had toebedeeld (het beste zicht) mocht ik al de 'gates' openen en sluiten (zo een dertigtal schat ik...) We zagen dan natuurlijk veel koeien, maar ook enkele wilde biggen, kangaroes en wallabies. 's Avonds konden we dan een prachtige sterrenhemel zien, want het was nieuwe maan, dus de melkweg was duidelijk zichtbaar, Scorpio, Southern Cross, Teapot en nog enkele andere, die minder voor de hand liggende dingen voorstelden. Overnachten deden we in Adel's Grove, waar we in nieuwe cabines sliepen, waar 's nachts - natuurlijk - alle brandalarmen afgingen! We mepten die dan maar stil, door de batterij eruit te nemen. Gelukkig werkt alles daar op generatorstroom, en die wordt 's nachts afgezet, zodat het alarm tenminste afbleef nadat de batterij eruit genomen was.

Aan het ontbijt waren de gevolgen duidelijk zichtbaar en iedereen die achter in de bus zat, was al gauw weer in dromenland. We gingen naar Lawn Hill NP, waar we een prachtige wandeling deden (lekker alleen, geen andere toeristen) tot we aan de Indara falls kwamen, waar we opgefrist werden door een plons te nemen en onder de waterval te gaan! Daarna reden we naar een andere plekje, naast een riviertje, waar we een bbq-lunch hadden, nog wat zwommen, en dan weer vertrokken, over de baan die ook dienst deed als RFDS-nood-airstrip! De RFDS zijn natuurlijk de Royal Flying Doctor Service, de bijzonder slecht gesubsidieerde (in vergelijking met topatleten dan toch) bekende vliegende dokters. We stopten ook nog om een groot veld termietenheuvels te zien.
We sliepen in het plaatsje Croydon, en wisten al meteen dat we in Queensland waren: kikkers en padden maakten er het grootste deel van de aanwezige bevolking uit! Overal zaten ze: in het toilet, douches, de pub, noem maar op! En veel van die dingen waren de sugarcane toads, de suikerriet-pad. Geintroduceerd om de insecten te verjagen, maar natuurlijk inefficient, want de padden op de grond geraakten niet tot bij de insecten op de toppen, en waren ook nog een giftig, zodat het slangen- en roofvogelsbestand er al enkele jaren op achteruit gaat... Het is geen beschermde diersoort dus en de jacht is jaarrond open...

De laatste dag gingen we dan de Atherton Tablelands in, deel van het Great Dividing Range, de bergketen die zich langs de hele oostkust uitstrekt tot in Melbourne. We stopten in Mt Surprise (verrassing, geen berg te zien!) waar we nog wat met slangen mochten spelen en boeiende informatie over hen kregen. We zagen ook de mooie Afrikaanse tulpenboom en wat verder langs de weg, konden we ook nog eens een Australisch embleem, de Kookaburra, wat vlees voederen. De Kookaburra is een Kingfisher, maar eet dus vlees en zelden vis. De Laughing Kookaburra klinkt als een bijzonder opgewonden aap als hij lacht en de legende gaat dat als de Kookaburra lacht, het dan gaat regenen...

Na de slangen, de watervallen. De eerste werd Millstream falls, de breedste waterval van Australie. Daarna ging het dan naar Millaa Milla falls, de meest gefotgrafeerde van allemaal, en dan zagen we nog Josephine falls, met Tarzan-lianen er rond en een heuse natuurlijke glijbaan! Daarna reden we dan rechtstreeks naar Cairns, doorheen het door orkaan Larry in april getroffen gebied, met suikerrietvelden en prachtige groene heuvels!
Tenslotten reden we Cairns binnen en wou ik er al weer uit weg: elke tweede winkel is een toeristische winkel, duikwinkel of hostel! En er was ook niet zoveel te doen; de beruchte Woolshed was bijna leeg, ook in andere plaatsen was er niet veel plezier te beleven...
gepost door Cross Countryboy Simon om 0100000002 op 16/08/2006 - reageer


17/08/2006


Over Regenwouden, Kokosnoten en Zonnige stranden - 1/8 tot 5/8

Ik had ondertussen al besloten dat de stad Cairns niet echt de moeite was, dus besloten we eens wat regenwoud te gaan bekijken. En niet zomaar regenwoud, maar wel Daintree NP. Het Daintree National Park is geclasseerd als World Heritage Area, en daarmee is Daintree de enige plek waar twee World Heritage Areas elkaar raken, namelijk het regenwoud en het Great Barrier Reef!

In Cairns was ik nog Martina tegen het lijf gelopen. Martina was een Italiaanse (die echter Duits sprak) die ik op de Kakadu-trip was tegengekomen. Samen met Henrik, een Duitser die ik op de Darwin-Cairns trip had ontmoet, besloten we te verkassen naar Port Douglas, dichterbij het Daintree regenwoud. Op weg daarheen (met de courtesy-bus van het hostel) ontmoetten we nog Britta (alweer een Duitse) en we spraken af om samen een auto te huren voor een dagje en Daintree te gaan doortrekken.

Port Douglas is een dorpje waar niet zoveel te beleven is, maar wel een prachtig strand heeft (4 mijl lang!) en een zeer gezellig sfeertje.

Donderdag haalden we al vroeg de wagen op en vertrokken we richting Mossman Gorge. Na enkele fotostops om de suikerrietvelden op de digitale plaat vast te leggen, maakten we een bijzonder mooie tocht doorheen regenwoud, met lianen, fig-trees en rivieren. We bezochten ook de sugarmill in Mossman (met een bijzonder penetrante teveel-suiker-geur) We vonden langs de weg ook enkele prachtige tropische stranden, met palmbomen - inclusief kokosnoten (die we echter ondanks veelvuldige pogingen en ontwrichte polsen niet openkregen...) een heerlijke zon en bijzonder lekker warm water! We namen dan de ferry om het echte Daintree NP binnen te rijden, en deden dan allerlei prachtige wandelingen, en zagen zelfs een Cassowary! Dat is een bedreigde diersoort in Australie, en ziet eruit als een enorme kip, met zo ongeveer dezelfde intelligentie...
We geraakten helemaal tot cape Tribulation, en als je dat eens opzoekt op Google en wat fotos bekijkt, weet je wel dat uitleggen hoe mooi het daar is, onbegonnen werk is!

Op de terugweg - het was reeds donker - heb ik dan per ongeluk nog een possum omver gereden, blijkbaar niet erg, want het beest liep gewoon verder, een beetje duizelig wel. We zagen dan aan de andere kant van de rivier een rode gloed en dachten dat het wel eens een bushfire kon zijn. Dat zie je niet elke dag, dus wij daar naar toe, en inderdaad, het was een brand, maar een gecontrolleerde afbranding van suikerrietvelden (het suikerriet was al geoogst) Dat was een ongeloofelijk prachtig zicht, zo dat heldere vuur tegen de donkere hemel en een prachtig einde van een prachtige dag in Tropisch Queensland!

Op vrijdag besloten Henrik en ik eens flink de toerist uit te hangen en we boekten een zeiltrip naar Low Isles, twee zeer platte eilanden, een uurtje uit de kust. Het weer was uitstekend, de boot prachtig, alles piekfijn in orde! We snorkelden wat, hadden een leuke lunch, slenterden wat rond op het vuistgrote eilandje, lagen in de zon, zaten de zeeschildpadden en de vissen achterna, of zochten naar Little Nemo (we hebben hem gevonden!) Het was echt een uitmuntende ervaring die ik voor geen geld zou hebben willen missen! (is iedereen nu al wat jaloers?)

Op zaterdag gingen we dan terug naar Cairns en besloten Henrik en ik dan maar eens werk te maken van een liveaboard. Dat is dus op een boot gaan leven voor drie dagen, flink de toerist uithangen, duiken, snorkelen en zeilen. Jammer genoeg, om een of andere duistere reden waren er maar twee winkels die liveaboards deden, en die waren beide natuurlijk voor dagen volgeboekt! Daar was nu eenmaal niets aan te doen en we besloten dan maar de oostkust te beginnen afdweilen...
gepost door Tropical Tourist Simon om 0000000041 op 17/08/2006 - reageer


Eilandhoppen!

Terug in Cairns, terug in de vervelende stad. Dus al maar direct weer weg, naar een van de prachtige eilanden voor de kust: Fitzroy Island. Een lange, zware wandeling naar de top en omheen het eiland gedaan. We kwamen dan uit aan de andere kant van het eiland en zagen Little Fitzroy Island, en waar we twee bijna bejaarde Australiers tegenkwamen, waar we uit gewoonte mee begonnen te babbelen. Die waren helemaal naar deze kant van het eiland gewandeld om de walvissen te bekijken. Net op dat moment begon een humpback whale te 'breachen', zo uit het water te springen en met veel gesplasj terugvallen! Van waar wij stonden leek het beest zo ongeveer een centimeter groot, maar we konden toch de walvis duidelijk herkennen! Na deze prachtige ervaring wandelden we terug naar Nudey Beach, een bekend en prachtig strand, waar we wat snorkelden, en dan de ferry terug naar Cairns namen.

De volgende dag ging ik naar Green Island, een echt Coral Cay, in tegenstelling tot Fitzroy een koraaleiland. Het was bijzonder klein maar mooi, met mooie koralen en prachtig regenwoud, maar wel iets saaier want minder te doen. 's Avonds nam ik dan de ferry terug naar Cairns, want de volgende dag ging ik het Atherton Tableland wat beter verkennen.
gepost door Eilandhopper Simon om 0100000000 op 17/08/2006 - reageer


Atherton Tablelands - 8/8 tot 9/8

Met Henrik vertrok ik dinsdagmorgen inlands. Omdat de heuvels alle wolken tegenhielden, die van over zee komen, voelden we al meteen het temperatuursverschil door de stijging in hoogte en het wolkendek. Dat had zo zijn voordelen en nadelen; alles zag er prachtig groen en fris uit, nadeel was dat het wat kouder was en ik sinds lange tijd nog eens een trui moest uitpakken. Dat gezegd zijnde, het is een prachtig land daar, en niet zo toeristisch aangezien het dus enorm leeg is (je moet maar eens tellen hoeveel dorpen er in binnenlands Queensland zijn; je hebt waarschijnlijk maar twee handen nodig)

De eerste stop was Lake Morris, een kunstmatig meer met een dam dat ook de watervoorraad van Cairns is. De weg erheen was prachtig, stijgend, met veel bochten en ongeloofelijke uitzichten!
We hadden de smaak te pakken en besloten ons te wagen aan Walsh's Pyramid, een 922 meter hoge berg die zo een beetje alleen staat en daarom nog imposanter is. Een bordje waarschuwde ons dat het pad verwoest was door de orkaan, en dat de wandeling zeer steil was en ongeveer een 5 tot 6 uur kon duren. Zoveel tijd hadden wij natuurlijk niet, dus besloten we er wat vaart achter te zetten, en alhoewel we ons dat na een uurtje klimmen wel beklaagden, konden we natuurlijk niet vertragen; onze eer stond op het spel, aangezien we net daarvoor een Duits koppel voorbij gespurt waren...
Doordat de heuvels de wolken tegenhielden, was het uitzicht nu niet zo spectaculair, alhoewel de beklimming op zichzelf wel veel voldoening had geschonken. Zeker als we na de afdaling eens terugkeken naar de top, 922 meter hoger, en over het hele trajekt slechts 3 uur hadden gedaan!

Daarna ging het naar de Cathedral Fig Tree, een immense Fig Tree. Een Fig Tree is een parasiet, die begint als een schietend zaadje ergens in de boom, en dan wortels naar de grond laat groeien en zijwortels de boom laat wurgen. De originele boom sterft af, en daarmee sterft meestal de figtree, maar in dit geval, wegens de enormiteit van de boom, bleef het ding gewoon staan, en daarmee krijg je een torenhoge figtree!

Vervolgens gingen we langs Lake Barrine en Eacham en kwamen we uit bij Malanda Falls, niet zo mooi wegens de weg die eroverheen liep... Daarna reden we door naar Curtain Fig Tree, alweer een zeer grote figtree. Het verhaal gaat als volgt: de figtree begon de boom te wurgen, en de boom stierf en viel om, maar viel daarbij tegen een andere boom, die niet omviel. De figtree stond nu onder een hoek, maar bleef wortels naar de grond laten groeien, waardoor het eruitziet als een gordijn!
Nu was het reeds donker geworden, dus zetten we ons langs de kant bij Lake Tinaroo, alweer een meer met een dam.

De volgende dag begonnen we met The Crater, een vulkanisch overblijfsel dat nu gevuld was met water, en een tegelijk prachtig en een beetje spooky uitziet. Van daar ging het naar Dinner Falls, een prachige lange waterval! We waren weer in watervallen-land, want we gingen dan nog naar Crystal Cascades en Emerald Creek Falls, waar we halsbrekende toeren uithaalden om toch maar mooie fotos te kunnen nemen en een goed uitzicht te hebben. Daarna kwamen we uit bij Granite Gorge, waar we een wandeling deden en de rockwallabies voederden. Die dingen zien er echt uit als die eekhoorn uit Ice Age! En ze zijn even grappig!

Tenslotte eindigden we bij Kuranda en de Barren Falls. De waterval was mooi, nu niet zo indrukwekkend als die in het wet season zou zijn, maar het zicht van de gorge gaf je wel een idee van hoe het zou zijn in het regenseizoen.
Daarna was het dan tijd om weer naar Cairns te karren en de auto af te leveren.
gepost door Simon in Queensland om 0500000033 op 17/08/2006 - reageer


Dunk Island - 10/8 tot 11/8

We hopten op donderdag op de Greyhound-bus die me uiteindelijk helemaal tot in Sydney zal brengen, maar we stapten af in Mission Beach, vooral bekend bij de adrenaline-verslaafden, want je kan er skydiven, wildwaterraften, bungeejumpen en meer halsbrekende toeren uithalen. Wij waren er om op het strand te liggen en de volgende dag naar Dunk Island te gaan...

Het strand, zo wordt door velen verteld, is het beste strand om te landen na een skydive. Ik was er persoonlijk niet echt van onder de indruk, het zag er voor mijn part uit als een doodgewoon strand... Het hostel daarentegen was op-en-top Ausralisch, met hangmatten, palmbomen en een ongelooflijk laidback sfeertje.

De volgende dag namen we dan de snelle watertaxi naar Dunk Island, een prachtig stukje natuur met een ultra-lelijk resort op. We zagen al meteen een ander eilandje, slechts een kilometer uit de kust, dat zo weggelopen leek te zijn uit de Pirates of the Caribbean-film, een echt pirateneiland! Er was ons verteld dat er goed gesnorkeld kon worden, maar veel koralen konden wij niet zien, dus besloten we maar naar het eiland te zwemmen. Een beetje onderschat wel, maar we geraakten er toch vlot, dankzij de flippers, de snorkels en het masker. Het eilandje stelde nu wel niet veel voor, maar het was toch een leuk plekje. We zwommen dan terug, en beklommen de top van het eiland, van waar we een machtig zicht hadden over de oceaan en de andere Family-eilanden, waar Dunk ook deel van uitmaakte. Nadien amuseerden we ons nog wat met op het strand liggen, fotos nemen en lachen met beginneling-waterskiers, om dan 's avonds de watertaxi terug te nemen naar Mission Beach.
gepost door Oostkust-dweiler Simon om 0500000045 op 17/08/2006 - reageer


Magnetic Island - 12/8 tot 16/8

We namen de bus naar Townsville, waar we eerst een rondgingen in de stad met 320 zonnige dagen per jaar (!), en Castle Hill beklommen. Dat moest natuurlijk weeral gebeuren op het warmste moment van de dag, dus dat was wel wat afzien, maar het uitzicht over de stad was best wel indrukwekkend.

Aangezien we de ferry gemist hadden, en we een uurtje mochten wachten op de volgende, hingen we wat rond en keken we naar de stoet van twee trouwende koppels. Uiteindelijk was het dan toch tijd om de ferry te nemen en kwamen we aan op Magnetic Island. Daar namen we meteen de bus naar de andere kant van het eiland, Horseshoe Bay.

De volgende dag vertrok ik met Henrik, waarmee ik nog steeds verder reisde, en Kirsten, nog maar eens een Duitse, voor een wandeling van enkele kilometers die ons langst de mooie baaien van Radical Bay, Florence Bay en Arthurs Bay voerde. We snorkelden wat, lagen in de zon, beklommen de rotsen van waar we mooie uitzichten hadden. Tegen de avond toe beklommen we dan The Forts, een overblijfsel uit de Tweede Wereldoorlog. Dat zijn twee bunkers van waar je mooie uitzichten hebt. Op de weg daarheen hebben we ook nog een koala gezien, die druk bezig was met niets te doen (zoals gewoonlijk) Vanuit de bunkers kan je normaal gezien een mooie zonsondergang zien, maar wolken beletten ons de zon achter de heuvels te zien ondergaan...

De dag nadien vertrokken Henrik en Kirsten verder naar het zuiden, ik ging naar Arcadia, een ander dorpje op Maggie, zoals Magnetic Island wel genoemd wordt hier. Daar deed ik een twee uur durende wandeling doorheen het nationaal park, en zag vele prachtige vlinders! Ik nam daarna de bus naar Picnic Bay. Daar ging ik nog maar eens naar een prachtige lookout, van waar ik ook wel een mooie zonsondergang heb bekeken.

Mijn laatste dag op Maggie gebruikte ik om een 16 km lange tocht te doen naar West Point. De weg daarheen was niet bijzonder mooi, het was feitelijk gewoon een weg, maar het strand van West Point is bijzonder mooi en rustgevend. Ik wandelde dan helemaal terug, nam de bus wat later naar Nelly Bay, en vervolgens de ferry terug naar het vasteland.
gepost door Simon op het volgende eiland om 0500000058 op 17/08/2006 - reageer


26/08/2006


Nog een sessie Underwater Downunder

Na aankomst in Townsville, had ik eerst het idee om nog eens een autootje te huren en nog wat watervallen te gaan bekijken, waaronder de Wallaman Falls, de hoogste waterval in Australie. Jammer genoeg bleken er geen wagens verhuurbaar te zijn, omdat ze alle verhuurd waren!
Dan maar plan B, gaan duiken. Een echte liveaboard voor drie dagen en drie nachten. Een liveaboard wil dus zeggen dat je op de boot gaat en pas weer voet op vasteland zet na drie dagen (in mijn geval dan toch) De reden om dat vanuit Townville te doen, was omdat dat blijkbaar een van de mooiste duikplekjes van Australie is, en omdat ik de stand-by prijs kreeg, die zo'n honderd dollar lager lag dan de normale prijs. Dat kwam omdat ik de toer pas boekte een goeie dag tevoren.

Op vrijdagavond scheepten we dus in op de MV Seaesta, de duik-boot van ProDive Townsville. Een toffe crew, en een enthousiaste groep, toch voordat we vertrokken. Want eens we in bed lagen, vertrokken we naar de eerste duikplaats. En dat wil zeggen: heen-en-weer rollen in bed, en het constante gedaver en lawaai van de motoren! Niet echt comfortabel... De volgende morgen plonsden we al het water in voor de eerste duik, nog voor ontbijt! De zon was net op, en de onderwaterwereld was nog half in slaap, maar al flink actief! Er volgden die dag nog drie andere duiken, een totaal van vier duiken per dag! De divesites waren ongelooflijk mooi, sommige waren echt zoals je het ziet in Finding Nemo! Prachtig, er zijn bijna geen woorden voor! De laatste duik van de dag was een nachtduik, met de lantaarns onder water, een totaal andere ervaring dan tijdens de dag. Velen vinden het maar niets omdat je niet zoveel kan zien, en dat is inderdaad zo, maar aan de andere kant bekijk je alles wat je ziet, wel wat beter!

De laatste twee duiken vonden plaats op misschien wel de beste duikplaats in Australie; het wrak van de SS Yongala! Een echt fenomeen in duikend Australie. Het wrak ligt op een diepte van 14 tot 28 meter diepte, wordt bewoond door vissen van alle kleuren en grootte en dieet (van anemoonvisjes tot haaien!), schildpadden, zeeslangen, en is volledig ingepakt met koralen! Het is inderdaad een exclusieve duikplek!

Na de laatste duik stoomden we dan terug naar Townsville, en 's avonds ging de groep nog eens gezellig tafelen en wisselden we nog wat ervaringen uit. De volgende dag nam in de bus naar Airlie Beach, gateway naar de Whitsunday Islands!
gepost door Onderwaterman Simon om 0300000004 op 26/08/2006 - reageer


Zeiltrip langs de Whitsunday Islands - 23 tot 25/8

Op woensdag scheepten 22 backpackers in op Samurai, een zeilboot van de Tallarook-compagnie. De bedden werden toegewezen, de crew voorgesteld, en weg waren we voor twee dagen zeilen! Enfin, dat was het plan, want echt veel wind was er niet, en dus werden de zeilen meer voor de show opgehaald, dan echt om de wind te vangen... Maar geen geklaag, de zon scheen, de zee was kalm, zeer relaxed allemaal!

We zeilden helemaal omheen Hayman Island, waar we de volgende morgen gingen duiken in nog een zeer mooie duikplaats in Australie, Blue Pearl. Prachtig, zoals de meeste duikplaatsen, maar het moet gezegd, niet zo prachtig als de Townsville-trip.
De tweede dag kwamen we in de namiddag aan bji Whitehaven Beach, een mega-bekend strand in de Whitsundays. Puur wit zand, bijzonder zacht en natuurlijk een prachtig zicht, zowel vanop het strand als vanop de boot!
Er was wel een massa boten aanwezig. Blijkbaar wordt daar om de zoveel tijd eens een grote beachparty gehouden, maar wij waren er natuurlijk weeral in geslaagd toe te komen, toen de werkers de tenten en dergelijke aan het opruimen waren. Iedereen dacht dat het feest in de avond ging beginnen, maar blijkbaar was het dus een feestje dat tijdens de dag doorging! Een uurtje later was het strand dus praktisch leeg. Onze boot werd op het strand ontscheept, enkele personen - waaronder ik - lieten hun gerief achter bij de groep en gingen voor een wandeling of een zwempartijtje. Na anderhalf uur kwamen we terug, geen gerief meer te bekennen! Niemand van de groep wist natuurlijk van iets, maar cameras, kleren, zonnebrillen en dergelijke waren allemaal verdwenen! We hooopten dat de organisatie die het strand opruimde die dingen hadden meegenomen, maar eens terug in Airlie Beach, bleek het nog niet zo eenvoudig om iemand te spreken. De politie werkt hier niet in het weekend, het duurde lang voor we contact hadden met de organisatoren en niemand had er echt een goed oog in... Dat wou weeral eens lukken!

Ondanks dat zeer ongelukkige feit was het toch een zeer plezierige en geslaagde zeiltrip, alhoewel we dus feitelijk geen minuut gezeild hebben.
gepost door Sailor Simon om 0300000034 op 26/08/2006 - 257 reacties


25/09/2006


Surf's up! - 26/8 tot 26/9

Na de Whitsundays begon ik aan mijn afdaling van de surfcoast van Australie. Eerste stop, Agnes Water/Town of 1770. Tien jaar geleden een goed verborgen surfstrand, en zelfs nu nog steeds een authentiek sfeertje. Zoals de naam het al laat vermoeden, is het plaatsje gesticht in 1770, toen James Cook weer voet aan wal zette. 1770 heeft dus de eerste en tevens oudste (duh!) vuurtoren van Australie.
Enfin, wat is er gaande is dat plaatsje? Niet zo veel, behalve dan een heerlijk relaxed sfeertje, een surfstrand, wat nationale parken en de scooterroo-tour.

De scooterrootour...
We mochten allemaal kiezen uit een gewone scooter of uit een 'chopper', een soortement mini-harley. Natuurlijk moest ik voluit voor de choppa gaan natuurlijk. Dat was natuurlijk gene echte zware motor, meer een scooter met het chassis van een chopper. Automatisch, het enige dat je moest doen was de hendel draaien om sneller of trager te gaan, en recht proberen blijven. Wat aardig lukte.

En weg waren we, voor 60 km, ofte drie uurtjes rondtuffen doorheen de omgeving van Agnes en 1770. We zagen wat kangeroos, genoten van de rit en de motor, en eindigden om de zonsondergang te zien en wedges te eten. Wedges zijn zo ongeveer de eerste poging om frieten te maken. In t kort, ze snijden een patat in enkele delen, zoals een mandarineke in partjes, en frituren die dan.
Daarna was het doorheen de donkere nacht terug naar het hostel.

Een van de volgende dagen bleek het volle maan te zijn. Het leuke aan het dorpje was dat je midden op de baan kan staan, en het fantastische is dat je aan een eind van de straat de zon kon zien ondergaan, en 180 graden gedraaid, aan het andere eind de volle maan kon zien opkomen! Dat moest natuurlijk nog eens overgedaan worden tijdens de zonsondergang de volgende morgen (0550 uur!!) De surfmentaliteit was al serieus aan het indringen!

En dan het surfen...
Om 1030 uur afspraak aan de surfwinkel, wettie (wetsuit dus) kiezen, en naar het strand marcheren. Daar werden we voorzien van een surfboard (een softboard, meer stabiel, maar trager...) en kregen we de eerste uitleg voorgeschoteld. Na een halfuurtje was het dan aan ons. Het water in, wat uitpeddelen, en dan maar trachten een golf te vangen. Wat er dus gebeurt, is het volgende. Je ligt op je board te wachten, je ziet de golf opkomen, je begint te peddelen. Eens de golf te begint op te liften in de 'surge', begin je als een gek te peddelen, en als je de extra kracht voelt, eens je uit die surge bent, plant je je handen onder je borst, en je springt op... en valt omver natuurlijk! De eerste dertig keer toch. Ik zal de mogelijke manieren om omver te vallen of te 'nose-diven' je maar besparen, maar meestal gaat het om veel zout water in lichaamsholten waar dan normaal niet voorkomt, talloze keren om- en omgaan onder de golf (de 'wipe-out') en pijnlijke schouderspieren van het peddelen.
Daarna begon het wat te beteren, en het gevoel van de eerste golf is gewoonweg ongeloofelijk! Je wandelt over water, je voelt de volledige kracht van de oceaan achter je, elke verandering van richting vang je op met je knieen en benen.
Na enkele dagen werd het dus tijd om eens wat verder uit te peddelen, net als het een stormachtige dag was. De dagen ervoor was er 30 tot 40 knot wind op zee geweest, dus de golven waren tot wel 2.5 meter hoog. En dan uitpeddelen met een softboard is niet echt het gemakkelijste wat je kan doen... Maar op een of andere manier slaagde ik er dan toch in, en dan begon het wachtspelletje dan surfen meestal is. Je wacht tot je denkt dat de volgende golf DE golf is. En dan gaat alles ineens heel erg snel! Je molenwiekt je benen, tot je board de juiste richting ligt, je gaat plat op je board, en je begint als een gek te peddelen. De eerste grote golven hebben echter een kracht die je nog nooit eerder gevoeld hebt, en na de eerste wipe-out, moest ik terugdenken aan een citaat dat ik in het surfersmuseum (aan het begin van de Great Ocean Road) had gezien: "Pick the right wave and you'll experience the ultimate pleasure. Choose the wrong wave, and you'll find out what power really means." Een quote die het allemaal zegt. Het tweede deel heb ik meermaals ondervonden, maar het eerste deel maakt alles dubbel goed. Een megalang front doemde achter mij op, geen andere surfers in zicht, ik ging plat, begon te peddelen, en sprong op mijn board net naast de 'white horses', het witte schuim dat ontstaat wanneer de golf breekt. Dan stuurde ik naar rechts, en reed de golf helemaal van het 'point' tot het strand, een afstand van wel vijftig meter! Ik kon gelukkig sterven, ik had mijn perfecte golf gevonden!! Enfin, natuurlijk peddelde ik daarna terug uit, maar een golf zoals die heb ik niet meer gehad...

De Nationale Parken...
Een van de laatste dagen gingen de staffies (de mensen die in het hostel werkten voor accomodatie) naar Deepwater NP. Daar amuseerden we ons wat op een afgelegen strand, waar je enkel met een serieuze 4x4 kon geraken. Dat was best wel mooi, en zeer leuk om met een groep mensen die je al een tijdje kent eens uit te hangen.
Net zoals de surferdudes (enfin, duuuuudes - je moet hier wat trager praten) hier. Mega-stereotype gasten. Gebleekt haar, reflecterende zonnebril, traag praten, alleen maar over surfen praten, over het algemeen redelijk arm, supertypisch allemaal.

Enfin, na 4 weken is het eindelijk tijd om mijn laatste trip naar Sydney af te leggen. Dus morgen vertrek ik naar Rainbow Beach, gateway naar Fraser Island, het grootste zandeiland ter wereld!
Tot dan!
gepost door Surferdude Simon om 0100000002 op 25/09/2006 - 1 reactie




Bericht toevoegen

Paswoord :
Uw naam :
Titel :
Stad :
Coordinaten : X = , Y =
Tekstje :
Emailen naar mailinglijst